(Gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 10 juli 2002).
HET STRATEGISCH AKKOORD VAN de beoogde coalitie VVD, LPF en CDA heeft als titel ‘Werken aan vertrouwen, een kwestie van aanpakken’. Het is ook het motto voor het komende kabinet. Als het gaat om het afschaffen van allerlei fiscale stimuleringsmaatregelen voor het milieu, de maatschappij, innovatie en cultuur weten de drie fractieleiders van aanpakken. Hun aanpak werkt: nog voor er een voorstel tot wijziging van de fiscale regeling voor vriendelijk beleggen in de Tweede Kamer ligt, hebben belangrijke spelers als ABN Amro en Triodos Bank de aandelenuitgifte van hun groenfondsen en andere fiscaal voordelige beleggingsregelingen opgeschort.
Op zich staat het elke nieuwe coalitie vrij om fiscale regelingen, wetten en afspraken ter discussie te stellen. En ieder kabinet met een andere kleur wil graag laten zien dat het anders is dan het voorgaande. Maar de burger heeft recht op een betrouwbare overheid. Op een overheid die niet zomaar allerlei fiscale voordelen voor projecten op de lange termijn en die van grote maatschappelijke en economische invloed zijn, kan intrekken.
Van financiële instellingen wordt verwacht dat zij in hun financiële bijsluiters alle risico’s van een beleggingsproduct laten zien. Het zou toch een merkwaardige situatie worden als diezelfde financiële instellingen in die bijsluiter zouden moeten vermelden dat de overheid zelf het grootste financiële risico is. Mocht een meerderheid van de Tweede Kamer instemmen met afschaffen van alle fiscale voordelen voor maatschappelijk verantwoord beleggen dan hebben de beleggers, de gedupeerde bedrijven en projecten op zijn minst recht op een overgangsregeling.
Maar de beoogde afschaffing leidt tot een nog grotere maatschappelijke schade. Als de financiële instellingen niet op de betrouwbaarheid en continuïteit van de overheid aankunnen, zullen zij niet meer willen meewerken aan allerlei maatschappelijk gewenste doelen. Niet alleen de beleggers lijden schade, ook de projecten die zonder het fiscale voordeel niet meer rendabel zijn en de banken zelf.
Maar het afschaffen van deze fiscale regelingen staat ook lijnrecht tegenover het beoogde beleid, tenminste zoals het in het strategisch akkoord staat. Het akkoord maakt duurzame ontwikkeling een van de doelstellingen van het toekomstige kabinet. De deelnemende partijen LPF, VVD en CDA verklaren daarin dat maatschappelijke welvaart meer is dan materiële vooruitgang. ‘Sociale vooruitgang in evenwicht met de natuurlijke omgeving is minstens zo belangrijk’, zo staat er op pagina 5.
Een duurzaam evenwicht kan alleen maar lukken als de collectieve en de particuliere sector samenwerken (ook een van de doelstellingen van het toekomstige kabinet) en de overheid zich een betrouwbare partner toont. De fiscale regeling was een mooi voorbeeld van die samenwerking. Nu lijkt het erop dat de banken, de beleggers en andere investeerders die zich inspannen voor een duurzame, innovatieve, culturele en sociale Nederlandse samenleving niet meer mogen profiteren van een fiscale prikkel.
Een duurzame samenleving raakt steeds verder uit zicht, en het vertrouwen in de overheid wordt weer kleiner, waar herstel toch het doel was.
Marleen Janssen Groesbeek