Bron
Milieudefensie
Het overschakelen op het verzekeren van duurzame projecten zoals zon en wind via exportkredietverzekeraar Atradius DSB levert meer banen op dan doorgaan op de oude fossiele voet. Een dergelijke ambitieuze stop op fossiele projecten draagt niet alleen bij aan het aanpakken van klimaatverandering, het zorgt ook voor meer werkgelegenheid en verbetert de economische positie van Nederland in een snel veranderende wereld. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van onderzoeksinstituut Cambridge Econometrics (CE) ¨Export Credit Support in The Netherlands: Fossil Phase Out and Job Impacts¨, in opdracht van Milieudefensie, Oil Change International (OCI) en Both ENDS.
Overgang naar hernieuwbare energie biedt veel baankansen
Nederland besloot op de klimaattop in Glasgow per eind 2022 te stoppen met het verlenen van publieke financiële steun aan fossiele projecten in het buitenland. In Nederland betreft dat met name de Exportkredietverzekering. Vertegenwoordigers van de industrie hebben sindsdien veelvuldig gewezen op de banen die verloren zouden gaan als gevolg van dit besluit.
“De feiten laten een ander plaatje zien dan het doemscenario dat de industrie schetst”, zegt Niels Hazekamp van Both ENDS. “Het onderzoek van CE wijst uit dat als Nederland vanaf 2022 voor 100% overschakelt op exportsteun voor hernieuwbare energie (zon- en windenergie), er in 2025 30% meer banen kunnen ontstaan dan als we doorgaan met fossiel.
De onderzoekers schrijven dat voor elke 1 miljoen euro aan zonne-energie tot drie keer meer banen worden ondersteund dan in gasgestookte energie. Zonne-energie is namelijk arbeidsintensiever.
Nederland verzekert nog altijd vooral fossiel
Tussen 2015 en 2020 verzekerde Nederland voor 7,7 miljard euro aan energieprojecten in het buitenland1. Meer dan 89% procent daarvan was voor olie- en gasprojecten. Een klein groepje bedrijven actief in de maritieme sector profiteerde van deze fossiele steun: slechts 15 ondernemingen waren goed voor meer dan de helft van de totale verzekerde waarde.
Risico’s
Het onderzoeksrapport wijst op de risico’s van aanhoudende Nederlandse exportsteun aan de fossiele industrie, zoals onder andere het missen van de boot op het gebied van duurzame innovatie. Ondernemersvereniging VNO-NCW ziet daarentegen nu het risico dat landen als Rusland en China in het fossiele ‘gat’ zullen springen en Nederland daarmee op achterstand komt.
“Door dit kortetermijn-denken komt Nederland uiteindelijk juist op achterstand te staan”, zegt Laurie van der Burg van OCI. “De energietransitie is al onderweg. Als Nederlandse bedrijven vasthouden aan de energiebronnen van het verleden zijn ze niet toekomstbestendig en plaatsen ze zichzelf buiten spel.”
“Blijven inzetten op fossiel kan ook zeer nadelige gevolgen hebben voor de Nederlandse economie, door het ontstaan van aanzienlijke “stranded assets” (waardeloos geworden investeringen). Dit geldt ook voor ontwikkelingslanden waar deze projecten vaak plaatsvinden”, zegt Isabelle Geuskens van Milieudefensie. “Door de enorme investeringen in de infrastructuur rond fossiele projecten zullen deze landen hun grote potentieel voor hernieuwbare energie voorlopig niet of nauwelijks kunnen inzetten. Daar is dan simpelweg geen geld meer voor. Daardoor zullen ze uiteindelijk opnieuw achterop raken in de energietransitie, met alle economische en klimaatgevolgen van dien.”
¨Eerlijk omschakelen¨
Om de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie vlot te laten verlopen, is het belangrijk om rekening te houden met overgangskosten op korte termijn. Het rapport wijst daarom op het belang van het inbouwen van Just Transition (¨Eerlijk Omschakelen”)-