De Nederlandse verzekeringssector wordt ieder jaar duurzamer. Toch valt er nog behoorlijk te winnen waar het gaat om gedegen klimaatbeleid en actief aandeelhouderschap. Dit blijkt uit onderzoek naar de prestaties van het verantwoord beleggingsbeleid van 30 Nederlandse verzekeraars, samen goed voor een beheerd vermogen van meer dan €450 miljard. Het uitvoerige onderzoek geeft naast de prestaties van de sector als geheel ook individuele beoordelingen per verzekeraar.
Athora dit jaar ruime koploper
Athora Netherlands stond in 2017 (onder het merk Zwitserleven) in de benchmark gekenmerkt als meest duurzame verzekeraar. In 2019 was dit a.s.r. Nu neemt Athora Netherlands na 4 jaar het roer weer over met een totaalscore van 4,5 uit 5. NN neemt een tweede positie en scoort een 4,0, a.s.r. staat op een derde plek met een 3,9.
Jan de Pooter, CEO van Athora Netherlands: “Wij zijn trots om uitgeroepen te worden tot de meest duurzame verzekeraar van Nederland, zeker gezien de aandacht en de zorg die de gehele sector aan dit belangrijke onderwerp besteedt. Deze prijs is een erkenning voor de stappen die Athora Netherlands heeft gezet om ons duurzaamheidsbeleid verder aan te scherpen. Het is onze taak om met de premie die klanten van Zwitserleven en Reaal aan ons toevertrouwen zowel een financieel als maatschappelijk rendement te behalen. Onze klanten moeten erop kunnen rekenen dat wij deze verantwoordelijkheid nemen. Daarom zien we deze prijs als een aanmoediging om door te gaan op de ingeslagen weg.”
De Goudse Verzekeringen maakt een opmerkelijke sprong van de 16e naar de 9e plaats en is daarmee de snelste stijger.
Angélique Laskwitz, directeur van de VBDO licht toe waarom de benchmark van belang is voor de sector: “Benchmarks zijn een effectief instrument voor het stimuleren van duurzaamheidsverbeteringen, doordat je de concurrentiekracht van de markt benut. Ze creëren een race naar de top door het bieden van vergelijkend inzicht en het identificeren van koplopers, waardoor sector breed leren en het delen van goede praktijken worden gestimuleerd.
Gebrek aan concreet klimaatbeleid
Hoewel er de afgelopen jaren door de sector zeker stappen zijn gemaakt op klimaatbeleid, voeren 2 op de 5 verzekeraars nog geen concreet beleggingsbeleid op dit onderwerp. Uit het rapport blijkt ook dat bijna de helft (48%) van de verzekeraars nog geen gebruik maakt van actief aandeelhouderschap met focus op klimaat, een belangrijk middel voor het veranderen van beleid en activiteiten van bedrijven waarin wordt belegd.
Van risicomanagement naar echte impact
‘Willen we de doelstellingen van het Parijsakkoord halen, dan is het klimaatbeleid en de prestaties van een bedrijf veranderen door middel van actieve dialoog en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen essentieel’, aldus Hester Holtland, projectmanager van de benchmark. ‘Dat geldt ook voor het meten van reële impact’. Dat wil zeggen, met behulp van doelen die zijn vastgesteld met behulp van wetenschappelijke indicatoren, moeten verzekeraars gaan kijken naar het effect die hun beleggingen in realiteit hebben. Zo wordt met name vanuit een risicoperspectief de CO2-voetafdruk in portefeuilles verkleind ten opzichte van eerdere jaren. Dat is dus een relatieve vermindering en op die manier streef je nooit naar een absoluut nul aan emissies. We raden in dit voorbeeld partijen dan ook aan dat ze gebruik maken maken van de EU Paris-aligned benchmarks, waarmee ze hun portefeuille reëel kunnen afstemmen op uitstoot. Als we het overigens hebben over echte impact, geldt dit natuurlijk niet alleen voor klimaat maar op alle vlakken van duurzaamheid.’
Meer of minder duurzaam?
Holtland benadrukt dat de sector in haar geheel wel verduurzaamd: ‘We zien gelukkig keer op keer een stijgende lijn in het beleid en de prestaties van verzekeraars waar het gaat om verantwoord beleggen. Dat zie je niet per se terug in de gemiddelde totaalscores: omdat prestaties verbeteren komt ook die top steeds dichterbij en maken we waar nodig wijzigingen in de vraagstellingen en beoordelingen. We leggen de lat dus steeds hoger, ook dit jaar was dat weer het geval. Dat zie je dan ook terug in de scores: een score die dit jaar gelijkligt aan die van 2019 betekent in praktijk dus betere prestaties. We hopen natuurlijk dat verzekeraars deze trend doorzetten, hoewel het wat ons betreft wel wat sneller mag en kan.’
Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars beaamt dit: “De VBDO-benchmark geeft een duidelijk beeld hoe de verzekeraars ervoor staan. Ik ben blij dat de middengroep een duidelijke verbetering laat zien ten opzichte van de benchmark 2019. En dat de grote verzekeraars hoog blijven scoren, zeker nu de lat door de VBDO weer hoger is gelegd. We zijn er uiteraard nog lang niet, maar zien een duidelijke, brede ontwikkeling waar hardwerkende mensen gedreven werken om het beleggingsbeleid te verduurzamen om zo impact te creëren.”
Foto: Annemarie Mijer van Athora Netherlands neemt de award in ontvangst