ZZP’ers vormden in 2014 9,4% van de werkende beroepsbevolking. Een grote groep die zelf zorg moeten dragen voor hun pensioen. Begin 2015 is er een ZZP pensioenfonds in het leven geroepen waarbij vooral de ZZP’ers die weinig pensioen opbouwen lieten weten dat ze zich hierbij aan wilden sluiten. Maar meer dan helft van de ZZP’ers gaf vorig jaar al aan zijn pensioen goed te hebben geregeld, bijvoorbeeld door middel van een eigen woning, lijfrente of spaartegoed. Maar is dat ook zo? En in hoeverre houdt de ZZPer rekening mee of het pensioenfonds op een duurzaam verantwoorde manier investeert?
Het IMF maakt zich zorgen
Wanneer het IMF zich met de pensioensvoorziening van de Nederlandse ZZP-er gaat bemoeien is het menens. Het aantal zelfstandigen zonder pensioen- of arbeidsongeschiktheidsverzekering groeit en dat baart het IMF zorgen. Het IMF pleitte ervoor ZZPers te verplichten tot bijdragen aan pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, iets waar belangenorganisaties voor zelfstandigen juist faliekant tegen zijn.
En terecht, een zelfstandige is niet voor niets zelfstandig. Gelukkig is de pensioenvoorziening nog steeds een vrijwillige optie. Daarnaast maakte het IMF zich ook hard voor een hogere bijdrage aan het sociale stelsel door huiseigenaren. Het gefaseerd afbouwen van de hypotheekrenteaftrek zou een stap in de goede richting zijn, maar zou ook sneller kunnen volgens het IMF. Het torpedeert daarmee precies dat waar veel ZZP’ers juist hun pensioen mee opbouwen: de eigen woning.
Mogelijkheden om zelf pensioen op te bouwen
Gelukkig zijn er voldoende andere mogelijkheden voor ZZP’ers om zelf een pensioen op te bouwen. Zo is het mogelijk om een deel van de winst te reserveren voor een fiscale oudedagsreserve FOR). Over dat deel van de winst hoeft pas later belasting te worden betaald. Die fiscale oudedagsreserve kan omgezet worden in een lijfrente waar de belastingheffing plaats vindt over de lijfrente termijnen.
Daarnaast is er voor ZZPers die ex-werknemer zijn ook nog de mogelijkheid de pensioenregeling van hun voormalige werkgever vrijwillig voort te zetten, ten minste, als de pensioenregeling deze mogelijkheid biedt. Sinds 1 januari 2012 is de pensioenpremie voor deze vrijwillige voortzetting tot maximaal 10 jaar na ontslag aftrekbaar.
ZZPers kunnen ook kiezen voor een lijfrente bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling. De lijfrente wordt dan ontvangen naast het AOW. De premie die voor deze lijfrente betaalt wordt is fiscaal aftrekbaar van het box 1-inkomen. Voor de aftrek gelden bepaalde voorwaarden, zowel aan de lijfrente als aan de hoogte van de aftrek.
Duurzaam beleggen door pensioenfondsen
Er wordt helaas nog niet altijd gelet op de mate van duurzaamheid binnen het investeringsbeleid van verzekeraars, banken of beleggingsinstellingen. Veel instellingen beleggen namelijk nog steeds in de fossiele sector of olie. Daarnaast blijkt dat 4 van de 5 grootste pensioenfondsen nog nog altijd beleggen in kernwapens. En dat terwijl juist ongeveer twee derde van de Nederlanders aangeeft een hogere pensioenpremie te willen betalen, om lagere opbrengsten uit duurzame investeringen te kunnen compenseren.
Gelukkig is er ook een grote groep pensioenfondsen en verzekeraars die al wel goed op weg zijn als het gaat om duurzaam beleggen. Van de pensioenfondsen voor werknemers in loondienst, scoren vooral Pensioenfonds Zorg en Welzijn, Bedrijfstakpensioenfonds voor de Landbouw en Algemeen Burgelijk Pensioenfonds goed.
Duurzaamheidsbeleid nog niet transparant
Jaarlijks onderzoekt VBDO de duurzaamheid van Nederlandse pensioenfondsen, waardoor ook ZZP’ers inzicht kunnen krijgen in hoe duurzaam hun pensioen daadwerkelijk belegd wordt. Verzekeraars worden beoordeeld op 4 factoren: governance, beleid, implementatie en verantwoording. In 2013 publiceerde de VBDO ook een rapport over de duurzaamheid van verzekeraars, maar uit het onderzoek dat in 2015 gedaan is, bleek geen vooruitgang geconstateerd te kunnen worden. Daarnaast reageerde 37% van de respondenten niet op het onderzoek, waaruit blijkt dat verzekeraars nog altijd moeite hebben met transparantie rondom hun duurzaamheidsbeleid.
Toch waren er 30 verzekeraars die wel wilden meewerken aan het onderzoek. Van deze 30 bleken grote namen als Zwitserleven, Reaal, ASR, Achmea, NN en Aegon goed te scoren. Onderaan de ranglijst zijn kleinere verzekeraars te vinden, zoals Elips Life en HDI Gerling.