Van drummer tot bankdirecteur. Toch voelt Jeroen Jansen van ASN Bank zich geen echt zondagskind. ‘Meer een kwestie van in beeld komen op het juiste moment’, zegt hij zelf. Gecombineerd met een gezonde dosis ambitie en idealisme
Hij was drummer in een redelijk succesvolle popband voor feesten en partijen en wilde journalist worden. Maar begin jaren tachtig wilden veel meer mensen dat. In afwachting van zijn inloting aan de School voor de Journalistiek in Utrecht ging Jeroen Jansen bij de net opgerichte Triodos Bank werken. ‘Bart Jan Krouwel, nu directeur Duurzaamheid & Maatschappelijke Innovatie bij de Rabobank, was toen de eerste directeur. Ik heb een halfuurtje met hem gepraat en ondanks mijn gebrek aan bankervaring werd ik aangenomen. Bart Jan wilde mondige mensen die het leuk vonden te pionieren, enthousiast waren en de handen uit de mouwen staken. Toen ik uiteindelijk in Utrecht werd ingeloot, koos ik voor de bank. Het was een geweldige tijd. Keihard gewerkt, veel gelachen en veel geleerd.’
Voor Jansen is de grootste openbaring uit die periode de macht van het geld. ‘Ik wist natuurlijk al dat geld macht betekende, maar dat je op zo’n directe manier met geld de samenleving in een richting kan sturen – dat idee heeft mij toen echt gegrepen. Geld is een bijzonder goedje. Ik kreeg daar in de gaten hoe de geldstromen de wereld bepalen, welke rol de banken daarin spelen en dat dat een hele slechte kan zijn. Maar ik zag ook hoe je met een private organisatie, in mijn geval een bank, je kunt inzetten voor het publieke belang.’
Triodos Bank was voor Jansen met zijn bevlogenheid de ideale plek om de eerste stappen in het bankenvak te zetten, maar na tien mooie jaren begon het toch te kriebelen. ‘Ik had behoefte aan frisse lucht. Al die gelijkgestemden geeft een familiegevoel, maar is op den duur ook wel erg benauwend. Ik vond toen en vind nog steeds dat de idealen van duurzaam bankieren op een veel bredere schaal toepasbaar zijn.’
Duurzame beursindex
Het is dan 1994. Er zijn dan nog geen grote commerciële banken die al bezig zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzaamheid. Ook verzekeringsmaatschappij Reaal is daar niet bewust mee bezig. Maar de instelling heeft wel twee dochters die zich toeleggen op duurzaam vermogensbeheer en beleggen: ASN Bank en de Hollandse Koopmansbank (het latere SNS Asset Management).
Jansen: ‘HKB deed al het vermogensbeheer van de vakbonden, een erfenis van Reaal. Daarnaast deden de analisten van HKB actief onderzoek naar bedrijven om in te kunnen beleggen op basis van ethische criteria bestemd voor het ASN Aandelenfonds. Ik kreeg de taak het maatschappelijke profiel van HKB meer vorm te geven met als doel meer maatschappelijke organisaties binnen te halen als klant. Daarnaast moest ik meer ruchtbaarheid geven aan het "product" ethische research, wat door HKB gedaan werd.’
Een van de projecten die daar uit voortkwamen was de ASN Source Index. De eerste Nederlandse duurzaamheidsindex gebaseerd op het universum van aandelen waarin het ASN Aandelenfonds in belegde. ‘Source stond voor Source Magazine. Dat was het eerste blad in Nederland over duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het blad was zijn tijd ver vooruit, een beetje te ver zelfs, en toen het opgeheven werd, verhuisde de index naar het dagblad Trouw. Maar die heeft he-
laas geen ruimte meer. We zijn op zoek naar een nieuw tijdschrift of krant die zich aan de index wil verbinden. ‘
Het was bij Triodos pionieren, maar dat was het bij de HKB nog meer. ‘Er was veel discussie over de ethische criteria en het onderzoek. Het besef dat een bedrijf ook niet-financiële risico’s liep en bepaalde bedrijfsactiviteiten slecht voor het milieu en de mensen zouden kunnen zijn, dat werd gezien als een mening, niet als een feit. In die tijd zijn we ook overgestapt op de term duurzaam in plaats van milieuvriendelijk. Die term was voor veel mensen neutraler en objectiever. En als iets objectief is dan kun je het meten.’
In samenwerkingsverband ontwikkelde de HKB een waarderingsmethodiek om het strategisch milieubeleid van ondernemingen te waarderen voor beleggingsportefeuilles van institutionele beleggers. ‘Daarmee hebben wij een belangrijke impuls gegeven aan het verder volwassen worden van duurzaam vermogensbeheer en het duurzame beleggen, aldus Jansen. ‘We begonnen ook met een institutioneel beleggingsfonds, het Return on Environment Fund. Ik heb zelf nog de brochure er- voor geschreven. Het blijft bijzonder dat ik bij HKB en later SNS Asset Management de vrijheid kreeg om dat allemaal te doen.’
Na de fusie tussen SNS en Reaal in 1998 verandert HKB in SNS Asset Management, en Jeroen Jansen uiteindelijk van baan. ‘Ik ging van de vermogensbeheerder naar de Groep en tevens een dag per week de directie van ASN Bank ondersteunen. In de Groep had ik een soort adviesfunctie voor de raad van bestuur als het ging om duurzaam ondernemen.’
Bij ASN Bank en SNS Asset Management ging de ontwikkeling van duurzaam beleggen erg goed, maar maatschappelijk verantwoord ondernemen kwam bij SNS Reaalals geheel begin 2000 nog niet overal even goed van de grond. Mensen in Jansens omgeving betitelden zijn ambities op dat terrein wel eens als onmogelijk. Hij is zelf daar een stuk laconieker over. ‘Vanwege de achtergrond van SNS, een regionale bank, was er in de kern een heleboel maatschappelijke betrokkenheid aanwezig. Ik heb altijd veel commitment voor mvo en duurzaamheid geproefd bij mensen binnen SNS Reaal. Maar er moest meer lijn in komen, het moest zichtbaarder worden gemaakt. Mijn belangrijkste taak in het begin was de bewustwording intern te vergroten, een goed intern milieubeleid op te zetten en de onderlinge samenwerking op het gebied van duurzaam beleggen te verbeteren. Tevens praatte ik de raad van bestuur bij over de ontwikkelingen op mvo -gebied, een soort van issue-management. Ach, ik heb nooit bezwaar tegen een wat sleurende rol gehad.’
Toch moet het voor Jansen een ‘geschenk’ zijn geweest dat hij zich toen ook al met de activiteiten van ASN Bank mocht bemoeien. ‘Vanwege mijn ervaring bij de HKB was ik de ideale persoon om de belangen van de ASN Beleggingsfondsen bij SNS Asset Management te behartigen. Ik vind het heerlijk om te discussiëren over duurzame keuzes, kinderarbeid, of Ahold wel in het fonds mag. Of de criteria van de ASN beleggingsfondsen strenger of juist minder streng moeten zijn. Hoe vertaal je de duurzame missie in voortdurend actuele criteria en ook commerciële strategie, daar gaat het mij om.’
Daar hoort ook bij het antwoord op de vraag of de olie-industrie een goede sector is om duurzaam in te beleggen. ‘Van dat laatste ben ik nog steeds niet overtuigd. Ik tank ook bij Shell, maar dat betekent niet dat ik er in moet beleggen. Onze klanten zijn het daarmee eens. Dus stapt ASN Bank niet in de oliesector, maar wel in andere bedrijven die een mooie trackrecord hebben op het gebied van de ontwikkeling van de duurzame energie. Als je bezwaar hebt tegen de fossiele brandstoffen, zul je je in moeten zetten om een alternatief te vinden. We kunnen niet terug naar paard en wagen.’
Stempel drukken
In 2001 – nog voor zijn veertigste – wordt Jansen adjunct-directeur bij de ASN Bank. Vier jaar later is hij een van de twee directeuren van de bank, naast Ewoud Goudswaard. Een feestje. Eindelijk op een plek waar hij meer dan ooit in zijn bestaan een stempel kan drukken op de duurzame vooruitgang.
‘Ik wil nu eenmaal bewijzen dat duurzaam bankieren op grote schaal kan en commercieel succesvol is. SNS Reaal en met name de ASN Bank zijn een fantastische omgeving om dit succes te realiseren. De ethische en duurzame uitgangspunten van ASN Bank worden binnen SNS Reaal breed gedragen en vertalen zich in een "swingende" samenwerking die nog veel meer perspectief biedt’, aldus Jansen. De beursgang van SNS Reaal zal dat niet veranderen, denkt hij. ‘Het klinkt onbescheiden, maar ik denk inmiddels aardig te weten hoe je een dergelijke groei moet aanzwengelen, welke toon je moet aanslaan, wat de tijdgeest nu eigenlijk vraagt en hoe je de vertaling in de praktijk maakt.’
De duurzame missie van ASN Bank staat vast, de dagelijkse vertaling daarvan vraagt vooral ook heel goed luisteren naar wat je particuliere klanten nu eigenlijk echt belangrijk vinden, wat mensen hun intrinsieke motieven zijn. ‘Daar moet je naar handelen, en dat doet de ASN Bank heel consequent.’
Het zijn dan ook nog steeds vooral de particulieren die zorgen voor de snelle groei van het duurzame beleggen. Zij zijn kritisch: voor hen geen halfbakken duurzaamheid, maar ‘zware eisen’ en vooral consistent en geloofwaardig handelen.
Onlangs tekenden meer dan dertig grote internationale institutionele beleggers de de Principles for Responsible Investment (PRI). PRI is een code waarmee institutionele beleggers wereldwijd onderschrijven dat milieu-, sociale, en corporate governance-factoren invloed hebben op het beleggingsresultaat. Volgens de ondertekenaars is het dus van belang deze factoren te integreren in het beleggingsproces voor een beter rendement. Volgens Jansen een goed initiatief, maar ‘het gaat natuurlijk wel om wat er in de praktijk echt wordt gedaan, aan papieren verklaringen hebben wij geen gebrek’.
Ook is Jansen – net als de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) – niet onder de indruk van de duurzame prestaties van de grote Nederlandse pensioenfondsen. ‘Het duurzaambeleggendebat gaat steeds vaker over techniek in plaats van over mensen. Het gaat niet over kinderarbeid, fijn stof, armoede, klimaatverandering of de bio-industrie. Institutionele beleggers, pensioenfondsen, vermogensbeheerders, voeren vooral technische discussies over engagement, strategieën, duurzaamheidsverslaglegging en corporate governance. Ik geloof niet zo in engagement, het is tot nu toe allemaal veel te vrijblijvend. Bedrijven laten zich niet opvoeden door pensioenfondsen die zelf ook nog het duurzame wiel aan het uitvinden zijn, en dat is maar goed ook. De meeste ondernemingen zijn in de praktijk verder met duur-
zaamheid dan de pensioenfondsen in theorie. Je moet ze afrekenen op hun prestaties door als belegger met je voeten te stemmen.’
Jansen waarschuwt voor het gevaar dat de wereld van maatschappelijk verantwoord ondernemen een wereld op zich wordt. ‘De ene mvo -consultant laat zien nog slimmer te zijn dan de vorige. De corporate governance- en verslagleggingsspecialisten schieten als paddestoelen uit de grond. Het beste duurzaamheidverslag is bijna synoniem aan het meest maatschappelijk verantwoorde bedrijf. Het is een industrie geworden, waarbij de verpakking vaak belangrijker is dan de inhoud.’
Vorig jaar boekte ASN Bank de grootste groei in zijn 45-jarige geschiedenis. Het aantal klanten steeg naar 264.000, een groei van dertig procent. Het beheerd vermogen groeide met eenzelfde percentage tot bijna drie miljard euro. Door de groei is het aandeel van ASN Bank in de markt voor duurzame fondsen opgelopen naar bijna veertig procent. De particuliere belegger krijgt er geen genoeg van. Eind 2005 bedroeg de totale markt voor duurzame, ethische en groene beleggingsfondsen 2,5 miljard euro.
Jansen hoopt op nog meer duurzame miljarden, maar is nu al trots op de groei van ASN Bank. ‘Dat ik daar een steentje aan mag bijdragen, is enorm motiverend. Niet omdat ik eeuwig groeien als enig relevant adagium omarm, maar omdat het een afgeleid resultaat is van het consequent werken aan onze duurzame ambities.’ We willen ons inzetten voor een wereld voor morgen. Dat is niet het simpelweg herhalen van onze reclame op de radio. Ik heb twee kinderen. Ik kan hen toch niet met de rotzooi laten zitten.’
MARLEEN JANSSEN GROESBEEK