Bijna een kwart van de Nederlanders denkt dat het geen zin heeft om geld te geven aan ontwikkelingshulp, omdat het toch bijna nooit goed terecht komt. Ruim een derde helpt bovendien liever eerst mensen in Nederland voordat ze mensen in het buitenland helpt. Dat blijkt uit een enquête onder 1000 Nederlanders, uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Centron, in opdracht van crowdfunding platform Lendahand.
Armoedebestrijding
Als het gaat om armoedebestrijding, hebben veel Nederlanders een weinig optimistisch wereldbeeld. Op de vraag hoe we armoede in ontwikkelingslanden kunnen tegengaan, antwoordde bijna een kwart dat dit simpelweg niet is op te lossen. Toch betekent dit niet dat mensen stoppen met geven. Nederlanders voelen het namelijk wel als een plicht om geld te geven aan mensen die het minder goed hebben dan zijzelf. Peter Heijen, CEO van Lendahand: “Traditionele manieren van armoedebestrijding in ontwikkelingslanden staan al jaren onder druk. Wij laten zien dat het ook anders kan.”
Uitlenen in plaats van geven
Meer vertrouwen hebben Nederlanders in het verstrekken van leningen in plaats van geld te doneren. 40% denkt dat als je geld niet geeft maar uitleent, de ontvanger er serieuzer mee omgaat en hij of zij het beter zal gebruiken. Daarnaast denkt een ruime meerderheid van de ondervraagden dat we armoede kunnen bestrijden door te investeren in ondernemers in ontwikkelingslanden. Heijen: “Het lijkt erop dat het ouderwetse model van geld geven zijn langste tijd heeft gehad.”
Rol van de overheid wordt overschat
Opvallend is dat driekwart van de Nederlanders het percentage dat onze overheid aan ontwikkelingshulp uitgeeft, te hoog inschat. De helft van de ondervraagden schatte het percentage tussen de 1 en 5 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP), een kwart van de Nederlanders denkt dat het zelfs nog hoger ligt. Het werkelijke percentage van de overheidsbegroting dat naar ontwikkelingshulp gaat, is minder dan 0,7 procent van het BNP.
Over Lendahand
Lendahand is een crowdfunding website waar mensen kredieten kunnen verstrekken aan bedrijven in opkomende landen. De investeerder leent een bedrag uit wat bij hem of haar past en investeert zodoende in de groeiwens en zelfredzaamheid van een ondernemer in landen als Colombia, de Filipijnen, Ghana, Mongolië en Zambia. Het werkkapitaal wordt door lokale partners van Lendahand direct aan ondernemers beschikbaar gesteld, waardoor zij in machines, grondstoffen of een werkplaats kunnen investeren. Dit draagt bij aan de lokale economische groei en werkgelegenheid en leidt tot sociale, economische en educatieve vooruitgang. De investeerder ontvangt voor zijn verstrekte lening een rente van 3-6 procent op jaarbasis.