De rijksoverheid stimuleert maatschappelijke doelen steeds vaker via zogenaamde revolverende fondsen. Daarmee worden bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen aan huizen gefinancierd en handel met ontwikkelingslanden bevorderd. Inmiddels gaat er € 3,6 miljard aan rijksgeld in om, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Maar een aantal aspecten is niet meegegroeid met de toename van deze financieringsvorm. Zo is er niet één minister verantwoordelijk voor het totaaloverzicht, geen specifieke regelgeving voor revolverende fondsen en de Tweede Kamer heeft beperkt zicht op hoeveel en hoe lang geld wordt ingezet en welke resultaten daarmee worden bereikt.
Dat blijkt onder meer uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar groei en omvang van revolverende fondsen bij de rijksoverheid. Uit het overzicht dat de Algemene Rekenkamer heeft gemaakt van revolverende fondsen bij het Rijk blijkt dat er intussen minstens 30 zijn. In dergelijke fondsen storten ministers geld om maatschappelijke projecten te stimuleren. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van leningen. Uiteindelijk vloeien de opbrengsten, zoals rente of aflossingen, terug in het fonds waardoor het geld weer ingezet kan worden voor andere projecten. Zo ‘revolveren’ de middelen in de fondsen – de geldstroom draait als het ware rond. Daardoor kan publiek geld in theorie meer rendement opleveren.
Met dit onderzoek geeft de Algemene Rekenkamer voor het eerst een overzicht van de 24 grootste revolverende fondsen van het Rijk en brengt in kaart hoe de democratische verantwoording en de controle op deze fondsen zijn geregeld. Dat inzicht bleek lastig te verkrijgen omdat er weinig informatie voor handen is over deze fondsen.
Eind 2017 had de rijksoverheid 3,6 miljard euro toegezegd aan 30 revolverende fondsen
Revolverende fondsen zijn een relatief nieuw fenomeen. Zowel het aantal fondsen als de hoeveelheid geld die hiermee gemoeid is, neemt sterk toe. In de revolverende fondsen van de rijksoverheid die de Algemene Rekenkamer heeft geïnventariseerd, gaat nu € 3,6 miljard om. Dat bedrag zal verder toenemen, onder meer met de oprichting van Invest-NL; een nationaal investeringsfonds waar € 2,5 miljard mee gemoeid is.
De rijksoverheid kiest in toenemende mate voor revolverend financieren, met name om ‘hightech/technologie/innovatie/design/creatieve startups’,’investeringen in het buitenland’en ‘duurzaamheid’ te stimuleren
De rijksoverheid maakt dus steeds vaker gebruik van revolverende fondsen als financieringsvorm. De Algemene Rekenkamer vindt het van belang dat de Tweede Kamer zicht krijgt op informatie over en resultaat van deze fondsen. Nu is er geen centraal inzicht in het aantal revolverende fondsen van de rijksoverheid en de doelen die ermee worden bereikt. Hierdoor kan de Tweede Kamer haar budgetrecht niet adequaat uitvoeren. De Algemene Rekenkamer geeft in overweging dat er één minister verantwoordelijk en aanspreekbaar is voor de opzet en regelgeving van revolverende fondsen. Daarnaast is de informatievoorziening aan het parlement voor verbetering vatbaar.
De minister van Financiën benadrukt in een reactie namens het kabinet dat het parlementaire budgetrecht en de ministeriële verantwoordelijkheid automatisch zijn gewaarborgd omdat de financiering van de revolverende fondsen via de begroting van de individuele ministers loopt. De Algemene Rekenkamer merkt daarbij op dat het meerjarige en revolverende karakter van de fondsen niet goed aansluit op de jaarlijkse begrotingscyclus. Het budgetrecht kan beter uitgeoefend worden als het kabinet nadere afspraken maakt met het parlement over betere informatievoorziening over revolverende fondsen.