Het Bangladesh Akkoord, de organisatie die zich inzet voor de verbetering van de werkomstandigheden in kledingfabrieken in Bangladesh, moet door kunnen gaan met onafhankelijke veiligheidsinspecties. ABP maakte vandaag bekend dat het zich heeft aangesloten bij een verklaring van grote beleggers waarin steun wordt uitgesproken voor de organisatie die de inspecties uitvoert. De regering van het land maakt het de inspecteurs nu lastig om hun werk te doen. ‘Dat brengt de veiligheid van arbeiders in de kledingindustrie in gevaar.’
‘Het Bangladesh Akkoord voorziet in onafhankelijke veiligheidsinspecties bij meer dan 1.600 kledingfabrieken in Bangladesh’, zegt Anna Pot, manager verantwoord beleggen bij onze vermogensbeheerder APG. ‘Dan gaat het om fabrieken die kleding leveren aan internationale merken als H&M, the Gap, Zara en Primark. Het akkoord is in het leven geroepen na de instorting van het Rana Plaza complex in 2013, waarbij meer dan 1.100 arbeiders om het leven kwamen.‘
Waarom is het Bangladesh Akkoord in gevaar?
‘Het akkoord zou lopen tot en met 2021, maar een hoge rechtbank in Bangladesh heeft het kantoor van de organisatie in Dhaka opgedragen om de activiteiten per september 2018 te staken. Het Bangladesh Akkoord is in beroep gegaan bij het Hooggerechtshof. Naar verwachting is volgende week de uitspraak. Intussen maakt de regering van Bangladesh het voor de organisatie die de inspecties uitvoert steeds moeilijker om haar werk te doen. Dat brengt de veiligheid van arbeiders in de kledingindustrie in gevaar.’
De regering zegt dat Bangladesh zelf de inspecties van de kledingfabrieken kan doen.
Wat zouden de gevolgen zijn voor de kledingmerken waarin ABP belegt?
‘Als het Bangladesh Akkoord wordt beëindigd, wordt het voor modemerken en kledingbedrijven riskant om nog kleding van producenten uit Bangladesh af te nemen. Zij kunnen alleen zeker zijn van verantwoorde productie als er in Bangladesh geloofwaardige en effectieve inspecties plaatsvinden. Zonder het Bangladesh Akkoord is dat niet het geval. Het gevolg zal zijn dat modebedrijven op zoek moeten naar andere leveranciers. Dat kost geld en is schadelijk voor de economie van Bangladesh. Uiteindelijk zullen de modemerken hun eigen controlesystemen moeten opzetten. Sommige grote internationale merken, zoals Primark, hebben dat al gedaan.’