Nieuwe Milieulijst stimuleert investeringen in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen

Via de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) maakt de overheid het investeren in innovatieve en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen extra aantrekkelijk. Het budget voor de MIA\Vamil bedraagt voor 2024 in totaal € 217 miljoen. Voor 2024 zijn 243 bedrijfsmiddelen aangewezen die in aanmerking komen voor fiscaal voordeel. Met de nieuwste aanpassingen draagt de Milieulijst 2024 bij aan beleidsdoelen van de overheid, zoals de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie en een gezonde leefomgeving. In de eerder dit jaar verschenen beleidsevaluatie zijn de MIA en Vamil in 2023 positief geëvalueerd en doeltreffend en doelmatig bevonden.

Milieulijst 2024

Met de MIA profiteren bedrijven van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 45% van het investeringsbedrag. Die aftrek komt bovenop de gebruikelijke investeringsaftrek. Met de Vamil kan tot 75% van de investeringskosten worden afgeschreven. Het netto belastingvoordeel van MIA\Vamil kan netto oplopen tot ruim 14% van het investeringsbedrag. Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor fiscaal voordeel met de MIA\Vamil staan vermeld op de Milieulijst. De Milieulijst wordt jaarlijks aangepast. De Milieulijst 2024 is op 28 december 2023 in de Staatscourant gepubliceerd. Om op de lijst te komen moet een bedrijfsmiddel een aanzienlijke milieuverdienste hebben, boven de wettelijke norm, en ook innovatief zijn (en daarmee duurder ten opzichte van het gangbare alternatief in de branche).

Nieuwe samenstelling lijst

De MIA\Vamil stimuleert duurzaam grondstoffen- en watergebruik en technieken om emissies naar lucht, bodem en water te verminderen voor de sectoren industrie, mobiliteit, landbouw en de bouw.

Door gewijzigde Europese staatssteunregels en de aanbevelingen van de eerder dit jaar verschenen beleidsevaluatie van de MIA\Vamil is de nieuwste Milieulijst aanzienlijk aangepast. Ten opzichte van 2023 zijn 108 bedrijfsmiddelen van de lijst verwijderd, 112 inhoudelijk gewijzigd en zijn 6 nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen. De lijst is strikter geactualiseerd om daarmee meer dynamiek in de Milieulijst aan te brengen. Dit betekent dat bedrijfsmiddelen sneller uit de lijst worden verwijderd als deze gangbaar aan het worden zijn (en vaak al langer op de Milieulijst staan) of als een overlap is met andere vormen van stimulering. Ook wordt strikter gekeken of stimulering nog passend is, omdat bijvoorbeeld de hogere aanschafprijs niet langer een knelpunt is.

Grondstoffenbesparing

Om te komen tot een circulaire economie stimuleert MIA\Vamil ook in 2024 bedrijfsmiddelen die grondstoffen besparen, kringlopen sluiten en het gebruik van hernieuwbare materialen bevorderen. Het toepassen van primaire biomassastromen als grondstof is in 2024 niet langer mogelijkProductieapparatuur waarvoor duurzame biomassa wordt gebruikt, is beperkt tot bedrijfsmiddelen waarbij de toegepaste biomassa een afvalstof of bijproduct is. Nieuw op de lijst binnen deze categorie is een tapsysteem voor water en frisdranken, bedoeld voor het verminderen van het gebruik van wegwerpverpakkingen zoals flessen en pakken.

Duurzame landbouw

Voor bepaalde investeringen op het gebied van duurzame landbouw is de steunruimte vergroot. Voor stallen en kassen is het maximaal in aanmerking komende investeringsbedrag verhoogd. Emissiearme vloeren bij melkveestallen komen niet langer in aanmerking voor MIA\Vamil. Uit recent onderzoek blijkt dat deze emissiearme vloeren in de praktijk, vergeleken met traditionele roostervloeren, geen emissiereductie opleveren. Emissiearme stalsystemen in varkens- en pluimveestallen komen nog wel in aanmerking. Nieuw op de lijst: mechanische bestrijdingsapparatuur voor plagen in land- en tuinbouwgewassen en apparatuur voor het verminderen van ammoniak- en methaanemissies tijdens het uitrijden van dierlijke mest.

Duurzame mobiliteit

Vanwege Europese regelgeving worden er strengere eisen gesteld aan vervoersmiddelen en werktuigen met een fossiele brandstofmotor. Dit heeft geleid tot het vervallen van bepaalde bedrijfsmiddelen, zoals de hybride en dual-fuel variantenNieuwe staatssteuneisen voor waterstof aangedreven werktuigen, zoals een verbod op mogelijk gebruik van grijze waterstof, zijn niet goed te controleren. Deze werktuigen staan daarom niet meer op de Milieulijst. Ook elektrische taxi’s komen in 2024 niet meer in aanmerking voor MIADe meerprijs van deze taxi’s ten opzichte van niet-elektrische taxi’s is te gering om nog te blijven stimuleren. De eisen van een elektrisch aangedreven bakfiets zijn aangescherpt; bakfietsen die ook voor privédoeleinden worden gebruikt, komen niet meer in aanmerking. De mogelijkheden voor oplaadpunten zijn ingeperkt. Alleen laadpunten voor zwaar vervoer komen nog in aanmerking (licht vervoer, zoals bestelauto’s, niet meer).

Klimaat en lucht

Gewijzigde Europese regelgeving op het gebied van Klimaat en Lucht heeft geleid tot een vermindering van het fiscale voordeel bij een aantal bedrijfsmiddelenOok zijn er bedrijfsmiddelen komen te vervallen zoals bepaalde types stikstof reducerende verwarmingsketels omdat deze werken op fossiele brandstoffenNieuw is het bedrijfsmiddel stikstof reducerende installaties voor een crematieoven. Om de stikstofemissie van de industrie verder te verlagen is het bedrijfsmiddel ‘NOx-emissie reducerende techniek’ verruimd (50% in plaats van 70% minder emissie dan wettelijk vereist). Het maximaal in aanmerking komende bedrag is verhoogd naar € 5 miljoen.

Gebouwde omgeving

De eisen van duurzame gebouwen zijn op punten aangescherpt. Duurzame gebouwen met industriefunctie komen voor maximaal 30.000 m2 bruto vloer oppervlak in aanmerking voor MIA. Het vereiste aandeel demontabele bouwproducten is bij circulaire gebouwen verhoogd naar 50%. Ook is een minimale energie-eis opgenomen. Verschillende bedrijfsmiddelen met betrekking tot gebouwinrichting en bouwmaterialen zijn door gewijzigde Europese staatssteunregels vervallen.

Over de uitvoering MIA\Vamil

Het ministerie van lnfrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Financiën zijn verantwoordelijk voor de MIA\Vamil-regeling. De Belastingdienst en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voeren de regelingen uit. RVO ondersteunt de regeling met onder andere de coördinatie van voorstellen voor de Milieulijst, een helpdesk, technische controles van de meldingen en technisch inhoudelijke advisering. De Belastingdienst besluit over de toekenning van MIA en/of Vamil.

Uit de eerder dit jaar gepubliceerde beleidsevaluatie 2017- 2021 is gebleken dat zowel MIA als Vamil doelmatige, doeltreffende en efficiënte regelingen zijn. In totaal is in de evaluatieperiode bijna € 11 miljard aan milieuvriendelijke investeringen met de MIA\Vamil ondersteund. Hiermee zijn 110.000 investeringen gemoeid. Het grootste deel van de investeringen is gedaan in de thema’s Mobiliteit, Gebouwde Omgeving en Voedselvoorziening en Landbouwproductie (samen 92%). Over de doelmatigheid wordt geconcludeerd dat een euro steungeld via de MIA\Vamil € 6 tot ruim € 11 aan milieu-investeringen uitlokt (de zogenaamde bang for the buck). De onderzoekers geven aan dat dit als doelmatig bestempeld kan worden.

Links:

Share Button