Klimaatverandering staat sinds het Klimaatakkoord van Parijs op de agenda van Nederlandse pensioenfondsen. In hoeverre draagt de klimaataanpak van Nederlandse institutionele beleggers daadwerkelijk bij aan het oplossen van het klimaatprobleem? Nauwelijks, zo blijkt uit nieuw onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Gemiddeld scoren de beleggers een 2.9 als het aankomt op hun klimaatstrategie.
Het rapport Dutch Institutional Investors and Climate Change – Becoming part of the solution maakt onderdeel uit van de (twee)jaarlijkse pensioenfonds- en verzekeraarsbenchmark van de VBDO. Hierin worden beleid, implementatie, bestuur en transparantie van de grootste 50 pensioenfondsen en 30 verzekeraars onder de loep genomen, in totaal goed voor €1,48 biljoen aan beheerd vermogen.
Onderlinge verschillen tussen institutionele beleggers zijn groot. De 10 grootste institutionele beleggers scoren gemiddeld een 7.8, en de pensioenfondsen (3,4) scoren gemiddeld iets beter dan de verzekeraars (1,9).
De VBDO benadrukt wel dat deze klimaat-ranking enkel een algemeen beeld geeft van in hoeverre de beleggers gebruik maken van deze verschillende benaderingen. Hoewel voor de samenstelling van het volledige rapport uitvoerig onderzoek heeft plaatsgevonden, is voor het specifieke ranking onderdeel gebruik gemaakt van een beknopt aantal vragen.
De VBDO maakt als rode draad in het onderzoek onderscheid tussen verschillende benaderingen die beleggers kunnen nemen omtrent klimaatverandering: Enerzijds richten die zich op het beperken van investeringen die bijdragen aan klimaatverandering, zoals fossiele brandstoffen en vervuilende industrieën. Anderzijds wordt het aanpassen aan de fysieke gevolgen van klimaatverandering, zoals extreem weer, droogte en een stijging van de zeespiegel, steeds belangrijker. In het onderzoek wordt een verder onderscheid gemaakt tussen de gevolgen van klimaatverandering voor de beleggingsportefeuilles en de impact van de beleggingen op de klimaatbestendigheid van de reële wereld.
Vrijwel alle beleggers die klimaatverandering integreren in het investeringsbeleid richten zich op het verminderen van de CO2-uitstoot van hun portfolio. Slechts één vijfde van de beleggers houdt rekening met de fysieke risico’s die gepaard gaan met klimaatverandering. VBDO ziet dat adaptatie van het portfolio bij de beleggers alleen plaats vindt in termen van het beschermen van assets of het verminderen van risico’s voor de beleggingsportefeuille portfolio en niet van de wereld daaromheen.
De top 40 ziet als als volgt uit:
Hoewel het de eerste keer is dat de klimaataanpak op deze manier door de VBDO wordt onderzocht, kan al wel worden geconcludeerd dat er verbetering zit in de manier waarop pensioenfondsen omgaan met klimaatverandering. Waar in 2017 nog slechts 42% van de pensioenfondsen klimaatverandering had opgenomen in haar verantwoord beleggingsbeleid, is dat in 2019 opgelopen tot 88%. De verzekeraars zijn niet eerder gemonitord door de VBDO, maar van die groep heeft 45% momenteel beleid geformuleerd op klimaatverandering.
Jacqueline Duiker, senior manager sustainability & responsible investment bij de VBDO: “Het onderzoek toont aan dat institutionele beleggers geen rol aannemen in het bijdragen aan klimaatbestendigheid van de omgeving. Beleggers richten zich in algemene zin primair op de fysieke risico’s in hun beleggingsportefeuilles, wat er op lange termijn in resulteert dat steeds meer gebieden hun investeringswaarde verliezen. Investeerders moeten daarom ook letten op de impact van hun beleggingen op de klimaatbestendigheid van de reële wereld, om in de toekomst überhaupt nog ergens in te kunnen investeren”.