(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 1 september 2004).
Hoe meet je succes van duurzaam ondernemen? Daarin speelt de Dow Jones Sustainability Index (DJSI) een grote rol. In die index zijn van elke bedrijfstak de tien procent meest duurzame bedrijven van de wereld opgenomen. De competitie om in de index te komen neemt ieder jaar toe. Meer bedrijven streven er naar en de lat komt steeds hoger te liggen.
Bedrijven met een halfharde duurzaamheidsambitie komen steeds moeilijker in de DJSI. Menig bestuurder ziet dan ook met spanning uit naar aanstaande donderdag (2 september), want dan wordt de DJSI 2004-2005 gepresenteerd.
Hoe kan de grote belangstelling voor opname in de duurzaamheidsindex van Dow Jones worden verklaard? In tegenstelling tot opname in de bekende algemene aandelenindices, valt een reactie op de aandelenkoers niet snel te verwachten. Wereldwijd is niet meer dan 2,5 miljard euro direct volgens deze index belegd. Daar koop je niet zoveel voor op de internationale kapitaalmarkt. De meest voor de hand liggende verklaring voor de belangstelling is dat de DJSI een belangrijke financiële index is die iets zegt over het vertrouwen dat ‘de maatschappij’ heeft in een onderneming. En positieve signalen over dat vertrouwen worden door bestuursvoorzitters met enthousiasme verwelkomd. Want ondanks hard werken door bedrijven, toezichthouders en overheden komt herstel van vertrouwen maar moeizaam van de grond, meldt de Edelman fifth annual trust barometer.
Langzamerhand wordt echter ook het argument overtuigender dat opname in de DJSI een indicator is van een goede langetermijnbelegging. Kees Cools toonde recent op deze pagina aan dat duurzaam ondernemen voor investeerders in toenemende mate een hygiënefactor is geworden. ‘Als je het goed doet, word je er niet voor beloond, maar als je duurzaam ondernemen aan je laars lapt, wordt dat door de beurs afgestraft.’
Het is dus niet zo verwonderlijk dat de competitie om het ‘kwaliteitsstempel’ van DJSI toeneemt. Vorig jaar werden de eerste gevolgen van deze competitie duidelijk doordat enkele vooraanstaande internationale bedrijven uit de index vielen. Dit kwam niet zozeer doordat ze minder waren gaan presteren, maar vooral doordat de concurrentie harder had gelopen. Want de DJSI is een index die wordt samengesteld op basis van relatieve duurzaamheidsprestaties. De lat van de DJSI ligt daardoor elk jaar hoger, dus gelden de normale spelregels van concurrentie. En aangezien je als bedrijf alleen controle hebt over je eigen prestaties, leidt dit tot een voor de hand liggende conclusie. Als je erbij wilt horen is er eigenlijk geen andere keus dan voluit met duurzaamheid aan de slag gaan. Maak duurzaamheid onderdeel van je strategie en operationele activiteiten, investeer in oprechte relaties met je stakeholders, stel vragen over de impact van je activiteiten, wees transparant over je prestaties en je twijfels. Als je inzet op middelmatigheid, neem je een ‘hygiënerisico’.
Donderdag wordt duidelijk welke Nederlandse bedrijven harder hebben gelopen en hoger hebben gesprongen dan hun concurrenten in de jaarlijkse duurzaamheidscompetitie. Ongeacht de klassering is één ding duidelijk: rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Doorgaan dus!
René Kim en Wouter Scheepens zijn partners van Triple Value Strategy Consulting.