(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 24 augustus 2002).
Beleggen in groenfondsen is sinds 1995 fiscaal aantrekkelijk. Voor de tweede maal dreigen de voordelen te sneuvelen. Tot verdriet van beleggers en milieuprojecten.
Beleggen in groene projecten werd in 1995 aantrekkelijk gemaakt door de overheid. In het ‘oude’ belastingstelsel gold voor beleggingen in goedgekeurde groene en sociaal-ethische projecten een onbeperkte rentevrijstelling; er werd geen belasting geheven op dividenden of rente.
Het voordeel werd verdeeld tussen de betrokken partijen. Projecten die zich onder meer richten op zonne- en windenergie, duurzame woningbouw en biologische landbouw konden hiervan profiteren. Zij leenden van het fonds – al dan niet via een derde instantie – tegen een rente die doorgaans onder de commerciële rente lag. Projecten die commercieel niet aantrekkelijk waren, maar wel milieuvriendelijk, konden door deze korting toch doorgang vinden.
Maar ook door beleggers werd de regeling in de armen gesloten. Afgezien van de ideologische kant van de zaak, was het fiscaal voordeel aanlokkelijk. Bruto werd er een rendement geboden of in het vooruitzicht gesteld ongeveer gelijk aan de spaarrente. Netto bleef er echter veel meer over dan bij sparen door de belastingvrijstelling.
Het mag geen wonder heten dat de belangstelling voor groen beleggen groot was en er een hele industrie ontstond. De interesse was zelfs dusdanig dat er – mede ook door de stringentere eisen van de overheid – een tekort aan projecten ontstond. Sommige fondsen konden de toets van de overheid niet meer doorstaan en kwamen niet langer in aanmerking voor de fiscale faciliteiten.
Groen beleggen werd een miljardenindustrie in de vorm van certificaten maar vooral ook beleggingsfondsen. Reguliere banken stortten zich er op evenals instellingen met een milieubewuste inslag. Ook ontstonden er – zoals het hoort bij een echte industrie – verenigingen en lobbyclubs zoals de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO).
Op de barricaden
In 2000 konden de diverse banken en verenigingen de barricaden op. Met het nieuwe belastingstelsel per 2001 stonden de fiscale voordelen van het groen beleggen op de tocht. Rente en dividend werden immers onbelast voor alle fondsen, en er kwam een vermogensrendementheffing op vrijwel alle bestanddelen van het vermogen.
Bij de presentatie van het nieuwe belastingstelsel in 2000 was door staatssecretaris Vermeend (toen van Financiën) toegezegd dat groen beleggen ongemoeid zou worden gelaten. Maar in januari 2001 bleek opeens dat hier niets van terecht was gekomen. De Tweede Kamer stond op haar achterste benen en Wouter Bos (inmiddels staatssecretaris op Financiën) ontwierp een compromisvoorstel.
Het compromis bestond uit drie componenten. Een vrijstelling van de vermogensrendementheffing (1,2%), een heffingskorting van 1,3% en ten slotte een maximum vermogen van euro 48.441. Naast de vrijstelling mag men dus maximaal 1,3% van euro 48.441 per persoon aftrekken van de te betalen belasting. Een mooie regeling want wie is er vies van een aftrekpost? De regeling werd nog fraaier doordat de regering het plafond voor ten minste de eerstkomende tien jaar niet liet gelden voor degene die al had belegd in de groenfondsen. Op zijn minst werd de illusie gewekt dat groenfondsen nog jarenlang ongemoeid gelaten zouden worden.
Enige geruststelling konden beleggers ook wel gebruiken, want het begon behoorlijk te rommelen in de loop van 2000 en begin 2001. Met het vooruitzicht dat het fiscaal wel eens slecht kon aflopen voor groenfondsen, daalde de koers van het ABN Amro Groen Fonds fors. In januari 2001 noteerde het meer dan 30% onder de intrinsieke waarde. Zelfs in het – fiscaal gesproken – slechtste geval was een dergelijk lage koers niet te verdedigen. Maar de koers van een gesloten fonds wordt bepaald door vraag en aanbod en beleggers vielen over elkaar heen om aandelen in het fonds te verkopen.
Opnieuw onrust
In de tweede helft van 2001 en de eerste helft van 2002 werd groenbeleggers rust gegund. Maar toen zag in de vroege zomer van 2002 het regeerakkoord het licht. Op pagina 45 van dit document staat dat de ‘heffingskortingen voor beleggingen in durfkapitaal en maatschappelijk beleggen worden afgeschaft’. Dit moet de regering euro 100 mln aan besparingen opleveren. De vrijstelling van de vermogensrendementheffing wordt ongemoeid gelaten. Het voordeel valt dus van 2,5% terug naar 1,2% en ook tante Agaath (zoals de durfkapitaalregeling wordt genoemd) is de klos.
Dat was geen goed nieuws voor groenfondsbeleggers. Maar ook niet voor de groenprojecten. Het wordt volgens fondsaanbieders voor hen ondoenlijk om onder de commerciële rente te duiken waardoor vele nieuwe projecten onrendabel zullen zijn en niet uitgevoerd kunnen worden.
Aanbieders reageerden opnieuw furieus. Vooral van de zijde van de Triodos bank en de VBDO worden harde woorden gebruikt als ‘onbetrouwbare overheid’. Maar ook andere fondsgroepen lieten protesten horen en inmiddels is de VBDO een handtekeningenactie gestart.
Met het wegvallen van meer dan de helft van het fiscale voordeel laten de milieubeleggers groenfondsen keihard vallen; vooral de beursgenoteerde groenfondsen springen daarbij in het oog. De koers van het eerder genoemde ABN Amro Groenfonds noteert wederom tientallen procenten onder de intrinsieke waarde (ongeveer euro 50) doordat beleggers het fonds in groten getale vaarwel zeggen.
Opvallend zijn ook de koersbewegingen bij het eens zo stabiele Groenfonds van Triodos. Triodos heeft na het bekend worden van de kabinetsplannen tijdelijk de inname en uitgifte van nieuwe aandelen gestaakt, maar hanteert inmiddels een curieus systeem. Het beursgenoteerde fonds heeft aandelen op naam en toonderaandelen (omzetten is mogelijk). De aandelen op naam wil het fonds inkopen tegen de intrinsieke waarde (euro 53,41), maar alleen als het fonds een koper kan vinden bij deze prijs. Dat de wachtlijst met verkopers fors is opgelopen mag geen wonder heten, want op de beurs is het fonds voor euro 44 aan te kopen.
ASN voert het niet-beursgenoteerde Groenprojectenfonds en reageert nuchter. Ze ondervindt naar eigen zeggen weinig hinder van de nieuwe plannen: ‘In ieder geval blijft het ASN Groenprojectenfonds in milieuvriendelijke projecten beleggen en kunt u dit jaar nog optimaal gebruik maken van de fiscale voordelen. Ook blijft het fonds vooralsnog geopend voor nieuwe stortingen.’ Ook het niet-beursgenoteerde Robeco Groenrentefonds heeft – in ieder geval voor het oog – rust in de tent. Het fonds werkt met tranches, vooraf aangekondigde rentepercentages en looptijden; wie erin zit kan er niet zomaar uit.
Nu aankopen?
Wat is nu wijs? De echte milieubewuste belegger moet het hoofd koel houden en bij zijn overtuiging blijven. De rationele durfal zou moeten overwegen om de fondsen zoals die van ABN en Triodos – die ver onder de intrinsieke waarde noteren – aan te kopen. Vroeg of laat zal de koers richting de intrinsieke waarde bewegen, al dan niet bij liquidatie of overnamebod. De fiscaal gedreven belegger kan beter afscheid nemen. Het fiscale voordeel is uitgekleed, blijkt keer op keer onzeker en weegt niet op tegen het risico dat gepaard gaat met de fondsen.
Voorlopig is het afwachten of de acties tot behoud van de regeling aanslaan en of de Tweede Kamer in verzet komt tegen de ‘onbetrouwbare overheid’. Groen beleggen lijkt net als de spaarloonregeling het slachtoffer te worden van zijn eigen succes in een klimaat waarin de overheid bezuinigt.
Freddy van Mulligen is hoofd Reserach bij Morningstar Nederland