In de rubriek ‘Last Words’ van het tijdschrift voor duurzaam ondernemen P+, pleit de directievoorzitter van de Triodos Bank, Peter Blom, voor een code voor maatschappelijk verantwoord aandeelhouderschap. Het is een verrassend pleidooi gezien de groeiende invloed van een aantal private equity en hedge funds.
– U schrijft: een onderneming kan zijn aandeelhouders niet kiezen, dat moet wel tot spanningen leiden. Hoezo?
‘Ik denk dat de meeste beleggers een bedrijf kiezen niet alleen omdat ze er financieel beter van willen worden, maar ook omdat ze zich aangetrokken voelen door het soort onderneming, de activiteiten en vertrouwen in het management. Ze zijn betrokken bij het reilen en zeilen van het bedrijf. In principe kies je als aandeelhouder voor een onderneming met alles erop en eraan. Dat wil niet zeggen dat je als aandeelhouder niet kritisch mag zijn, maar je hebt toch de langere termijn voor ogen. Nu is er een nieuw soort belegger gekomen die vooral aandeelhouder wordt omdat hij het niet eens is met de strategie van het management. Eentje die snel waarde wil creëren door het bedrijf op te knippen en te verkopen. De onderneming heeft een grotere verantwoordelijkheid dan het tevredenstellen van een bepaalde aandeelhouder. Dat moet wel botsen.’
– Wat is er mis met het aandeelhouderschap van nu?
‘Aandeelhouder zijn heeft twee kanten. Enerzijds is de aandeelhouder kapitaalverschaffer, financier van de onderneming. De financier is vooral belegger die een plek zoekt voor zijn vermogen om het tijdelijke te stallen. Anderzijds is hij ook eigenaar. Je wordt automatisch mede-eigenaar van een bedrijf en dat schept een verantwoordelijkheid waaraan dit soort snelle investeerders zich ogenschijnlijk weinig gelegen laten liggen. Ik ben niet tegen de aandeelhouder. Ik vind alleen dat je als aandeelhouder niet zomaar in een bedrijf kunt stappen, het helemaal op zijn kop zet of in stukken hakt en met schulden achterlaat, en vervolgens er weer uit stapt om snel winst te maken. Dat is onverantwoordelijk. Ik vind dat we te weinig discussiëren over de rol van de aandeelhouder en zijn verantwoordelijkheden.’
– Maar als een bedrijf geen zin heeft in activistische aandeelhouders, dan gaat het toch niet naar de beurs?
Voor kleine en middelgrote bedrijven is dat zeker een optie. Zij vinden betrokken eigenaren in de participatie- en private equity-fondsen van bijvoorbeeld rijke Nederlandse families. De familie Fentener van Vlissingen met SHV/NPM is daar een goed voorbeeld van. Voor de grote bedrijven is dat niet haalbaar. Die hebben de liquiditeit van de aandelenmarkt nodig om voldoende beleggers aan te trekken.’
– U pleit voor regels voor maatschappelijk verantwoord aandeelhouderschap. Wat is dat?
‘Maatschappelijk verantwoord aandeelhouderschap betekent dat je je rol als eigenaar serieus neemt. En als je die serieus neemt, moet je daarvoor beloond worden. Ik denk daarbij aan het verdienen van stemrecht. Pas na een jaar of na twee jaar als aandeelhouder krijg je stemrecht en dat kan dan verder oplopen met het aantal jaren dat iemand aaneengesloten aandeelhouder is. Daarnaast denk ik aan het verbod om in één keer grote aandelenpakketten aan te bieden. Dat dwingt de belegger ook tot een weloverwogen investeringsbeslissing. Een soort code-Tabaksblat voor aandeelhouders.’
– Bent u niet bang dat hierdoor beleggers zullen afhaken?
‘Ik denk dat grote beleggers als pensioenfondsen dit zouden moeten omarmen. Zij zeggen immers dat zij voor de lange termijn beleggen. Als dit bepaalde private equity-fondsen of hedge funds afschrikt, des te beter. Daar is mijn voorstel ook voor bedoeld. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en maatschappelijk verantwoord aandeelhouderschap zijn de twee benen waarop duurzame ontwikkeling staat. Voor mij heeft de discussie rond private equity en hedge funds alles met de toekomst te maken en veel minder met het achterhoedegevecht om onze bedrijven Nederlands te houden.’
Marleen Janssen-Groesbeek