Omdat klimaateffecten door beleggers nog worden onderschat, worden klimaatrisico’s onvoldoende meegenomen in beleggingen op financiële markten. Hierdoor wordt te weinig geïnvesteerd in activiteiten die de klimaatrisico’s voor de samenleving kunnen verkleinen, zoals de energietransitie. Dat zegt Aerdt Houben, divisiedirecteur Financiële Markten bij DNB.
Houben: “We hebben betere klimaatinformatie nodig, zodat beleggers de risico’s en de kansen beter kunnen inschatten. Zo komen zaken meer in beweging én kunnen we schokken op de financiële markten voorkomen. Dit is hard nodig, want de schokken kunnen in de toekomst ontstaan als gevolg van de klimaatrisico’s zelf of door het klimaatbeleid van overheden, bijvoorbeeld als dat opeens sterk verandert. Financiële markten zijn gebaat bij gerichte en ruim beschikbare informatievoorziening.”
Waarom is het belangrijk dat financiële markten klimaatrisico’s goed inprijzen?
“Klimaatverandering zelf, maar ook de maatregelen om die tegen te gaan, hebben een grote economische impact. De hevige overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 lieten al zien hoe klimaatverandering financiële gevolgen heeft, bijvoorbeeld voor verzekeraars. Maar ook het klimaatbeleid van de Nederlandse overheid beïnvloedt het bedrijfsleven en daarmee financiële markten. Bedrijven moeten bijvoorbeeld hun bedrijfsmodellen verduurzamen. Doen ze dat niet en stoten ze te veel CO2 uit, dan is hun bedrijfsmodel op een gegeven moment niet meer levensvatbaar. Als markten niets doen met deze risico’s, kan dit leiden tot serieuze financiële schokken.”
“Bijvoorbeeld wanneer beleggers zich plots realiseren dat een bedrijf in de toekomst mogelijk niet meer winstgevend is. Op dat moment willen beleggers allemaal door dezelfde uitgang naar buiten. Als de financiële geschiedenis ons iets heeft geleerd, is het wel dat we dat moeten voorkomen. Beleggers, overheden, centrale banken en academici realiseren zich steeds meer dat klimaatrisico’s ook financiële risico’s zijn. En dat iedereen aan de slag moet om die te verkleinen.”
“Maar het punt is breder. Financiële markten hebben een sturende rol door het sluizen van geld van spaarders naar investeerders. Dat kunnen ze alleen goed doen als de prijzen evenwichtig zijn. Op dit moment worden klimaateffecten onderschat. Dat beperkt de financiering van activiteiten die klimaatrisico’s verkleinen, zoals investeringen in de energietransitie.”
Hoe komen klimaatrisico’s tot uiting in financiële markten? En zie je dat beleggers klimaatrisico’s belangrijker zijn gaan vinden?
“Je zou moeten zien dat de prijzen van bijvoorbeeld aandelen en obligaties zich aan klimaatrisico’s aanpassen. Zo zou je verwachten dat een bedrijf met een hoge C02-uitstoot een hogere rente moet betalen op obligaties dan een identiek bedrijf met een lagere C02-uitstoot. Deze hogere rente is namelijk een compensatie voor een hoger risico van dit bedrijf. Hoewel we langzaamaan bewegingen in de marktprijzen zien, zijn deze nog beperkt. We staan nog aan het begin.”
“Internationale instellingen, zoals het IMF, de ECB en de OECD, zien ook eerste tekenen van de inprijzing van klimaatrisico’s op financiële markten, maar waarschuwen dat deze beprijzing nog tekortschiet. Prijzen passen zich dus wel enigszins aan op klimaatrisico’s voor bedrijven, maar de aanpassing weerspiegelt volgens deze instellingen slechts een deel van de risico’s.”
Wat maakt dat inprijzen zo moeilijk is? Wat kunnen we daaraan doen?
“De kwaliteit, kwantiteit en vergelijkbaarheid van de informatie over klimaatrisico’s moet verbeteren. We hebben onvoldoende kwalitatief goede informatie over de blootstellingen van bedrijven aan klimaatrisico’s. Als ze al rapporteren over hun klimaatgerelateerde blootstellingen, passen bedrijven nu nog verschillende methoden toe in hun rapportages, wat het voor investeerders moeilijk maakt om ze te vergelijken. Bovendien passen ook ESG-beoordelaars, die bedrijven een zogenaamde ESG-score toekennen, verschillende methoden toe. Hierdoor verschillen de scores tussen de verschillende beoordelaars, waardoor het voor investeerders nóg moeilijker is om in te schatten welke informatie daadwerkelijk schuilgaat achter de beoordeling.”
“Deze informatie kan op verschillende manieren worden verbeterd. Een eerste mogelijkheid is om bedrijven te verplichten klimaatinformatie te rapporteren. Daarnaast kunnen internationale standaarden aangeven welke klimaatinformatie gerapporteerd moet worden. Verder is het nuttig om de methodologie van ESG-beoordelaars transparant te maken, zodat beleggers beter begrijpen hoe deze scores tot stand komen en manieren kunnen ontwikkelen om ze vergelijkbaar te maken.”
“Tot slot is een duidelijk en geloofwaardig lange-termijn klimaatbeleid van overheden essentieel. Uit onderzoek blijkt dat dit onmisbaar is voor een goede inprijzing van klimaatrisico’s op financiële markten. In Europa doen we het wat dat betreft niet slecht. Zo is er een CO2-prijs, wat door economen als de meest efficiënte manier van klimaatbeleid wordt gezien, en hebben we uitstootdoelstellingen voor 2030 en 2050, op basis waarvan beleggers de toekomst kunnen proberen in te schatten. Maar dit is er nog niet voor alle werelddelen. Ook moeten Europese landen zich afvragen of de middellange-termijn-doelen richtinggevend genoeg zijn en of de CO2-prijs voldoende hoog ligt. Hoe langer overheden wachten met effectieve maatregelen, des te hoger de kans dat het klimaatbeleid abrupt aangescherpt wordt. Dan dreigt een chaotische transitie met extra risico’s voor de financiële stabiliteit.”
Waarom kijkt DNB hiernaar? Wat doet DNB op het gebied van klimaatrisico’s?
“Het risico op financiële schokken neemt toe als overheden beleidsingrepen uitstellen en financiële markten klimaatrisico’s onvoldoende inprijzen. Zulke abrupte prijsschokken leiden op hun beurt tot risico’s voor de financiële stabiliteit. Financiële instellingen met vorderingen op bedrijven die veel CO2 uitstoten, zullen dan opeens grote verliezen moeten nemen. Als je klimaatrisico’s beter inprijst, voorkom je dat zulke risico’s zich materialiseren. Dat is natuurlijk van groot belang voor DNB als centrale bank.”
“Omdat klimaatverandering én effectief klimaatbeleid allebei niet ophouden bij de grens, maken wij bij DNB ons in internationale gremia hard voor beleid dat inprijzing bevordert. Zo organiseerde DNB in samenwerking met de Bank for International Settlements (BIS) in september 2022 een bijeenkomst van academici, beleggers, energiebedrijven en centrale banken, waarbij we hebben blootgelegd waar precies de belemmeringen zitten en wat beleidsmakers daaraan kunnen doen. Recent publiceerden we een analyse over het onderwerp evenals een literatuuroverzicht. Ook in andere internationale organisaties dragen we bij aan kennisopbouw over het functioneren van duurzame financieringsmarkten en de beprijzing van klimaatrisico’s. Ik denk bijvoorbeeld aan een rapport van het Network for Greening the Financial System (NGFS), maar ook aan een rapport van de OESO-werkgroep voor financiële markten, waar ik voorzitter van ben.”
“Daarnaast vragen we als toezichthouder natuurlijk aan ‘onze’ financiële instellingen dat ze klimaatrisico’s beheersen. Onze toezichtcollega’s hebben recent nog een rapport gepubliceerd over de integratie van duurzaamheidsrisico’s in de kernprocessen van de financiële sector. Tot slot zijn we onderdeel van de ECB, die niet lang geleden diverse maatregelen heeft aangekondigd om haar monetair beleid te vergroenen. Kortom, deze trein rijdt. Niet alleen bij ons als centrale bank en toezichthouder, maar ook bij financiële instellingen en steeds meer op financiële markten.”
Aerdt Houben is verantwoordelijk voor de beleggingen van DNB en voor de uitvoering van monetaire operaties van het Eurosysteem. Hij analyseert de ontwikkelingen op de financiële markten, en zet zich bij DNB en diverse internationale gremia in voor duurzame financiële markten.