(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 25 september 2004).
Maatschappelijk verantwoord beleggen heeft zich in het afgelopen decennium sterk ontwikkeld. Maar helemaal volwassen is het specialisme nog niet. Naast vernieuwers lopen er profiteurs rond die met té gemakkelijke analyses een graantje willen meepikken. Wat een onderneming duurzaam maakt, is trouwens lastig te bepalen. Accountingmethoden en researchstandaarden zijn inmiddels al sterk verbeterd, maar er valt nog het nodige op af te dingen. Er is wel een groeiend inzicht in de rendementen en het lijkt er op dat duurzaam beleggen tot betere opbrengsten leidt.
Bij het publiek is de interesse in duurzaam beleggen nog beperkt, maar bij private banks en institutionele beleggers is de benadering ingeburgerd. Er zijn steeds meer grote effectenhuizen die zogenoemde SRI (social responsible investing) analisten in dienst hebben. In Europa worden HSBC en Dresdner Kleinwort Wasserstein als toppers gezien en in Nederland onder andere mijn werkgever Iris.
Bij aanbieders van beleggingsfondsen staan Triodos en ASN bekend om hun strenge selectie op duurzaamheid, waardoor een klein maar tot dusverre goed presterend beleggingsuniversum overblijft. Voorts heeft Triodos een duurzaam vastgoedfonds. ABN Amro en ING staan bekend om hun relatieve benadering: selectie van de beste fondsen per bedrijfstak. Dexia spant de kroon waar het gaat om het aanbieden van een bijna volledig productengamma met aandelen-, obligatie- en regiofondsen. Robeco valt op door naast een wereldwijd beleggend ‘best in class’-fonds ook een duurzaam private equity-fonds aan te bieden.
Nieuwe producten komen er ook. Eerst legde iedere aanbieder zich toe op aandelenfondsen. Nu zijn er steeds meer duurzame obligatiefondsen die beleggen in die bedrijven en overheden die de duurzaamheidstoets doorstaan. Sterk in opkomst zijn tevens duurzame private equity-fondsen, van waaruit vernieuwende technologieën voor een duurzame samenleving worden gefinancierd. Daarnaast is er veel aandacht voor ‘micro finance’: het verstrekken van leningen en andere financiële diensten aan micro-ondernemers in ontwikkelingslanden.
Duurzame hedge funds
Tot slot verwachten we snel meer exotische producten als emissierechtenfondsen die inspelen op de Kyoto-afspraken en verhandelbare emissierechten en duurzame long-short hedge funds. Vooral die laatste ontwikkeling kan interessant zijn omdat telkens de vraag blijft opkomen of duurzaam beleggen loont. Een strategie die duurzame leiders koopt en duurzame treuzelaars verkoopt, zou dat inzichtelijk kunnen maken.
Hoe zit het nu met dat rendement? Daar wordt steeds meer onderzoek naar gedaan. Alvorens daar op in te gaan eerst een paradox. Kijkend vanuit de individuele onderneming kan het haast niet anders dan dat duurzaamheid loont. Efficiënt produceren is goed voor het milieu en leidt tot lagere kosten. Blije werknemers zijn productiever. Tevreden stakeholders zijn de beste reclamemakers. Ethisch ondernemen verlaagt de kans op juridische claims.
Door het vraagstuk te bekijken vanuit de keuzevrijheid van beleggers dringt zich echter een andere conclusie op. Een belegger met voorspelkracht is immers gebaat bij een zo groot mogelijke keuzevrijheid. Maar duurzaamheidscriteria zorgen juist voor een kleiner universum en dan worden vast ook beurslievelingen misgelopen.
Het vergelijken van de resultaten van duurzaam beleggen met de standaard benadering is niet eenvoudig. Om de opbrengsten te vergelijken moet immers worden gecorrigeerd voor markt, sector en bijvoorbeeld de grootte van de onderneming. Nadat de methodiek van sommige onderzoekers aanvankelijk enigszins discutabel was, staat nu een aantal goede onderzoeken tot onze beschikking. Helaas leiden ze niet allemaal tot dezelfde conclusie. Er zijn uitkomsten die er op wijzen dat duurzame ondernemingen iets minder presteren op de beurs, maar iets vaker is de conclusie juist positief. Voorzichtig kunnen we dus vaststellen dat duurzaam beleggen in beperkte mate bijdraagt aan betere beleggingsresultaten.
Terug naar onze paradox. Individuele bedrijven die duurzaam opereren, merken dat zeker in hun resultaten. Maar het is wel lastig om te bepalen welke bedrijven nu echt duurzaam zijn. Bedrijven als Ahold , Enron en Shell, die in de jaren negentig bekendstonden als duurzame leiders, hebben hun goede reputatie wat dat betreft behoorlijk zien afnemen.
Ook beleggers hebben niet vaak de voorspelkracht die men zich zou wensen. Gewoon de beste bedrijven selecteren is een enigszins naïeve illusie.
Een zorgvuldige selectie van bedrijven op basis van duurzame criteria helpt beleggers op weg op hun zoektocht naar een goed rendement en dat is winst. Het ei van Columbus is het niet. Voorspellen blijft moeilijk, zeker als het om de toekomst gaat.
Ronald Wuijster is hoofd Research bij Iris, het gezamenlijk onderzoeksbureau van Robeco en Rabobank. Het artikel is op persoonlijke titel geschreven.