Bron
RVO Nederland
Voor 2025 trekt de overheid 189 miljoen euro uit voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en 20 miljoen euro voor de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). MIA en Vamil bieden ondernemers een fiscaal voordeel als zij investeren in een van de 225 innovatieve en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Vanaf 1 januari neemt RVO de afhandeling van beroep en bezwaar over van de Belastingdienst.
De MIA\Vamil stimuleert duurzaam grondstoffen- en watergebruik en technieken om emissies naar lucht, bodem en water te verminderen voor de sectoren industrie, mobiliteit, landbouw en de bouw. De MIA wordt ieder jaar veel gebruikt door bedrijven. Om zoveel mogelijk bedrijven fiscaal voordeel te kunnen bieden, is de regeling aangepast. Zo wordt het maximum jaarlijkse investeringsbedrag per belastingplichtige voor alle bedrijfsmiddelen verlaagd naar 25 miljoen euro. Voor een specifiek bedrijfsmiddel kan een lager maximaal bedrag gelden. Ook mag de MIA\Vamil niet meer gecombineerd worden met een aantal subsidies, dat geldt voornamelijk voor mobiliteit. Daarnaast zijn er verlagingen van het maximum en van enkele aftrekpercentages voor de MIA bij duurzame en circulaire gebouwen.
Tijdwinst door snellere duidelijkheid
De Rijkdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) neemt per 1 januari 2025 de bezwaar- en beroepsprocedure van de MIA\Vamil over van de Belastingdienst. Doordat RVO zelf de besluiten gaat nemen, krijgt de aanvrager eerder duidelijkheid over de toekenning. En kan een eventueel bezwaar worden afgehandeld vóór vaststelling van de belastingaangifte.
Aanpassingen in de Milieulijst
Bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor fiscaal voordeel van de MIA\Vamil staan vermeld op de Milieulijst. Om op de lijst te komen, moet een bedrijfsmiddel een aanzienlijke milieuverdienste hebben boven de wettelijke norm en ook innovatief zijn (en daarmee duurder ten opzichte van het gangbare alternatief in de branche).
Nieuw per 1 januari zijn voor het grondstoffen- en watergebruik de inzamel- en het geldretoursysteem voor herbruikbare bekers en een tankinstallatie voor ruitensproeiervloeistof om het gebruik van verpakkingen te verminderen. Voor de landbouw is een voorbeeld van een nieuw bedrijfsmiddel een desinfectiesysteem voor melkrobots en een onkruidmachine met lasers. Ook wordt het onder voorwaarden weer mogelijk om MIA\Vamil aan te vragen voor de kosten van nageschakelde technieken bij duurzame landbouw. Voor het onderdeel mobiliteit zijn onder andere nieuw: een elektrische bakfiets of cargobike met zonnepanelen, oplaadkluis voor elektrische fietsen, brom- of snorfietsen, draadloos oplaadpunt voor elektrische fietsen en een elektrisch of waterstof aangedreven locomotief. Voor het onderdeel gebouwde omgeving en klimaatadaptatie is een nieuw middel een zuiveringsinstallatie voor grijswaterrecycling en gevelimpregnering zonder PFAS en chemicaliën.
Duurzame mobiliteit
Een aantal voertuigen komt niet meer in aanmerking voor de MIA\Vamil. Dit geldt voor elektrische bestelauto’s, elektrische motorfietsen, speed-pedelecs, elektrische vorkheftrucks en elektrische taxi’s met 9 zitplaatsen of voor rolstoelvervoer. Stimulering blijft wel mogelijk voor waterstof aangedreven bestelauto’s. Voor bakfietsen zijn de eisen aangepast. In plaats van een minimum investeringsbedrag van 4000 euro is er een gewichtseis gekomen.
Gebouwde omgeving en klimaatadaptatie
Om budgettaire redenen zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd, zoals voor circulaire woningen die voor maximaal 700 euro per vierkante meter bruto vloeroppervlakte in aanmerking komen voor de MIA. Voor enkele duurzame gebouwen is het MIA-percentage verlaagd van 45% naar 36% en een gebouwdeel met industriefunctie komt nog voor maximaal 5000 vierkante meter bruto vloeroppervlakte in aanmerking voor MIA. Voor duurzame energie-installaties geldt dat deze weer als onderdeel van het gebouw worden gezien, waardoor ze ook meegenomen kunnen worden in de berekening van de milieuprestatie. Er zijn ook enkele verruimingen doorgevoerd, zoals voor de kosten van dakisolatie en dakbedekking die voortaan in een aanvraag voor een groendak meegenomen mogen worden. En er komt een hoger fiscaal voordeel voor een groen en gezond bedrijventerrein.
Over de uitvoering MIA\Vamil
Het ministerie van lnfrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Financiën zijn verantwoordelijk voor de MIA\Vamil-regeling. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de regelingen uit.
Links:
Meer over de MIA\Vamil (algemeen)
Wijzigingen MIA\Vamil 2025
Interactieve kaart met overzichten huidige bedrijfsmiddelen en technieken per sector (Industrie, Mobiliteit, Landbouw, Gebouwde omgeving)