Om het jaar van het microkrediet 2005 niet onmiddellijk uit de herinnering te laten verdwijnen, organiseert ING vandaag een conferentie over de rol die internationale banken in de ontwikkeling van deze financiële dienstverlening. Ter gelegenheid van de bijeenkomst heeft ING in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken door de Universiteit Nyenrode een onderzoek laten doen naar wat de internationale banken kunnen betekenen in deze wereldwijd groeiende sector.
Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat de beste microkredietstrategie een combinatie van maatschappelijke betrokkenheid en oog voor commerciële ontwikkeling is. Die maatschappelijke betrokkenheid kan een financiële investering in een microfinance institution (MFI) zijn. Ook het afvaardigen van werknemers die de MFI helpen met het opzetten van een goede logistiek voor de kredietverlening of de boekhouding valt onder die categorie.
Ludo Wijngaarden, bestuursvoorzitter van Nationale-Nederlanden en verantwoordelijk voor het microkredietinitiatief bij ING, vindt dat het onderscheid tussen geld verdienen aan dit soort initiatieven en maatschappelijke verantwoordelijkheid gescheiden moet blijven. ‘Ik heb persoonlijk moeite met het idee geld te verdienen aan mensen die zo arm zijn als de mensen in ontwikkelingslanden, die aangewezen zijn op microkrediet. Toch vind ik microkrediet een heel mooie vorm, omdat je mensen aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid. Zo kunnen ze laten zien dat ze iets waard zijn en zo respect veroveren.’ Wijngaarden sluit niet uit dat in de toekomst het microkrediet ook commerciëler zou kunnen. ‘Misschien als onderdeel van de commerciële bank die we nu al in Zuid-India hebben, ING Vysya bank, maar dat kan nog heel lang duren.’
ING heeft voor 2006 drie doelstellingen voor microkrediet. Zo is er een microkredietfonds van Oikokredit dat meer beleggers kan gebruiken. Wijngaarden heeft zelf een keer een avond in het callcenter gezeten om het fonds te verkopen. ‘Op de Postbank-manier’, zegt hij lachend.
Ten tweede wil ING meer mensen binnenshuis en buitenshuis laten kennismaken met microkrediet. Wijngaarden: ‘Daarvoor hebben we de awarenessclub ING Microfinance Support opgezet. We willen laten zien dat het anders is dan anders en dat het een belangrijke bijdrage kan leveren. Dat het iets is waar wij achter staan. Dat betekent in de praktijk dat onze werknemers zich kunnen inzetten om MFI’s te helpen met hun kennis. Ik ben elke keer onder de indruk hoe de mensen zich 100% inzetten om in Montenegro of in Zuid-Amerika hun kennis te delen. Dat is niet een vakantietje. Ik ben ook ingehuurd als ambassadeur om hier en daar wat dingen glad te strijken. Niet alle directeuren hier in huis zijn altijd even blij dat hun goede mensen dit soort dingen doen. Wij willen vanuit het ING-management laten zien dat we dit soort dingen ondersteunen.’
De belangrijkste conclusie aan het slot van het jaar van het microkrediet was de noodzaak tot een enorme schaalvergroting, maar wel op een professionele manier. ‘Daar zijn de grote internationale financiële instellingen en de lokale banken bij nodig’, zegt Gera Voorrips, programmamanager van ING Microfinance Support. ‘Wij wilden met het onderzoek in kaart brengen wat er nu eigenlijk gedaan werd. Er wordt wel veel geroepen over microkrediet, maar wie is allemaal echt actief. Duidelijk is dat we nog in de beginfase zitten’.
Frans-Paul van der Putten, onderzoeker bij European Institute for Business Ethics van Nyenrode, interviewde voor het onderzoek elf internationale banken en sprak met een aantal microkredietexperts daarom heen. Hij keek naar drie aspecten: de stand van zaken, de succesfactoren op lokaal niveau en de rol van de (lokale) overheid. Hij was verrast door veelheid van activiteiten en de internationale spreiding van de spelers. ‘De Amerikaanse Citigroup is een pionier. Dat zou je niet verwachten, maar ze is al erg lang bezig. Nagenoeg alle banken kiezen voor de duale aanpak en dat is de belangrijkste conclusie van het rapport. De strategie is investeren in een lokale MFI vanuit de gedachte van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er wordt niet onmiddellijk een marktconform rendement verwacht.’
Of de schaalvergroting door grotere investeringen van de internationale banken leidt tot een verlaging van de kosten, die dan weer kan leiden tot lagere rente voor de microkredietklanten, is de vraag. ‘Het zou kunnen’, zegt Voorrips, ‘maar dan moet ook de efficiency en de manier van werken van de MFI’s verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld door het gebruik van computers.’
Van der Putten ziet voor de toekomst een uitbreiding van het soort en aantal producten. ‘HSBC heeft een businessmodel, waarbij de bank intensiever gaat samenwerken met de MFI’s om naast microkrediet, microverzekeringen en spaarproducten aan te bieden. ‘Die producten zijn dan van HSBC en de MFI treedt dan op als een soort agent en kan daarvoor bijvoorbeeld een fee krijgen. Ik denk dat dit model gevolgd gaat worden door andere banken.’
Een markt met de potentie van euro 1 mrd omzet
‘Een miljard te verdienen?’ dat is de titel van het onderzoek uitgevoerd door Universiteit Nyenrode in opdracht van ING en het ministerie van Buitenlandse Zaken. De banken die meededen: ABN Amro, Barclays, Citigroup, Commerzbank, Credit Suisse, Deutsche Bank, HSBC, ING, Rabobank, Société Générale en Standard Chartered. De banken zijn niet geografisch gebonden aan een regio.
De beste strategie is het investeren in lokale microfinance instellingen (MFIs) met kennis en financiële middelen. Daar zit de lokale kennis van de markt en zijn de mensen die het arbeidsintensieve werk van het lenen van kleine bedragen en innen van de betalingen kunnen doen.
De lokale overheden kunnen een belangrijke rol spelen bij het laten groeien van microkrediet. Nu nog gelden strenge eisen voor het combineren van sparen en lenen. Met de betrokkenheid van internationale en lokale banken zou het omvalrisico van zwakkere MFIs verkleind kunnen worden. De bank kan garant staan voor het risico. Of de rentetarieven omlaaggaan door meer concurrentie is de vraag. Ondanks het hoge terugbetaalpercentage is het duur krediet.
Het onderzoek breekt ook een lans voor partnerschappen tussen internationale banken en grote niet-financiële bedrijven, met name in de IT en telecom.