Begin deze week publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een nieuwsbericht met als titel ‘Verduurzamen eigen woning financieel onaantrekkelijk’. “Een slechte titel boven een té theoretisch onderzoek”, oordelen experts Bert van Renselaar en Bram Adema van CFP Green Buildings. Volgens hen ziet de sector in de praktijk juist meer kansen dan obstakels.
Het PBL-onderzoek beschouwt woonlastenneutraal verduurzamen als een op zichzelf staande opgave. Die gedachte sluit niet aan op de werkelijkheid. Het rapport slaat de plank mis op drie belangrijke punten:
- Verduurzaming moet uitgevoerd worden op natuurlijke of logische momenten, in combinatie met renovatie of groot onderhoud. Hierdoor zijn de investeringen een fractie van de genoemde kosten in het PBL-onderzoek;
- De meest waarschijnlijke technische oplossingen moeten het uitgangspunt zijn, in plaats van de meest dure opties. Hierdoor kan met veel lagere investering verduurzaamd worden;
- Ieder huis apart energieneutraal maken, is een utopie. Duurzame energieopwekking is een veel efficiëntere manier van CO2-reductie en gaat daarbij gepaard met minder grondstoffenverlies.
Verduurzaming in combinatie met renovatie
De belangrijkste reden om je woning te isoleren is meestal om koude voeten te voorkomen. Een lagere energierekening is dan mooi meegenomen, maar niet per se het doel. Door bijvoorbeeld je dak pas te isoleren bij het plaatsten van een dakkapel of je vloerverwarming te installeren bij het vervangen van de keuken wordt een groot deel van de kosten voor hak- en breekwerk vermeden.
Echte woonlastenneutraliteit moet rekening houden met de kosten die je toch al maakt voor het renoveren, aanpassen of verbeteren van je woning. Verduurzaming koppelen aan aanpassingen waarbij de terugverdientijd minder of niet relevant is, is hierin de sleutel.
De meest simpele oplossingen voor duurzaamheid
Het PBL-onderzoek stelt dat alle woningen individueel verwarmd moeten worden met een warmtepomp. Daardoor moet ook het totale afgiftesysteem per woning vervangen worden. “Dat gaat natuurlijk nooit gebeuren”, oordeelt Adema. “In de praktijk worden veel woningen op andere wijze verduurzaamd, bijvoorbeeld met behulp van een warmtenet of op groen gas. Dan houden we nog niet eens rekening met de technologische ontwikkelingen die ons binnen nu en een paar jaar nog meer alternatieven gaan bieden.”
Ook nu al zijn er financieel interessantere opties dan het meest duurzame scenario dat door het PBL over alle woningen is gelegd. Investeringen van ca. € 10.000,- per 10 jaar, tegelijk met de aanschaf van bijvoorbeeld keukens, nieuwe ketels en dakkapellen, geven lagere kosten, minder verspilling van grondstoffen en minder troep.
Ieder huis apart energieneutraal maken, is een utopie
Energieneutraliteit is geen individuele opgave. “Het centraal opwekken van duurzame energie is fors goedkoper dan het persen van de laatste kilowattuur uit iedere individuele woning”, geeft Van Renselaar aan. “We moeten zorgen voor een systeem waarin we genoeg centraal opgewekte duurzame energie hebben om verduurzaming niet bij individuele woningeigenaren neer te leggen. Hanteer deze holistische benadering, dan gaan de door het PBL gehanteerde kosten voor huiseigenaren al snel door de helft.”
Nieuw onderzoek
Niet blindstaren op wat niet mogelijk is, maar de focus leggen op verduurzamingskansen. “Dát is het uitgangspunt om de opgave die voor ons ligt wél te halen”, geeft Adema aan. “In de komende dertig jaar komen alle woningen een keer aan de beurt voor grootschalige verbetering. Grijp dat moment aan om verduurzaming rendabel te maken. Daarom pleiten wij voor het uitvoeren van een nieuw onderzoek, waarin de natuurlijke momenten in de komende dertig jaar gebruikt worden als versnelling van de verduurzaming van de Nederlandse koopwoningvoorraad.”