Bron
PBL
Particuliere verhuurders zijn meer bezig met het verduurzamen van hun bijna 500.000 woningen dan soms wordt gedacht. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving na onderzoek onder woningbeleggers. De voornaamste redenen voor het energiezuiniger maken van woningen zijn verhoogde verhuurbaarheid en waarde-behoud. Daarnaast anticiperen particuliere verhuurders op toekomstige aanscherpingen van beleid.
‘Uit onze enquête en de diepte-interviews die we hielden zagen we dat lange termijn-, financiële motieven leidend zijn in de keuze om huurwoningen duurzamer te maken’, stelt Marieke van der Staak, hoofdauteur van het rapport Labelstapjes, huursprongen?!: verduurzaming in de beleggingsstrategie van particuliere verhuurders. ‘Verhuurders verwachten dat huizen met een beter energie-label in de toekomst makkelijker te verhuren zijn, door het hogere comfort en de lagere energierekening – en ze kunnen er een hogere huurprijs voor vragen. Er zijn ook particulieren die mogelijke overheidsmaatregelen voor willen zijn: ze weten niet goed hoe het beleid eruit gaat zien en verwachten dat duurzaamheid nog belangrijker wordt. Angst dat ze straks alles in één keer moeten aanpakken, maakt dat ze nu al beginnen te verduurzamen.’
Uit de enquête blijkt dat bijna 40 procent van de verhuurders de afgelopen vijf jaar heeft geïnvesteerd in duurzaamheid van hun woningen én van plan is daar op korte termijn mee verder te gaan. Nog eens meer dan 30 procent van de verhuurders heeft alleen de afgelopen jaren verduurzaamd óf gaat dat de komende twee jaar alsnog doen. ‘Ik denk dat je voor de langere termijn een waardevolle belegging hebt als je wat meer naar de toekomst werkt op het terrein van duurzaamheid’, lichtte een van de verhuurders toe in de diepte-interviews. Een ander: ‘Ik zie het niet echt als verduurzaming. Ik zie het als goed onderhoud.’ Van de geënquêteerde verhuurders vindt 40 procent dat verduurzaming zeker niet tot een lager rendement mag leiden.
Vaak werd gedacht dat particuliere verhuurders vooral zouden investeren in duurzaamheid als het genoeg punten oplevert om de woning met heel hoge huren in de vrije sector te verhuren. Veel gereguleerde particuliere huurwoningen hebben echter al meer dan genoeg zogeheten WWS-punten om in de vrije sector verhuurd te mogen worden.
Om de duurzaamheidsdoelen die het kabinet zich heeft gesteld te halen, moeten de komende dertig jaar zo veel mogelijk woningen energiezuiniger worden. Een substantieel deel van deze opgave ligt bij particuliere verhuurders, die (net als veel eigenaren-bewoners) ondanks hun inspanningen toch nog achterblijven bij de resultaten die woningcorporaties al leveren op dat vlak. ‘Als Nederland aan het klimaatakkoord wil voldoen, kan de particuliere huursector niet langer achterblijven. Daarom hebben we de investeringsmotieven van investeerders onderzocht’, zegt Van der Staak. ‘Ons advies aan het Rijk en gemeenten is om in het langetermijnbeleid dat nu wordt gemaakt, aandacht te hebben voor de rol en belangen van vastgoedeigenaren. Als voor particuliere verhuurders duidelijker wordt wat er van hen verwacht wordt en in hoeverre zij daarbij ondersteund worden, biedt hen dat perspectieven om in verduurzaming te investeren.’
Een zorg die het PBL signaleert is dat de betaalbaarheid van particuliere huurwoningen verder onder druk kan komen te staan door de extra investeringen in duurzaamheid, die verhuurders in ieder geval op termijn terug willen verdienen. Van der Staak: ‘De minister wil woningen betaalbaar houden én deze tegelijkertijd verduurzamen. We zien in dit onderzoek dat die wensen niet zondermeer hand in hand gaan. Dat zou opgelost kunnen worden door particuliere verhuurders ruimhartiger tegemoet te komen met subsidies of fiscale voordelen als zij hun portefeuilles vérgaand verduurzamen en de huur betaalbaar houden.’