Pensioenfonds ABP heeft een groot deel van haar liquide beleggingen in de producenten van fossiele energie verkocht. Hieronder vallen alle aandelen en bedrijfsobligaties in ontwikkelde economieën zoals de Verenigde Staten, Singapore of Australië.
“We beleggen daarmee niet langer in grote bedrijven als Shell, BP en Total Energies. In totaal heeft ABP voor ongeveer € 9 miljard aan beleggingen in producenten van fossiele energie verkocht. De verkoop van beleggingen is dit kwartaal nog niet terug te zien in onze laatste beleggingslijsten. We plaatsen die altijd met een kwartaal vertraging.
Blijven over: opkomende markten en illiquide beleggingen
Wat nog overblijft zijn onze aandelen in opkomende markten (circa € 1 miljard). Die verkopen we naar verwachting dit jaar, nadat ook deze aandelen zijn losgemaakt uit de beleggingspools. Daarna volgt nog de afbouw van de € 5,6 miljard in zogenoemde illiquide beleggingen. Voorbeelden hiervan zijn energiecentrales. Deze beleggingen zijn niet snel te verkopen omdat we hierbij gebonden zijn aan contracten. Die kunnen soms nog tot 10 jaar lopen. Zoals eerder aangekondigd hebben we voor de afbouw van deze beleggingen langer nodig.
Aandelen bijna allemaal losgemaakt
We beleggen via onze uitvoerder APG in pools met andere pensioenfondsen. Om onze aandelen in fossiele producenten te kunnen verkopen, moeten deze eerst worden losgemaakt uit deze beleggingspools. Dit geldt dus alleen nog voor onze aandelen in fossiele producenten in opkomende economieën. Ook deze aandelen (circa € 1 miljard) bouwen we af, maar zolang we in de pools zitten, kan het nog voorkomen dat er aandelen worden aangekocht.
Om te bepalen in welke bedrijven we niet meer beleggen, hanteren we specifieke definities en criteria. Hier leest u daar meer over. Dat we nu niet langer beleggen in de grote producenten van fossiele brandstoffen, betekent ook dat we niet langer meestemmen op de aandeelhoudersvergaderingen van concerns als Shell.”