Rabobank: ‘Mes in groenfinanciering lelijke terugslag’

Bron
Rabobank

Hans Smits bekritiseert plannen beoogd kabinet op congres in Arnhem.

Het plan uit het regeerakkoord van CDA, VVD en LPF om het mes te zetten in de fiscale stimulering van maat- schappelijke investeringen, zoals de groenfinanciering, betekent een lelijke terugslag voor een verduurzaming van de samenleving. Tot die conclusie kwam ir. drs. Hans Smits, voorzitter van de raad van bestuur van de Rabobank Groep, vanochtend in Arnhem in een toespraak tot het 13de congres van de International Farm Management Association (IFMA).

Smits bestempelde de groenfinanciering als een aanjager van duurzame innovaties, die voordeel oplevert voor alle betrokkenen. De samenleving heeft er baat bij, omdat de maatschappelijk zeer gewenste investering in milieuvriendelijke projecten wordt gestimuleerd. Voor beleggers betekent het een aantrekkelijk rendement bij een laag risico. En voor de initiatiefnemers van groenprojecten betekent het lagere investeringslasten. “Het zou een lelijke terugslag betekenen”, aldus Smits, “als de nieuwe regering zou besluiten om dit fiscale arrangement dat voor alle betrokkenen gunstig is op te heffen.”

“Handelsbarrières tussen Noord en Zuid zullen wegvallen”
Smits voorspelde op hetzelfde congres in Arnhem dat de handelsbarrières tussen Noord en Zuid binnen 10 jaar zullen wegvallen en dat dit nieuwe kansen inhoudt voor de Nederlandse land- en tuinbouw.
De land- en tuinbouw in de ontwikkelde wereld zal meer en meer de gevolgen ondervinden van de maatschappelijke discussie over een eerlijker verdeling van inkomsten en hulpbronnen over alle delen van de wereld.
“Ik verwacht dan ook”, aldus Smits, “dat als gevolg van deze maatschappelijke druk de nog bestaande handelsbarrières in een periode van een decennium zullen verdwijnen. Daardoor zullen producenten uit lage lonenlanden en klimatologisch beter gelegen gebieden toegang krijgen tot de westerse voedselmarkten.”

Dit is volgens hem voor de Nederlandse land- en tuinbouw echter geen bedreiging, maar een kans. Voorwaarde is dat het buitenland niet langer meer als concurrent wordt gezien, maar als partner. Buitenlandse producenten kunnen via gelijkwaardige allianties met Nederlandse producenten het assortiment hier aanvullen. “Grote internationale supermarkten en voedingsfabrikanten hebben dit begrepen en zetten handelsstructuren op voor de import van landbouwproducten uit ontwikkelingslanden”, aldus Smits.

Share Button