(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 29 januari 2002)
Met maatschappelijk verantwoord beleggen hebben normen en waarden weer hun intrede gedaan in de economie. Toch zijn het niet de normen die vaak ter discussie staan, maar de feiten die daaraan ten grondslag liggen.
Als het aan Triodos Bank, PGGM en MeesPierson ligt, komt daar binnenkort een einde aan. Zij hebben Dutch Sustainability Research opgericht. Dit onderzoeksinstituut moet dé plek worden waar alle informatie over de duurzame prestaties van Nederlandse multinationals te vinden is. ‘De informatie’, zo legt de manager van het nieuwe instituut en hoofd van Triodos Research Bas Rüter uit, ‘wordt verzameld op basis van een gestandaardiseerd format dat internationaal voor alle onderzochte ondernemingen gehanteerd wordt en dat leidt tot een eenduidig bedrijfsprofiel. De resultaten worden vervolgens gerangschikt en geïnterpreteerd met behulp van 175 vragen over 50 onderwerpen en dat levert dan de basis voor een beoordeling van de duurzaamheid door de klant van Dutch Sustainability Research op.’
Volgens Rüter is er veel behoefte aan een standaard. ‘De informatieongelijkheid zorgt voor veel verwarring. Beleggers vragen zich af waarom een bedrijf wel te vinden is in het ene duurzame beleggingsfonds en niet in het andere. Het antwoord daarop zou moeten zijn dat het ene fonds minder strengere criteria heeft dan het andere. Maar het kan nu nog voorkomen dat dat verschil zit in een verschil in beschikbare feiten over de duurzame en ethische prestaties van ondernemingen. Daar willen we vanaf. We willen een discussie over de inhoud, over de criteria. Zo kan een belegger zelf de keuze maken hoe principieel hij wil zijn. Wij hebben de ambitie om die standaard te ontwikkelen.’
Die ‘wij’ is meer dan de aandeelhouders Triodos Bank, PGGM en MeesPierson. Rüter: ‘ING Bank en ING Investment Management zijn klant van Triodos Research en nu dus van Dutch Sustainability Research, maar ze zijn ook potentiële aandeelhouders. Zij hebben de deelname in overweging. Ook Rabobank overweegt aandeelhouderschap en een klantrelatie. SNS Asset Management, Friesland Bank en vermogensbeheerder NieuwenhuijsBrinkCrommelin zijn al klant. Je hoeft ook geen aandeelhouder te zijn om mee te doen aan de standaard. Het gaat erom dat alle serieuze partijen die duurzaam en ethisch beleggen gebruikmaken van dezelfde informatie en kunnen gaan concurreren op de eisen die zij aan bedrijven stellen.’
Het ontwikkelen van een ‘benchmark’ voor duurzame en ethischeprestaties van ondernemingen is niet eenvoudig. De definitie van een financiële grootheid als nettowinst levert al discussie op, laat staan milieuprestaties of arbeidsverhoudingen. Toch is het streven naar een standaard voor duurzame prestaties niet alleen een Nederlandse aangelegenheid. ‘Ons initiatief is uniek omdat er zo veel verschillende financiële instellingen samenwerken. Maar in Frankrijk is Arese research toonaangevend, in de Verenigde Staten KLD (Kinder, Lydenberg & Domini & Co.) en in Zweden Caring Company.’
Triodos Research en KLD hebben een aantal jaren geleden de SiRi Group opgericht. SiRi is een wereldwijd netwerk van researchinstellingen die zich hebben gespecialiseerd in het verzamelen van feiten over sociale aspecten en milieuaspecten van ondernemingen. Bij SiRi zijn zo’n 100 onderzoekers uit alle industriële landen aangesloten. Rüter: ‘Wij werken internationaal met een handboek, de zogenoemde Data Entry Guide. Wij vragen de multinationale ondernemingen naar acht onderwerpen: algemene bedrijfsinformatie, milieu, intern sociaal beleid, toeleveranciers, community oftewel samenleving, controversiële bedrijfsactiviteiten, klanten en corporate governance. Wij van SiRi streven ernaar aan het eind van dit jaar de ongeveer 1000 bedrijven van de MSCI-World-index uit Europa, de VS en Canada tegen de duurzame en ethische meetlat te hebben gelegd en daarmee een geharmoniseerd bedrijfsprofiel te presenteren waarmee iedereen die duurzaam en ethisch wil beleggen uit de voeten kan.’ Het hebben van een standaard, of dat nu alleen in Nederland is of wereldwijd, kan een positieve bijdrage leveren aan een eenduidige verslaglegging van duurzaam ondernemen. In Nederland heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving daarvoor een speciale werkgroep opgericht. Rüter heeft nog geen contact met deze werkgroep gelegd. ‘Maar we hebben wel contacten met de mensen van het Global Reporting Initiative (GRI) en de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD).’ GRI is de werkgroep van de Verenigde Naties die werkt aan een eenduidige verslaglegging over verantwoord ondernemen .
Dutch Sustainability Research is, zo benadrukt Rüter, een commercieel kenniscentrum, maar het is niet de bedoeling dat het zijn kennis proactief op de markt gaat verkopen. ‘Onze informatie is alleen beschikbaar voor onze aandeelhouders en onze klanten.’
Marleen Janssen Groesbeek