Pensioenfondsen zien stemmen voor duurzaamheid als een belangrijk instrument voor het actief benutten van eigenaarschap bij bedrijven. Toch gebruikt een groot deel van de fondsen vooral hun stemrecht wanneer ze bij ondernemingen vastlopen in hun dialoog op specifieke onderwerpen en niet voor het zetten van een duurzame standaard. Dit blijkt uit een voor het eerst uitgevoerd onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) onder 34 Nederlandse pensioenfondsen, over het door hun vertoonde stemgedrag.
Meer aandacht voor uitoefening stemrecht
Stemmen en desinvestering zijn onder meer de belangrijkste middelen die pensioenfondsen hebben voor het uitoefenen van hun aandeelhoudersrechten. Stemmen heeft daarbij de afgelopen jaren veel aandacht gekregen, onder meer door verschillende klimaatresoluties die zijn ingediend bij ’s werelds grootste olie- en gasbedrijven, waaronder die vanuit de grass roots beweging Follow This.
Wel of geen criteria voor mens & milieu in stembeleid, een verschil in perceptie?
Vrijwel alle pensioenfondsen (94%) gaven zelf aan dat E&S-vereisten zijn opgenomen in hun stembeleid. Uit de VBDO benchmark verantwoord beleggen onder pensioenfondsen van dit jaar, bleek echter dat minder dan de helft (47%) van de fondsen mens- en milieueisen heeft geïntegreerd in het beleid.
Mart van Kuijk, projectmanager van het onderzoek licht toe waar dit verschil mogelijk door kan worden verklaard: ‘Het zou er in eerste instantie op kunnen wijzen dat de minimale criteria van de VBDO voor mens- en milieu bij stemmen hoger zijn dan die van de pensioenfondsen zelf, of die van hun vermogensbeheerders. Wat ons betreft doen de fondsen er dan ook verstandig aan kritischer te kijken naar de beoordeling van hun eigen integratie van deze criteria in stembeslissingen.’
De juiste stem uitbrengen
Uit de resultaten blijkt ook dat 63% van de onderzochte pensioenfondsen stemmen met name gebruikt als escalatiemiddel voor falende engagementinspanningen op milieu- en sociale onderwerpen. Dit betekent ook dat meer dan een derde geen gebruik maakt van, of de link legt tussen de twee belangrijkste middelen die een investeerder heeft voor het uitvoeren van actief eigenaarschap: de dialoog (engagement) en stemmen.
Een gedegen stembeleid bestaat uit een jaarlijkse terugkoppeling tussen pensioenfonds en uitvoerder, bijvoorbeeld doormiddel van rapportage en audits. Bij niet alle fondsen lijkt dit op orde. Hoewel bijna alle fondsen rapporteren over hun stemgedrag in geaggregeerde vorm (93%), of zelfs voor ieder individueel genomen besluit (63%), controleert minder dan de helft (44%) van de fondsen of stemmen ook daadwerkelijk worden uitgebracht in overeenstemming met hun eigen richtlijnen.
Het belang van consultatierondes
Van Kuijk: ‘Juist de combinatie van engagement, stemmen en in het uiterste geval uitsluiting, is een effectieve aanjager voor verandering bij bedrijven. Hierbij is met name het onderhouden van actief contact met vermogensbeheerders en stemadviseurs tijdens externe consultatierondes belangrijk. De jaarlijkse herziening van het stembeleid van deze organisaties is namelijk essentieel als men belangrijke ESG-risico’s op de agenda wilt krijgen.
Wij vinden het eigenlijk vanzelfsprekend dat alle pensioenfondsen, maar natuurlijk ook andere institutionele beleggers, een actieve bijdrage leveren aan het creëren van lange termijn waarde en de reële economie helpen verduurzamen. Onder andere door het voeren van de genoemde gesprekken. Daarin uiten ze idealiter eventuele bezorgdheden over het huidige beleid, nemen hier de overtuigingen van hun deelnemers en klanten in mee en brengen ze verschillen in beleid en stemgedrag aan het licht’.