Bron
BNP Paribas
Het aantal institutionele beleggers dat kapitaal alloceert aan investeringen die meetbare positieve effecten opleveren naast financiële rendementen neemt toe, blijkt uit een enquête van BNP Paribas onder 420 vermogensbeheerders, pensioenfondsen, hedgefondsen en private equity-partijen. Gebrekkige datakwaliteit wordt genoemd als de grootste barrière voor ESG-integratie, met name bij het aanpakken van financiële risico’s veroorzaakt door klimaatverandering. Ondanks deze beperking besluiten institutionele investeerders ESG wel mee te nemen in hun portfoliomanagement en investeringsbeslissingen.
De vierde editie van BNP Paribas’ ESG Global Survey 2023 onderzoekt de ontwikkeling van institutionele beleggers op het gebied van duurzaamheid in drie afzonderlijke rapporten, die eind van het jaar worden uitgebracht. Het eerste rapport (vandaag gepubliceerd) richt zich op ESG-data en -rapportage. Het tweede rapport onderzoekt netto nul-doelstellingen en het derde rapport gaat in op de integratie van ESG-expertise in de bedrijfsvoering.
Belangrijke bevindingen van de BNP Paribas ESG Global Survey 2023 zijn onder meer:
- Strategieën om de transitie naar een koolstofarme economie te versnellen nemen toe, ondanks druk op externe commitment van inversteerders aan netto nul-doelstellingen: 41% van de respondenten zegt dat toewerken naar netto nul momenteel een prioriteit is in hun organisatie, en 48% verwacht dat dit binnen twee jaar het geval is. In 2021 had slechts 18% van de investeerders zich gecommitteerd aan een netto nul-doelstelling. 33% gaf toen aan dit te overwegen.
- Impactinvesteringen nemen in belang toe: 54% van de respondenten verwacht dit in de komende twee jaar toe te passen (tegenover 45% nu). Daarmee wordt Impact Investing naar verwachting de meest populaire ESG-benadering wereldwijd.
- De beperkte kwaliteit van data blijft de grootste barrière voor ESG-investeringen: 71% van de respondenten zegt dat inconsistente en onvolledige ESG-data een aanzienlijk obstakel vormen voor bredere toepassing van ESG (+17 procentpunt ten opzichte van 2021). Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, geeft 65% van de respondenten aan meerdere databronnen te gebruiken en vergelijken. 37% van de ondervraagden zegt eigen onderzoeksmethodologieën te gebruiken.
- Data over biodiversiteit loopt achter op klimaatgegevens: 66% van de institutionele beleggers is van mening meer te moeten doen om rekening te houden met biodiversiteitsverlies of andere milieudoelen, zoals watergebruik, afvalrecycling en het beschermen van kwetsbare ecosystemen. Toch bevinden biodiversiteitsgegevens zich nog in de beginfase.
- Actief eigenaarschap speelt een sleutelrol: 45% van de respondenten zegt dat actief beheer de komende twee jaar een belangrijk ESG-doel wordt. 76% ziet klimaatverandering en het terugdringen van de CO2-voetafdruk als prioriteit bij het stembeleid, engagement en aanpassingen in het investeringsbeleid.
- ESG-expertise wordt geïntegreerd in bedrijfsonderdelen verantwoordelijk voor investeringsbeslissingen: 51% van de respondenten zegt dat diens organisatie ESG-expertise en gegevens integreert in portfoliomanagement, waarbij de APAC-regio met 57% voorop loopt. 42% van de ondervraagden zegt dat ook ESG-expertise en gegevens te hebben geïntegreerd in risicobeheer, en 37% in monitoring en compliance van ESG.
- Regelgeving en reputatierisico’s zijn belangrijke drijfveren: Respondenten hebben het meest waarschijnlijk de financiële relevantie van ESG-regelgeving en reputatierisico’s geëvalueerd (60% respectievelijk 58%). Investeerders hebben het minst waarschijnlijk de financiële relevantie van biodiversiteitsverlies beoordeeld, namelijk 32%.
Sophie Devillers, Head of Sustainable Finance, Securities Services bij BNP Paribas: “Onze meest recente enquête laat een ontwikkeling zien in de wijze waarop institutionele beleggers naar ESG kijken. Sinds 2017 is er een verschuiving zichtbaar van het zoeken naar een antwoord op de vraag “waarom” ESG te integreren, naar “hoe” ESG-implementatie gerealiseerd moet worden. In toenemende mate slagen ze erin om uitdagingen te overwinnen die zijn veroorzaakt door gebrekkige ESG-data, netto nul-doelstellingen te realiseren en ESG-expertise te integreren in hun bedrijfsvoering. De komende twee jaar zijn cruciaal voor hen om ESG-strategieën daadwerkelijk te implementeren.”
Delphine Queniart, Head of Sustainable Finance Client Engagement, Global Markets bij BNP Paribas zegt: “Deze enquête toont aan dat duurzame financiering snel volwassen wordt, gezien de betrokkenheid van beleggers in alle regio’s van de wereld. We zien sprekende voorbeelden van investeerders die manieren vinden om met de beperkte kwaliteit van gegevens om te gaan, samenwerken met anderen en nieuwe gegevensbeheertechnieken benutten om duurzaamheid effectief in bedrijfsvoering toe te passen. Naarmate deze trend zich voortzet, zullen investeerders beter in staat zijn om te profiteren van nieuwe kansen en kunnen zij hun invloed gebruiken om kapitaal te alloceren aan investeringen die aantoonbaar positieve impact nastreven.”
Marie-Gwenhaelle Geffroy, Global Head of ESG, Sustainability and Private Capital Practice, Financial Institutions Coverage bij BNP Paribas, legt uit: “ESG-gegevens moeten investeerders helpen om portefeuilles te beoordelen, risico’s te beheren en rekening te houden met de huidige en historische impact van de ESG-componenten op prestaties en strategie. Het is nu meer dan ooit belangrijk, als we duurzaamheid willen omzetten in een kans, dat ESG-gegevens worden geïntegreerd in beleggingsstrategieën.”
Over het onderzoek
Deze enquête is gebaseerd op gegevens verzameld tussen april en juli 2023 van 180 asset owners, 180 assetmanagers en 60 hedgefondsen en private equity-fondsen in Europa (50%), Azië-Pacific (28,6%) en Noord-Amerika (21,4%), met naar schatting USD 51,2 biljoen aan vermogen onder beheer. 64% van alle respondenten had meer dan USD 25 miljard aan beheerd vermogen. De resultaten werden vergeleken met eerdere ESG Global-enquêtes van BNP Paribas.