DNB: ‘Financiële sector moet meer rekening houden met duurzaamheidsrisico’s’

Bron
DNB

Banken, verzekeraars en pensioenfondsen moeten meer rekening houden met duurzaamheidsrisico’s. Uit een enquête onder 127 Nederlandse financiële instellingen blijkt dat een meerderheid nog niet beschikt over een adequate inbedding van duurzaamheidsrisico’s in het risicobeheer. Daarbij vinden financiële instellingen het lastig om duurzaamheidsrisico’s te meten en daarover te rapporteren vanwege een beperkte beschikbaarheid van consistente en betrouwbare gegevens. Dat blijkt uit het nieuwe onderzoek ’Op weg naar een duurzame balans’, dat de Nederlandsche Bank (DNB) vandaag presenteerde bij een persbijeenkomst over ons toezicht op de Nederlandse financiële sector. Daarbij besteedde DBN ook aandacht aan wat zij in het afgelopen jaar in haar toezicht hebben bereikt en wat in het komende jaar extra de aandacht zal krijgen. De integriteit van het bankwezen in verband met de strijd tegen het witwassen vergt daarbij blijvend de bijzondere aandacht van DNB.

Duurzaamheid beperkt meegenomen in risicobeheer

De uitzettingen en beleggingen van financiële instellingen staan in toenemende mate bloot aan de directe fysieke risico’s van klimaatverandering en de risico’s van de transitie naar een klimaatneutrale samenleving. Uit de enquête onder 61 pensioenfondsen, 37 verzekeraars en 29 banken blijkt dat deze zich wel bewust zijn van deze risico’s, maar dat slechts een minderheid van pensioenfondsen (30%), verzekeraars (22%) en banken (10%) aangeeft duurzaamheidsrisico’s expliciet mee te nemen in hun risicobereidheid. Het gebruik van relevante maatstaven voor duurzaamheidsrisico’s is nog volop in ontwikkeling bij verzekeraars (35%), banken (17%) en pensioenfondsen (59%).

CO2-voetafdruk

Wij sporen financiële instellingen aan om niet te wachten met het meten van duurzaamheidsrisico’s totdat ‘perfecte data’ beschikbaar zijn, mede ook omdat de data juist beter kunnen worden als de sector er mee aan de slag gaat. In een eigen meting laten we zien dat de wereldwijd gefinancierde CO2-voetafdruk van beleggingen en leningen van Nederlandse financiële instellingen ten minste 82 Mton bedraagt, equivalent aan de helft van de Nederlandse uitstoot. De overgang naar een klimaatneutrale economie vertegenwoordigt daarmee een materieel risico voor de Nederlandse financiële instellingen.

Toenemend risico ‘stranded assets’

Een andere benadering laat zien dat de activiteiten van bedrijven in de portefeuilles van Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen de komende jaren in toenemende mate afwijken van het transitiepad dat nodig is om de internationale klimaatdoelen te realiseren. Er is daardoor sprake van een toenemend risico op stranded assets, activa die door de vergroening van de maatschappij aan waarde verliezen. Hoewel afbouw van sommige portefeuilles in bepaalde gevallen opportuun kan zijn, hebben financiële instellingen ook andere instrumenten tot hun beschikking om deze risico’s te beheersen. Zo kunnen zij bedrijven waarin zij beleggen stimuleren om duurzaamheidsrisico’s te beheersen bijvoorbeeld door middel van engagement en kwalitatieve kredietvoorwaarden.

Toezichtsverwachtingen nader geconcretiseerd

In 2022 zullen wij onze toezichtverwachtingen voor de beheersing van duurzaamheidsrisico’s nader concretiseren en ter consultatie voorleggen aan de sector. De intentie daarbij is om aan te sluiten bij de ECB gids met toezichtverwachtingen voor banken, rekening houdend met de specifieke kenmerken van Nederlandse financiële instellingen. Deze zijn verplicht over een integere en beheerste bedrijfsvoering te beschikken, waardoor zij inzicht hebben in alle materiële risico’s en deze ook beheersen. Dit geldt onverkort voor duurzaamheidsrisico’s.

Toezicht in beeld

Ons toezicht op de financiële sector stond dit jaar net als in 2020 voor een belangrijk deel in het teken van de impact van de coronacrisis. In het komende jaar zetten wij verder in op de eerder geformuleerde speerpunten technologische vernieuwing, toekomstgerichtheid en duurzaamheid, en het bestrijden van financieel economische criminaliteit.

Banken moeten daarbij als poortwachter fungeren voor het financiële systeem en moeten voorkomen dat ze betrokken raken bij financieel-economische criminaliteit. Hoewel de sector nog grote stappen te zetten heeft, zien wij dat instellingen zich de afgelopen jaren veel bewuster zijn geworden van hun poortwachtersrol en er concreet werk van maken om hun naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme op orde te brengen en te houden. Wij blijven nauwlettend op de naleving toezien.

Het is voor de instellingen daarbij van belang om een juiste balans te vinden tussen het bestrijden van financieel-economische criminaliteit en een toegankelijk betalingsverkeer. Wij vinden het in dit verband van groot belang dat banken niet categoraal klanten uitsluiten, maar dat zij maatwerk toepassen op basis van de integriteitsrisico’s van een individuele klant.

Download Toezicht in beeld 2021 (pdf)

Share Button