(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 8 maart 2004).
De interesse voor niet-financiële zaken van ondernemingen onder beleggers groeit. Dat merkt de afdeling investor relations.
Grote en kleine beleggers worden kritischer en dat merkt de de afdeling investor relations van beursgenoteerde ondernemingen. Dat uit zich niet alleen in een kritischer beschouwing van de financiële performance van het bedrijf, maar ook in een toegenomen belangstelling voor niet-financiële prestaties. Maar wat willen die beleggers dan weten? En waar moet een afdeling investor relations meer vanaf weten?
Hoogleraar duurzaam beleggen Harry Hummels en onderzoekers Joppe Willeboordse en Diederik Timmer van Universiteit Nyenrode hebben vorig jaar het initiatief genomen om de belangstelling voor niet-financiële informatie te inventariseren. Zij hebben zich gericht op twee belangrijke onderwerpen die beleggers nu bezighouden: corporate governance en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor het onderzoek ‘Corporate Shareholder Engagement’ werden 50 beursgenoteerde ondernemingen benaderd. Uiteindelijk hebben 32 bedrijven meegedaan: 21 AEX-ondernemingen en 11 uit de Midkap.
Corporate governance en maatschappelijk verantwoord ondernemen liggen in elkaars verlengde, maar toch is de traditionele belegger meer geïnteresseerd in goed bestuur. Harry Hummels schrijft dat toe aan het feit dat uit onderzoeken is gebleken dat goed bestuur een bijdrage levert aan financiële outperformance van een aandeel, terwijl dat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) nog steeds niet een eenduidig antwoord oplevert. Daar staat tegenover dat volgens investor relations een dialoog (gesprekken, informatie-uitwisseling) met de aandeelhouders over MVO wel weer bijdraagt aan een betere reputatie van de onderneming. Toch zijn ondernemingen wat afwachtend bij het zelf geven van informatie over MVO omdat niet alle beleggers daarin geïnteresseerd zijn. Een enkel bedrijf legt zijn ‘business principles’ ter inzage op de aandeelhoudersvergadering. Anderen geven speciale persconferenties als hun duurzame jaarverslag uitkomt.
Hummels: ‘Ondernemingen communiceren wel actief over corporate governance via de aandeelhoudersvergadering, de website en het jaarverslag. Ons onderzoek laat zien dat bijna 80% van de ondervraagde beursgenoteerde ondernemingen het afgelopen jaar door beleggers is benaderd met vragen over corporate governance. De Vereniging van Effectenbezitters wordt heel vaak genoemd. Die roert zich op aandeelhoudersvergaderingen en stuurt breiven. Maar ook de pensioenfondsen, individueel maar ook in het verband van de SCGOP (Stichting Corporate Governance Onderzoek voor Pensioenfondsen, red.). Individuele pensioenfondsen geven de voorkeur aan persoonlijk contact.’
Bij MVO zijn het vooral buitenlandse beleggers die direct de dialoog daarover zoeken met bedrijven. De Vereniging voor Beleggers in Duurzame Ontwikkeling (VBDO) volgt op de tweede plaats. Ver daarachter zitten de banken en de ethische beleggingsfondsen. Contact met niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en andere actiegroepen werden slechts door 11% van de ondervraagde investor relations officers genoemd. Maar, zo verklaart Hummels, ‘er zijn natuurlijk niet zoveel ngo’s die zich als aandeelhouder manifesteren. Greenpeace en het Birma Centrum doen dat soms wel.’
Bedrijven doen regelmatig onderzoek naar de identiteit van hun aandeelhouders, zo blijkt uit het onderzoek. De helft van de investor relations officers zegt dan ook een nauwkeurig beeld te hebben van hun aandeelhouders.