(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 14 januari 2004).
Waar stoppen groenfondsen hun geld in? Een gesprek met een van de eerste biologische pioniers. ‘Je kunt beter met de natuur meewerken dan ertegen vechten, want dat gevecht verlies je’, zegt Piet van IJzendoorn, biologische boer en zelfstandig ondernemer.
In 1982 kochten Piet van IJzendoorn en zijn vrouw Marja Molenaar de eerste kalveren. Nu bestaat er een gemengd bedrijf met melkvee, akkerbouw en natuurbeheer, is er een paardenhouderij en een bakkerij en zijn er drie gezinsvervangende huizen gevestigd op de biologisch-dynamische boerderij ‘Zonnehoeve’.
Zonnehoeve is uitgegroeid tot een klein dorp waar 19 mensen hun bestaan hebben, inclusief drie zorgouders. Er wonen 12 jeugdzorgkinderen op het complex.
Van IJzendoorn, wiens vader een landloonwerkerbedrijf had, zit al vanaf zijn twaalfde op de tractor. ‘De landbouw is een manier van leven.’ Hij studeerde milieukunde en was praktijkleraar aan een biologisch-dynamische middelbare landbouwschool voordat hij met zijn vrouw de boerenmaatschap startte.
Hij was destijds een van de eerste klanten van Triodos, de duurzame bank die het onroerend goed van Zonnehoeve financiert.
Na een moeilijke beginperiode met geïmproviseerde huisvesting werden in 1984 de eerste stallen gebouwd. Van het een kwam het ander en in 1986 kwam er een windmolen, die genoeg energie levert voor het hele bedrijf. In 1990 startte de verwerking van tarwe en er kwamen silo’s voor de opslag van tarwe. Daarna volgden er een maalderij en een bakkerij, ‘Het Zonnelied’, die nu jaarlijks een miljoen euro omzet en werk biedt aan tien mensen. Nog weer later kwamen er de paardenhouderij en de ‘zorgtak’, die beide zijn gefinancierd door het groenfonds van Triodos Bank.
Als biologisch-dynamisch landbouwbedrijf is de bedrijfsvoering erop gericht de kringloop zo gesloten mogelijk te maken. De koeien eten voornamelijk grasklaver die op eigen bodem groeit en de bodem vruchtbaar houdt. Van IJzendoorn: ‘Biologische boeren voeden de aarde, niet de plant. Door de mest en het stro krijg je een optimale plantengroei. De bodem is rijker en vruchtbaarder, waardoor een duurzame voedselproductie mogelijk is.’
Zijn bezwaar tegen de gangbare landbouw is dat deze zich kenmerkt door het maximale rendement op de korte termijn, wat ten koste gaat van de bodemvruchtbaarheid. ‘De gangbare landbouw is niet logisch. Het is gericht op symptoombestrijding. Het gevecht tegen de natuur verlies je en het kost miljoenen. Bestrijdingsmiddelen spoelen niet weg met een regenbuitje. Die worden opgenomen door planten en komen zo in de voedselketen terecht. Kunstmest is schadelijk voor planten en het grondwater. Dit kan niet eeuwig goed gaan.’
Het biologisch boeren is meer dan alleen een ideaal. Volgens Van IJzendoorn is het een pure noodzaak om op termijn te overleven, én een zaak waarvoor de consument bereid is te betalen. Van IJzendoorn: ‘Het idee van mensen buiten de sector was lange tijd dat met biologische landbouw de klok terug moest naar voor de Tweede Wereldoorlog. Dat is niet zo. Biologische landbouw is geen arbeidstechnisch of landbouwkundig probleem, het gaat vooral om een sociaal-psychologische verandering bij de boeren. We hebben eerst aan andere boeren laten zien dat biologische landbouw levensvatbaar is; het brengt voldoende brood op de plank. Nu zitten we in een fase dat we dat aan de samenleving overbrengen. De landbouw moet zich richten op de verre toekomst, van zelfs honderden jaren. In die richting moet de economie zich transformeren om als samenleving te kunnen overleven.’
Op Zonnehoeve staan de 65 zwartbont melkkoeien tevreden malend bij elkaar in de stal, waar ze vrij kunnen rondlopen. Naast het feit dat de koeien hun horens nog hebben, is een consequentie van het biologisch boeren ook dat ze vrijwel geen krachtvoer krijgen. De melkproductie is met 5000 kilo een derde tot de helft minder dan die van een ‘gewone’ koe, maar het maximale-opbrengstdenken krijgt op Zonnehoeve bewust geen grote plaats. Daar staat tegenover dat de koeien ouder worden en langer melk geven. De fok gebeurt op natuurlijke wijze en de dierenartskosten op Zonnehoeve zijn ‘ontzettend laag’.
De melk gaat naar Campina, die dit onder het merk Demeter – duurder dan ‘gewone’ melk – afzet in de supermarkten en natuurvoedingswinkels. Ook het brood wordt onder het merk Demeter verkocht.
Zonnehoeve beheert inmiddels 800 hectare aan natuurgebied, waar zo’n 120 eigen paarden en koeien rondlopen. Én Van IJzendoorn startte enkele jaren geleden met zijn oudste dochter een biologische paardenhouderij met tientallen paardenboxen en een manege.
Om de toekomst van de segmenten van Zonnehoeve te garanderen werkt de boer met zijn vrouw aan een vorm om het bedrijf over zo’n vijf jaar aan een volgende generatie over te dragen. Om het bedrijf in zijn geheel voort te zetten is het belangrijk dat het onroerend goed bij elkaar blijft. Maar hoewel Van IJzendoorn al meer dan 20 jaar het hoofd boven water heeft gehouden en steeds verder heeft uitgebreid, blijft hij afhankelijk van externe factoren. Zonnehoeve ontvangt regelmatig schoolklassen. Laatst was er een miniconferentie over verbreding in de landbouw, waar ook praktijkmensen, onderzoekers en ambtenaren van het ministerie van Landbouw aanwezig waren. Van belang voor Van IJzendoorn, die dan de steun voelt die hij nodig heeft voor de lange weg die biologische landbouw nog heeft te gaan.
TON DIETEN