Duurzaamheidsscores voor beleggingsfondsen zijn een populair instrument voor beleggers, maar zij geven een onjuist beeld. Duurzaamheid valt namelijk nog niet in een eenduidig beoordelingscijfer te vangen, schrijft Andrew Howard, Hoofd Sustainable Research en ESG-specialist bij Schroders.
Duurzaamheidsscores schieten als paddenstoelen uit de grond
Overal duiken duurzaamheidsscores voor beleggingsfondsen op. Met veel trompetgeschal lanceerde Morningstar de Sustainalytics Rating. MSCI heeft een analyse die gebaseerd is op eigen data. Lipper werkt aan een score in samenwerking met Princeton University. Het idee dat de duurzaamheid van een fonds samengevat kan worden in een enkel cijfer is aanlokkelijk, maar de werkelijkheid is helaas veel gecompliceerder.
ESG speelt een steeds belangrijker rol voor beleggers. Negen van de tien grootste actieve fondsbeheerders wereldwijd wegen ESG-factoren mee in hun beleggingsbeslissingen. De trend om de duurzaamheid van een fonds in een score te vatten is een weerslag van de groeiende interesse voor dit thema onder beleggers.
ESG objectief meetbaar?
Veel fondskenmerken kunnen met een cijfer worden weergegeven, zoals volatiliteit, turnover, concentratie en prestaties. Het zijn objectief meetbare factoren. Waarom lukt dat dan niet met duurzaamheid?
Het probleem is dat het ontbreekt aan een consistente definitie van wat duurzaamheid inhoudt, laat staan hoe dit gemeten dient te worden. Hoewel de terminologie hetzelfde is, alsook de wijze waarop de cijfers worden gepresenteerd, verschillen ESG-ratings fundamenteel van andere ratings zoals die van obligaties bijvoorbeeld. Ratings van obligaties zijn ontworpen om het risico dat bedrijven in gebreke blijven te meten en dat doen ze meestal redelijk accuraat. Dat is niet het geval bij ESG ratings. Zonder een consistente definitie van wat ESG-ratings dienen te meten of een consistente visie op wat relevant is voor ESG, is het onmogelijk om tot een universele en effectieve ESG beoordeling te komen.
Appels en peren vergelijken
De belangrijkste ESG-beoordelaars kunnen totaal verschillende conclusies trekken over eenzelfde bedrijf. Slechts 26% van de 1600 aandelen in de MSCI World benchmark scoren bij de twee grootste beoordelaars vergelijkbaar. eBay behoort bijvoorbeeld tot het top kwartiel bij de Sustainalytics van Morningstar, terwijl hetzelfde bedrijf in het laagste kwartiel scoort volgens het oordeel van MSCI.
Geen van beide beoordelingen is goed noch fout. Beide beoordelingen tonen aan dat de benadering verschillend is om uiteenlopende redenen. Hierdoor komen er ook verschillende conclusies uit. Het erkennen van de verschillende benaderingen en uiteenlopende conclusies, is cruciaal voordat naar ESG ratings gekeken die de ESG kwaliteiten van een bedrijf of fonds moeten aantonen.
Omdat er maar weinig correlatie is tussen de ranglijsten die gebaseerd zijn op verschillende data, moet er bij beleggers een alarmbel gaan rinkelen. Elke ESG rating moet beoordeeld worden als één van vele benaderingswijzen.
Diverse beoordelingen zijn input voor brede evaluatie
Dit alles legt het risico bloot als beleggers afgaan op een ESG-beoordeling. De zorgen van Howard betreffen niet zozeer de ratings an sich. De beoordelaars bieden waardevolle analyse en inzichten. Schroders maakt ook gebruik van een aantal van deze bekende bronnen. Maar ze moeten gezien worden als input voor een bredere evaluatie.
Het inzicht van een ESG-beoordelaar valt niet in een eenduidig cijfer te vatten. Beleggers lopen het gevaar conclusies te trekken op basis van cijfers die meer beloven dan ze kunnen waarmaken.
Lees meer in het artikel ‘Painting by numbers – the difficulties of measuring sustainability‘ (pdf) van Andrew Howard, Hoofd Sustainable Research en ESG-specialist bij Schroders.