Bron
Milieudefensie
De Liberiaanse deelneming van Golden Agri-Resources (GAR) heeft volgens onderzoek van de High Carbon Stock Agreement groep (HCSA groep) meer dan 1000 hectare ontbost en rechten van de lokale bevolking geschonden. Nederlandse banken, pensioenfondsen en vermogensbeheerders blijven geld investeren in GAR, hoewel de misstanden in de Liberiaanse plantages al minstens acht jaar bekend zijn. Milieudefensie roept de overheid op regels voor de financiële sector in het leven te roepen om foute investeringen aan banden te leggen.
Milieudefensie heeft samen met haar zusterorganisatie in Liberia Sustainable Development Institute (SDI) en Friends of the Earth US in juli 2018 bij de HCSA groep een klacht ingediend tegen GAR, het tweede grootste palmoliebedrijf ter wereld, en het Liberiaanse palmoliebedrijf Golden Veroleum Liberia (GVL), waarin GAR de enige investeerder is. De klacht is gebaseerd op publieke rapporten en eigen terreinonderzoek in een klein deel van GVL’s palmolieplantages waaruit al bleek dat er honderden hectare bos was gekapt. De plantage ligt op grond die door lokale bewoners is geclaimd. Het gebied is één van de laatste stukken van het Regenwoud van Opper-Guinee en is onder andere het leefgebied van bedreigde soorten als chimpansees en dwergnijlpaarden.
Milieudefensie en partners in gelijk gesteld
Milieudefensie en partners worden nu in het gelijk gesteld. GAR moet de schade herstellen en compenseren, zowel voor de ontbossing als voor de sociale misstanden zoals schendingen van landrechten, culturele rechten, basisbehoeften van lokale bevolking en opvolging van klachten. Het bedrijf moet binnen drie maanden een actieplan indienen en mag niet verder uitbreiden tot de misstanden zijn opgelost. De conclusies van de HCSA zijn niet wettelijk bindend. GAR kan hooguit uit de groep worden gezet.
James Otto van SDI reageert op de uitspraak: “Er is nu geen ontkennen meer aan dat GAR en GVL betrokken zijn bij ontbossing en het schenden van de rechten van de lokale bevolking. Het bedrijf moet het bos herstellen en de lokale bevolking compenseren. Die gemeenschappen hebben landrechten in dit gebied en willen zelf de herbebossing en bosbeheer in handen nemen.“
High Carbon Stock Approach
De HCSA is een vrijwillige standaard voor bedrijven om waardevol bos te identificeren met de bedoeling het te behouden. De standaard is onderdeel van certificeringsschema’s zoals de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) en de Forest Stewardship Council (FSC). De klacht over GVL was de eerste klacht door derden die de HCSA groep in behandeling nam.
Nederlandse banken en pensioenfondsen
Rabobank en ABN AMRO leenden tussen 2014 en 2019 minstens 750 miljoen dollar aan GAR en haar dochterondernemingen. De pensioenfondsen zoals PFZW en vermogensbeheerders PGGM en Robeco beleggen in het bedrijf, ondanks betrokkenheid van GAR bij landroof, ontbossing, brandhaarden, conflicten met lokale gemeenschappen en criminele en illegale praktijken. In 2018 was GAR betrokken bij een corruptieschandaal in Indonesië en begin 2019 werd het bedrijf van de Dow Jones Sustainability Index gehaald.
Regulering financiële sector
Milieudefensie wil dat Nederlandse financiers op z’n minst moeten zorgen dat GAR de aanbevelingen gaat naleven. Anne Wijers, campagneleider Bossen: “Nederlandse financiers steken hun kop in het zand. De problemen rond de plantage in Liberia zijn al jaren bekend. Toch blijven PME, PFZW, PGGM en Robeco geld steken in dit bedrijf dat geen verbeteringen laat zien. Dat is onaanvaardbaar.” Het vrijwillige beleid van financiële instellingen faalt om misstanden te voorkomen. Het is daarom noodzakelijk dat de overheid ingrijpt en de financiële sector wettelijk verantwoordelijk stelt voor de misstanden waaraan ze bijdragen.
Noot: Volgens het FD heeft Pensioenfonds PME de aandelen in het bedrijf inmiddels verkocht, omdat het niet meer door de selectie komt van de aangescherpte duurzame beleggingsstrategie.