(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 19 maart 2003).
Minister Hoogervorst van Financiën wil niet-geregistreerde groene beleggingsproducten onder toezicht brengen. De sector van erkende groenfondsen juicht het initiatief toe.
‘We hebben er niet direct last van. Anderzijds is het niet goed dat deze mensen via hun beleggingsproducten bij de oppervlakkige luisteraar geld aantrekken door misbruik te maken van de betrouwbare status van de wel erkende aanbieders.’ Woordvoerder Thomas Steiner van Triodos Bank antwoordt daarom met een volmondig ‘ja’ op de vraag of toezicht op individuele groene beleggingsproducten nodig is.
Nederland telt ruim 140.000 groene spaarders/beleggers die in de officiële groenfondsen eind 2001 ruim euro 2,8 mrd hadden ingelegd, verdeeld over ruim 2100 projecten waaronder 800 biologische landbouwbedrijven en 440 projecten op het gebied van duurzame energie. Een aanzienlijk grotere inleg dan een andere zich ook als ‘groen’ profilerende sector, die echter onder geen enkel toezicht valt. Via tientallen fondsen is door beleggers naar schatting meer dan euro 200 mln ingelegd in bijvoorbeeld teakhout, notenplantages en projecten met windmolens. Deze schatting is afkomstig van het Financieel Expertise Centrum (FEC) in een vorig jaar uitgebracht rapport over de instellingen die zich veelal ten onrechte als beleggingsfondsen profileren. Het FEC, waarin justitie, de Belastingdienst, het ministerie van Financiën en toezichthouders samenwerken, constateerde ook strafbare gedragingen als verduistering van de ingelegde gelden, oplichting en belastingontduiking. Niet-geregistreerde groenfondsen onttrekken zich opzettelijk aan elke vorm van toezicht. Ze werven vaak agressief via de telefoon en sturen geinteresseerden ‘vaag’ foldermateriaal. Ze schermen met organisaties als Greenpeace en Milieudefensie. Naar aanleiding van het rapport was het ministerie van Financiën al bezig om te bezien of er toezicht nodig was. Inmiddels blijkt dat het ministerie zich de kritiek aantrekt. Er komt nu toezicht op deze sector. Dit blijkt uit antwoorden op kamervragen van afgelopen weekeinde. De PvdA-leden Waalkens en Heemskerk hadden vragen gesteld naar aanleiding van een radio-uitzending van de EO op 20 februari over Groen Invest Nederland. Ongeveer 10.000 Nederlanders hebben bij Groen Invest een grote som geld belegd in Nederlands robina hardhout. Dit bedrijf belooft dat de beleggers na twintig jaar acht keer de inleg terugkrijgen. Door het individuele karakter van deze vorm van vermogensbeheer en door het feit dat het niet om effecten gaat, valt het bedrijf noch onder Wet Toezicht Beleggingsinstellingen, noch onder de Wet Toezicht Effectenverkeer.
Volgens de demissionaire minister Hoogervorst is er alle aanleiding om deze vorm van groen beleggen en meer in het algemeen individueel vermogensbeheer, anders dan in effecten, onder een vorm van toezicht te plaatsen. Hierdoor kunnen specifieke regels worden gesteld aan de informatievoorziening door aanbieders van deze producten. Nu gelden alleen algemeen geldende regels. Volgens de minister moet de rechter beoordelen of bij Groen Invest sprake was van overtreding. De voorgespiegelde prijsstijging spoort voor de minister niet met de houtprijs in het algemeen. Er is geen betrokkenheid met de Universiteit van Wageningen, hoewel Groen Invest op haar website daar wel mee schermt. De aanleg van de robinia plantages levert op zich geen groter risico dan andere monoculturen.
De minister wil het toezicht op het individueel vermogensbeheer vormgeven in het kader van het Wetsvoorstel Financiële Dienstverlening, waarover een consultatie loopt. Autoriteit Financiële Markten gaat het toezicht uitoefenen.