In Europa en Noord-Amerika is het laatste decennium steeds meer interesse ontstaan in duurzaam beleggen. Hieronder verstaat men beleggingen die onder andere worden gedaan in bedrijven of projecten die geen negatieve impact hebben op het milieu of de maatschappij.
Voor velen wordt dit gedaan uit ideële overwegingen, maar steeds vaker blijkt ook dat er een positieve relatie is tussen de duurzame en de financiële resultaten van ondernemingen. Het rendement van investeringen in duurzame bedrijven is veelal gelijk aan het beursgemiddelde. De verwachting is dat op termijn de meeste duurzame beleggingen zelfs een hoger dan gemiddeld rendement gaan opleveren.
Dat is logisch want een goed milieubeleid bespaart grondstoffen en energie. En dus kosten, zeker in een tijd met een olieprijs die voorlopig niet zal zakken. Bovendien worden milieurisico’s en dus toekomstige aansprakelijkheidsrisico’s verminderd. Verder zal een bedrijf met een goed milieu- en sociaal beleid sneller het vertrouwen winnen van overheden en andere belanghebbenden bij uitbreidingen en investeringen.
De meeste beleggers investeren op duurzame wijze via een beleggingsfonds. Duurzame beleggingsfondsen onderscheiden zich doordat zij een potentiële belegging eerst beoordelen op een aantal duurzaamheidcriteria en daarna pas naar de financiële resultaten kijken. Dit beoordelen en selecteren is niet eenvoudig en nog volop in ontwikkeling. Vooral de beschikbaarheid van relevante en transparante informatie van bedrijven laat nog vaak te wensen over. De maatschappelijk druk om transparante informatie te leveren wordt echter steeds groter.
Aan de kant van de investeerders was lange tijd geen standaardisatie van de eisen die werden gesteld aan duurzame beleggingen. Een belangrijke ontwikkeling om dit te veranderen, is het Global Reporting Initiative (GRI) dat een wereldwijde standaard behelst waar een duurzaamheidverslag van een bedrijf aan moet voldoen. Dit verslag omvat zowel de milieu- als de sociaal-ethische en economische prestaties van een onderneming.
Beleggingsmogelijkheden
Duurzaam beleggen kan op vele manieren en in vele producten. Een bekend voorbeeld is het houtfonds. In Nederland werden de eerste houtfondsen al in 1989 opgericht. De meeste van deze fondsen beleggen in teakplantages (bijvoorbeeld in Costa Rica). Er was echter veel kritiek op de diverse houtfondsen. Enerzijds omdat de voorspelde rendementen als onrealistisch werden beschouwd, anderzijds omdat het duurzame karakter in twijfel werd getrokken. Zo zou er sprake zijn van monocultuur op de plantages.
Inmiddels is er een internationaal toonaangevend keurmerk ontwikkeld voor duurzaam bosbeheer welke onder beheer staat van het Forest Stewardship Council (FSC). Er zijn verschillende fondsen beschikbaar die beleggen in FSC-gecertificeerde bossen- of bosbouwmaatschappijen. Deze FSC-projecten komen zowel voor in bijvoorbeeld Scandinavische landen als ook in Costa Rica en het Amazone-gebied. Deze fondsen kunnen wel degelijk tot duurzame beleggingsproducten worden gerekend.
Als tropisch land met een steeds beter worden eco-imago zou ook Suriname actief kunnen worden in deze markt. Er zijn voldoende in onbruik geraakte plantages die opnieuw beplant zouden kunnen worden met tropisch hardhout. Hierdoor zou op termijn niet alleen het kappen van het bestaande regenwoud vertraagd of tot stilstand kunnen worden gebracht, het zou er zelfs voor kunnen zorgen dat het beboste oppervlakte van Suriname toeneemt! Daarnaast zou er een duurzame houtkapindustrie ontstaan die, omdat het bijvoorbeeld FSC-gecertificeerd is, hogere prijzen voor haar producten kan vragen op de wereldmarkt.
Fiscale steun
In het Nederlandse belastingstelsel, maar ook in die van andere landen, is groen beleggen vaak vrijgesteld van vermogensheffing en krijgt de belegger ook nog een heffingskorting. Dankzij de fiscus kunnen groene beleggingsfondsen ook een iets lager tarief vragen voor kredieten die zij verstrekken aan milieuvriendelijke projecten, waardoor zij milieuvriendelijke projecten beter kunnen stimuleren.
Het geld uit een groenfonds moet voor minstens zeventig procent worden geïnvesteerd in projecten met een zogeheten groenverklaring. Het resterende deel mag ‘gewoon’ worden belegd. De groenverklaring wordt verstrekt aan projecten die de ontwikkeling of instandhouding van bos, natuur en landschap tot doel hebben, of voor projecten op het gebied van biologische landbouw, duurzame energie en duurzaam bouwen.
Suriname biedt fantastische mogelijkheden voor het opzetten van duurzame bedrijven, in het bijzonder op het gebied van biologische landbouw, duurzame energie (denk aan biomassa) en duurzame bosbouw. Indien de overheid dit ook (fiscaal) facilieert, kan Suriname veel ‘groen’ kapitaal aantrekken en de economie een duurzame impuls geven.
© Drs. Benjamin R.H. Bremmer, InCar Trust (bremmer@incartrust.com)
InCar Trust is het aanspreekpunt voor Sares Invest in Suriname en het Caribische gebied