Geld alleen heeft geen waarde

Directievoorzitter Peter Blom werkt al 25 jaar voor zijn bank. ‘Triodos en ik zijn met elkaar opgegroeid. Als de bank toe is aan iets nieuws, ben ik dat ook, zo is de afgelopen jaren gebleken. Als dat niet meer zo is, dan stap ik op’

Peter Blom is vijftig jaar geleden geboren in Leiden. Op de middelbare school maakte hij, zo bleek onlangs tijdens een reünie, een onuitwisbare indruk op zijn geschiedenisleraar. ‘Hij wist zich na dertig jaar nog te herinneren dat ik een grote interesse had in het anarchisme en een werkstuk had gemaakt over Kropotkin.’ Pjotr Kropotkin (overleden in 1921) was een Russische geograaf en legde de theoretische basis voor het pacifistisch anarchisme en zette zijn theorie van de ‘wederzijdse hulp’ tegenover de ‘survival of the fittest’ van Darwin.

Toch blijkt al jong dat achter de filosofische anarchist ook een ondernemer met een sociaal hart schuilgaat. ‘Op de middelbare school, het keurige Rijnlands Lyceum in Oegstgeest, opende ik een dependance van de Wereldwinkel. Ik verkocht koffie van de paters uit Mozambique, suiker en snuisterijen. Niet om voor mezelf geld te verdienen, maar omdat ik vond dat ik iets moest doen voor de goede zaak. Ik weet nog dat ik me afvroeg wat ik met de winst moest doen. Want ik had mijn producten niet tegen de kostprijs verkocht, maar met een marge. Wat dat betreft zat het ondernemerschap er al vroeg in. Maar ik was er niet van overtuigd dat ik zelf recht had op de winst. Voor mij is dat nog steeds een authentieke ervaring. Vandaag de dag zou wel wat meer nagedacht mogen worden over wie de winst eigenlijk toebehoort. De ondernemer zelf met zijn creativiteit? De aandeelhouders die het risico durfden te nemen? De toegewijde medewerkers? Of de trouwe klanten? Kortom, waar komt de winst echt vandaan. Het zoeken naar een antwoord zou ook de vraag kunnen beantwoorden op welke wijze de winst zou moeten worden besteed. Overigens is dat geen idealistisch gefantaseer meer. Vooral ondernemers voelen dat intuïtief goed aan, aandeelhouders helaas een stuk minder.’

‘Het is ook een ervaring die te maken had met die tijd, begin jaren zeventig’, gaat Blom verder. ‘We waren als middelbare scholieren en later als studenten helemaal niet bezig met geld verdienen. Wij kregen thuis ook nooit geld voor de klusjes die we als kinderen moesten doen. Het was vanzelfsprekend dat we die deden zonder betaling. Ik weet niet meer wat ik nu uiteindelijk met het verdiende geld heb gedaan. Misschien wel gewoon weggegeven aan een goed doel.’

Na de middelbare school gaat Blom economie studeren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Ik wilde naar de grote stad. Amsterdam had een grote aantrekkingskracht vanwege het grote gevoel van vrijheid en het politiek activisme dat de stad uitstraalde. Hoewel het duidelijk was dat mijn generatie het spannendste had gemist. De democratisering van de universiteit, het bevechten van de macht bij de gevestigde orde, dat hadden de babyboomers voor ons gedaan. Maar het bevechten was leuker dan het uitvoeren. Studenten-

raden en dergelijke hebben me nooit kunnen boeien.’

Hoewel Blom zich diep in zijn hart een filosoof voelt, kiest hij toch voor economie. ‘Dat leek me wel een praktische keuze en het was een vak dat je niet in Leiden kon studeren. Ik was al vrij snel op de studie uitgekeken. Niet alleen omdat het zo weinig aansloot bij hoe ik over economie dacht, maar ook omdat ik met zoveel andere dingen bezig was, zoals het opzetten van een café in de Huidenstraat.’

Dat biologisch-vegetarisch eetcafé de Bast zorgde ervoor dat Peter Blom in 1977 in contact kwam met de stichting Triodos. Triodos was toen nog geen bank, maar een bemiddelaar tussen bemiddelde antroposofen en maatschappij vernieuwende initiatieven. ‘Ik had geld nodig voor de verbouwing van mijn café en natuurlijk had geen enkele reguliere bank fiducie in het verstrekken van een lening aan zo’n stelletje maatschappijkritische studenten.’ Hij kreeg zijn lening van de stichting en raakte gecharmeerd van de ideeën van de mensen die erachter zaten. Vijfentwintig jaar later kan Blom nog steeds fel en met enthousiasme het gedachtegoed uitdragen dat geleid heeft tot de oprichting van Triodos Bank. ‘Geld is geen doel op zich. Geld is een instrument om niet alleen praktische zaken maar ook fundamentele maatschappelijke veranderingen te realiseren . Geld heeft ook een spirituele dimensie. Het heeft als je het koppelt aan de vermogens van mensen een enorme potentie. En het schept verantwoordelijkheid, niet alleen als je het besteedt voor consumptiedoeleinden maar ook als je spaart of belegt. Dat is het kernbedrijf van Triodos Bank, zichtbaar maken en mogelijkheden scheppen om aan die verantwoordelijkheid inhoud te geven. En het gaat verder dan financieel rendement.’

Dat vinden de certificaathouders van de Triodos Bank ook. Die zijn heel blij met de mooie winst- en groeicijfers maar stellen Blom en zijn commissarissen regelmatig de vraag of dat niet ten koste gaat van de maatschappelijke vernieuwing . ‘Onze beleggingsfondsen doen het beter dan de meeste traditionele beleggingsfondsen. Het is een luxe positie. Maar ik voel me, net als onze aandeelhouders, er soms een beetje ongemakkelijk bij. Niet omdat we te weinig zouden doen met het investeren van duurzame initiatieven en projecten, maar omdat het ook te maken heeft met de manier waarop we afgesproken en geleerd hebben de dingen te waarderen. Waarom is een biologisch bedrijf dat in financiële termen minder rendeert minder waard dan een hoog renderende maar veel minder duurzame onderneming. Die waardering is een ander soort economie. Wij willen bijdragen aan een economie die uitgaat van een veel breder waardebegrip. Dan kom je dichterbij wat vandaag de dag duurzame ontwikkeling heet’, aldus Blom. ‘Dat is overigens heel wat anders dan een gelikt duurzaamheidsverslag te publiceren’, wil hij toch even kwijt.

Op het eerste gezicht lijkt zo’n maatschappelijke verandering meer een taak van de overheid en de ngo’s en niet voor een particuliere bank met aandeelhouders met een winstdoelstelling. Toch wel. Onlangs heeft David Porteous van de Harvard Business School met zijn onderzoek onder drie banken, waaronder Triodos Bank, dat nog eens aangetoond. Je hoeft geen door de Staat ondersteunde of gefinancierde bank te zijn om een sociale doelstelling te realiseren, was zijn conclusie. ‘Een nog altijd wijdverbreid misverstand, ook bij de Harvard boys and girls’, constateert Blom.

Met een balanstotaal van ruim 1 miljard euro, een nettowinst van 5,3 miljoen euro en meer dan honderdduizend klanten in 2005 zou het volgens Blom en de zijnen niet verstandig zijn om te vertrouwen op de automatische groei van de groep van mensen die duurzaam willen bankieren. Ook voor Triodos Bank geldt de wet van stilstaan is achteruitgang en begeeft de bank zich op nieuwe markten en nieuwe producten. Blom: ‘We willen een volwaardige bank worden, met om het simpel te zeggen bankpasjes en hypotheken. Dat draagt bij aan het gevoel van onze klanten dat het hun bank is. Ik wil graag dat de bank blijft groeien en tegelijkertijd de rol als vernieuwer kan vasthouden. Nu zit de bank qua grootte nog tussen servet en tafellaken. Dat maakt het soms lastig opereren. Het is mijn taak om daar iets aan te doen.’

Een van de stappen is verdere internationale uitbreiding. Na Nederland, België, Verenigd Koninkrijk en Spanje heeft Triodos nu in Duitsland en de VS, om precies te zijn Californië, voorzichtige stappen gezet. ‘In Duitsland hebben we nu een agentschap en in de VS willen we aandeelhouder worden in de New Resources Bank. Ik ben zeer geïnteresseerd in de ontwikkelingen in de VS. Mensen zijn daar veel ondernemender dan in Europa, maar hebben toch ook een sterke betrokkenheid bij en grote inzet voor de gemeenschap. Ik denk dat we in Europa daar ook naar toe gaan. Maar wij moeten nog leren dat de overheid niet alle verantwoordelijkheid hoeft te dragen. Ik ben wel voor een sociaal vangnet maar met veel ruimte voor sociaal ondernemerschap. ‘

Ondanks alle groei en vernieuwingen bij de Triodos Bank zit Blom nog steeds comfortabel op zijn directeursstoel. ‘Een bank als deze leiden is gewoon leuk. Een heleboel ballen in de lucht houden en toch met beide benen op de grond blijven staan. Het bewegen tussen maatschappelijke vraagstukken van de lange termijn en de dagelijkse bedrijfsproblematiek. Met dat spanningsveld omgaan en daar ook balans en rust in aanbrengen, is voor mij inspirerend. Het zijn het soort vraagstukken waar ieder mens in feite mee worstelt. Ook dat is een belangrijke dimensie van mijn baan. Ik was achttien jaar geleden een van de jongste bankdirecteuren. Ik heb het bankierschap nooit gezocht of geambieerd, maar Triodos is nu eenmaal de bank die bij mijn manier van denken en mijn gevoel past. Het grootste geluk dat ik met mijn werk hier heb gehad, is dat de bank en ik samen op gingen in de ontwikkeling en dat ik daar ook de ruimte en het vertrouwen voor heb gekregen. Ik heb daarom een heel korte cv en geen behoefte om wat anders te doen. Maar mocht ik merken dat ik niet meer bij de bank en haar ontwikkeling pas, dan stap ik op.’

Blom heeft naast zijn baan als directeur nauwelijks andere (onbezoldigde) functies. ‘Ik ben daar niet zo voor. Deze baan vraagt heel veel. Bovendien kan ik als bankdirecteur niet in de raad van commissarissen van een klant zitten. Dan zou het bijna iets moeten worden als de raad van toezicht van bijvoorbeeld het Concertgebouw. Maar ik hou niet zo van al die plichtplegingen. Mijn vrouw Marilou is daar veel beter in. Ik ga liever incognito naar een concert van de werken van Sjostakovitsj of naar Trijntje Oosterhuis luisteren in plaats van ook daar weer wat te moeten besturen.’

Een doorsnee werkdag van Blom begint om half acht en meestal werkt hij dan door tot een uur of zeven. Gemiddeld werk ik zo’n zestig à zeventig uur per week. Ik heb geen kinderen en mijn vrouw maakt ook vele uren voor Triodos, dus er is niemand die klaagt. Ik probeer mijn werkweek evenwichtig te verdelen tussen binnen en buiten. Dat betekent dat ik probeer minstens twee dagen, liefst drie, op de bank te zijn. Ik ben onder meer verantwoordelijk voor de strategie en de ontwikkeling van de bank, waarvoor ik veel contact met het senior management in de verschillende landen en de business-units heb.

Ik ben regelmatig op pad. Ik probeer te combineren en ook de markt en klanten te zien. Zo was ik onlangs bij ons agentschap in Duitsland en dan ga ik gelijk naar de Biofach in Neurenberg, de grootste beurs in de wereld voor biologische landbouw. Naar de VS probeer ik zo’n 1 à 2 keer per jaar te gaan. Mijn doel is om me minder met de operationele zaken te bemoeien en veel meer te richten op de toekomst en de strategie. Mijn streven is om ondernemerschap, management en leiderschap te combineren. Ondernemerschap zit in het bloed, management heb ik moeten leren en waarderen, leiderschap kan je niet afdwingen, is mijn ervaring. Dat heeft te maken met wie je bent en of je zichtbaar kan maken in welke context, in welk proces een onderneming staat. Als dat lukt, dan is dat voor zowel je omgeving als jezelf een enorme kracht.

Als Triodos Bank heb je ook te maken met maatschappelijk verantwoord ondernemen als hype. We waren voorlopers in de investeringen in windenergie en microkrediet. En daar zijn we nog steeds toonaangevend in. Door het jaar van het microkrediet wil nu ineens elke bank wat doen op dat terrein. Het lijkt nu ook net alsof microkrediet het wondermiddel en de oplossing is voor alle problemen in ontwikkelingslanden. Maar het kan een risicovol avontuur zijn. We zijn bijvoorbeeld in Georgië de mist in gegaan door fraude van het management en falend toezicht van onder andere de Georgische centrale bank. Ook dat geluid moet je laten horen, om te voorkomen dat het onderwerp gaat zweven.’

Als middelbare scholier protesteerde Blom begin jaren zeventig bij de kerncentrale van Kalkar. ‘Dat ging goed georganiseerd. Met zijn allen in de bus naar de grens.’ Wat Blom op dit moment het meeste stoort in de discussie over kernenergie is dat de discussie zo beheerst wordt door angst. ‘Het probleem met CO2 is nu eindelijk tot iedereen doorgedrongen en nu moeten we opeens massaal aan de kernenergie. Want we zouden eens zonder elektriciteit kunnen komen te zitten. Wat houdt ons tegen om gewoon wat zuiniger met energie om te springen? Bovendien is kernenergie ook niet helemaal CO2-uitstootvrij en is het qua duurzaamheid toch van de regen in de drup.’

Zelf rijdt Blom in een Audi A6, niet echt een duurzame auto. ‘Ik zit nu eenmaal veel op de weg en ik meen het daarom te kunnen verantwoorden. Maar je raakt wel een gevoelige snaar voor iemand die een duurzaam en verantwoord leven wil leiden.’

MARLEEN JANSSEN GROESBEEK

Share Button