Bron
Morningstar
SFDR-fondsen ontkwamen niet aan het marktsentiment dat wordt gedomineerd door aanhoudende inflatiedruk, renteverhogingen, een dreigende wereldwijde recessie en geopolitieke risico’s. Daardoor kenden de Artikel 6 en Artikel 8 fondsen uitstroom van vermogen, terwijl de groenste fondsen onder Artikel 9 wel nieuw vermogen wisten aan te trekken.
Sinds de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) van de Europese Unie in maart 2021 van kracht is geworden, zijn vermogensbeheerders verplicht om fondsen die ze in de Europese Unie op de markt brengen, te classificeren als Artikel 6, 8 of 9, afhankelijk van hun duurzaamheidsdoelstellingen.
Per eind september meldde 33,6% van de Europese fondsen dat ze “milieu- en/of sociale kenmerken bevorderen” (Artikel 8), terwijl 4,3% claimde “een duurzame doelstelling” te hebben (Artikel 9). De rest zijn Artikel 6 fondsen die geen ESG-kenmerken claimen.
Wat het beheerd vermogen betreft waren de Artikel 8 en Artikel 9 fondsen goed voor een groter deel van het Europese universum: samen 53,5%, op te splitsen in 48,3% voor Artikel 8 fondsen en 5,2% voor Artikel 9 fondsen.
Negatief sentiment
Tegen de achtergrond van aanhoudende inflatiedruk, renteverhogingen, een dreigende wereldwijde recessie en geopolitieke risico’s na de Russische invasie in Oekraïne, kregen de Artikel 8-fondsen in het derde kwartaal te maken met een netto-uitstroom van €28,7 miljard. Dat is iets minder dan de €31,6 miljard in het voorgaande kwartaal. Artikel 8 fondsen hielden ook beter stand dan hun Artikel 6 tegenhangers, waar de uitstroom in het derde kwartaal verergerde tot €62,1 miljard.
Ondertussen bleven beleggers nieuw geld stoppen in Artikel 9-producten. In het derde kwartaal noteerden die een netto-instroom van €12,6 miljard, ruim het dubbele van de €6 miljard die er in het tweede kwartaal bijkwam.
Het positievere beeld voor Artikel 9-fondsen is des te opvallender als we kijken naar de organische groeipercentages, die de groei van stromen ten opzichte van activa meten. De organische groeicijfers voor Artikel 9-producten waren de hoogste sinds de introductie van SFDR en zijn dit jaar positief gebleven. Ondertussen zakten de organische groeipercentages voor Artikel 8- en Artikel 6-fondsen dieper weg.
Ondanks een netto-uitstroom en dalende marktprijzen, steeg het beheerd vermogen van de Artikel 8 en Artikel 9 in het derde kwartaal met bijna 3% tot €4.300 miljard, dankzij nieuw gelanceerde en geherclassificeerde fondsen. Ter vergelijking: de assets in de Artikel 6 fondsen zijn in die periode met bijna 7% gedaald.
Nieuwe fondsen: meer klimaat en biodiversiteit
De productontwikkeling vertraagde enigszins, met 137 nieuwe Artikel 8 en 52 Artikel 9-fondsen die in de afgelopen drie maanden zijn gelanceerd. Vergeleken met het tweede kwartaal vertegenwoordigden de nieuwe Artikel 8 en Artikel 9-fondsen in het derde kwartaal een kleiner deel van de totale nieuwe lanceringen, maar hun marktaandeel bleef boven de 50% met om precies te zijn 56%.
Klimaatfondsen zijn verreweg het meest populaire thema bij de nieuwe producten. Er kwamen 34 nieuwe klimaatfondsen op de markt, die alle soorten klimaatinvesteringen omvatten. Deze stellen beleggers in staat het klimaatrisico in portefeuilles te verminderen of blootstelling te krijgen aan bedrijven die zullen profiteren van of bijdragen aan de overgang naar een CO2-arme economie.
Andere nieuwe duurzame producten zijn gericht op een verscheidenheid aan milieu- en sociale kwesties, waaronder biodiversiteit, een gezond ecosysteem, voedselzekerheid en gezondheidszorg.
Herclassificatie: meer upgrades en meer downgrades
Ook in het derde kwartaal zijn vermogensbeheerders doorgegaan met het opwaarderen van fondsen door ESG-integratieprocessen te verbeteren, bindende ESG-criteria toe te voegen (inclusief CO2-reductiedoelstellingen) of in sommige gevallen het mandaat van de strategie volledig te wijzigen.
In het afgelopen kwartaal hebben 383 fondsen hun SFDR-status gewijzigd. Daarvan waren er 342 een upgrade, en daarvan gingen er 315 omhoog van Artikel 6 naar Artikel 8. Zeven werden er opgewaardeerd van Artikel 6 naar Artikel 9 en 20 fondsen maakten de stap van 8 naar 9.
De andere kant op kwam ook voor: 41 fondsen werden gedegradeerd van Artikel 9 naar 8. Onderstaande tabel toont de 10 grootste downgrades:
AXA IM, dat de afgelopen maanden 21 strategieën heeft verlaagd van Artikel 9 naar Artikel 8 en aankondigde om er nog eens 24 te verlagen, stelde dat “SFDR II niveau een striktere interpretatie van de criteria van Artikel 9 vereist. Hoewel het begrip duurzaam beleggen nog steeds onderhevig is aan verschillende interpretaties en er tot dusver geen richtlijnen zijn gegeven door de Europese regelgever, hebben we de proactieve beslissing genomen om vooruit te lopen op de implementatie van SFDR Level II door de classificatie van onze producten te herzien.”
In het licht van al deze recente ontwikkelingen valt te verwachten dat meer Artikel 9-producten in de komende maanden zullen worden geherclassificeerd naar Artikel 8.
Passieve fondsen
Ondertussen bleven passieve fondsen terrein winnen bij zowel Artikel 8 als Artikel 9 en bereikten per eind september marktaandelen van respectievelijk 8,9% en 24,3%, tegen 8,7% en 23,0% drie maanden eerder.
Het grotere marktaandeel voor passieve Artikel 9-fondsen kan deels worden verklaard door het groeiende aantal omvangrijke indexfondsen en ETF’s die EU-klimaatbenchmarks volgen. Dergelijke strategieën zijn momenteel goed voor ongeveer €75 miljard, of 18% van het totale vermogen van Artikel 9 fondsen. Maar nu vermogensbeheerders hun op het klimaatakkoord van Parijs afgestemde en hun klimaattransitie benchmark volgende producten beginnen te herclassificeren als Artikel 8, kunnen we verwachten dat het marktaandeel voor passieve Artikel 9-fondsen zal dalen.