Milieudefensie: Maatschappelijk ondernemen ten aanzien van ICH Caland in Birma blijkt schone schijn

Uit nieuw, eigen onderzoek van Milieudefensie blijkt dat ING en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) recentelijk nog steeds voor vele tientallen miljoenen euro leningen hebben verstrekt aan IHC Caland. ABN Amro heeft eind 2001 de emissie van nieuwe aandelen van IHC Caland verzorgd en is nog steeds huisbankier van het bedrijf. ABN Amro, ING en het ABP verkochten in 2000 hun aandelen IHC Caland, naar aanleiding van de kritiek op dit bedrijf vanwege haar zakendoen met Birma. Ook de Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren diverse subsidies verstrekt aan het bedrijf.

De Nederlandse banken spelen dubbel spel. Enerzijds erkennen ze dat IHC Caland beter geen zaken kan doen in Birma. Om die reden hebben ze, daartoe aangespoord door diverse NGOs, hun aandelen in het bedrijf verkocht. Tegelijkertijd blijven ze het bedrijf steunen, en maken ze het daarmee mogelijk dat IHC actief kan blijven in Birma. ‘Een dergelijke dubbele moraal strookt niet met maatschappelijk verantwoord ondernemen’, aldus Paul de Clerck van Milieudefensie.

Uit een later deze maand te verschijnen rapport van Milieudefensie blijkt dat, nadat voorjaar 2000 ABN Amro, ING en ABP hun aandelen verkochten, de financiële banden met IHC Caland niet verbroken zijn. Integendeel, december 2000 werd voor 216 miljoen euro een lening verstrekt aan SBM Group (een offshore-dochter van IHC Caland) door een syndicaat van banken onder leiding van ING Barings en Fortis Bank. Ook NIB Capital Bank (eigendom van de pensioenfondsen ABP en PGGM) nam deel aan deze lening. December 2001 werd een lening van 222 miljoen euro afgesloten door een bankensyndicaat onder leiding van ING Bank, Fortis en NIB. Ook Rabobank participeerde in deze lening. Oktober 2001 verzorgde ABN Amro Rothschild een aandelenemissie van IHC Caland, waarmee het bedrijf 116 miljoen euro binnen haalde. Hieraan namen ook Rabobank en Kempen & Co deel.

IHC Caland ligt al jaren onder vuur vanwege haar activiteiten in Birma, waar het dictatoriale regime op grote schaal de mensenrechten schendt door het inzetten van dwangarbeiders. Bij het Yetagun gasproject, waarbij IHC Caland is betrokken, is over een afstand van 60 kilometer oerbos gekapt. Door deelname aan dit project ondersteunt IHC Caland het Birmese regime: de inkomsten van het gasproject zijn zeer belangrijk voor de militairen. Dat erkent ook IHC Caland.

Overheid
Milieudefensie vindt het tijd worden dat de Nederlandse overheid een boycot tegen het zakendoen met Birma instelt. IHC Caland heeft diverse malen aangegeven dat het alleen zal afzien van zakendoen met dictatoriale regimes als de overheid dat verbiedt. Nederland heeft een officieel ontmoedigingsbeleid, maar dat heeft nog tot weinig concrete resultaten geleid. Overigens heeft de Nederlandse overheid, blijkens het Milieudefensie rapport, de afgelopen jaren diverse subsidies aan IHC Caland verstrekt. Vanaf 1998, toen IHC Caland al onder grote druk stond vanwege haar aanwezigheid in Birma, heeft de overheid vier maal zogenaamde Oret/Miljev subsidies, ter waarde van 18,3 miljoen euro, aan IHC Caland verstrekt. Drie van de vier subsidies werden zelfs verstrekt na de uitspraak van staatssecretaris Ybema in mei 2000 dat ‘het ontzeggen van subsidies aan IHC Caland tot de mogelijkheden zou kunnen behoren’.

Share Button