Gewetenloos beleggen met nieuw fonds

(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 7 september 2002).

Dat politieke correctheid in Dallas niet hoog staat aangeschreven, is genoegzaam bekend sinds de gelijknamige televisieserie van begin jaren tachtig uit en over de stad. Niet voor niets ook huisde in het nabijgelegen Houston het inmiddels aan corrupt boekhouden ter ziele gegane energiebedrijf Enron. De staat Texas is bovendien de thuisbasis van George W. Bush, de huidige president van de Verenigde Staten. Waar bijna alle wereldleiders de moeite nemen om hun goede wil te tonen door af te reizen naar de milieuconferentie in Johannesburg, kiest deze ervoor om thuis een oorlog voor te bereiden op Irak.

Wie zal het daarom verbazen dat juist Dallas de stad is waar deze maand het Vice Fund wordt gelanceerd. Een fonds dat politieke incorrectheid in het vaandel draagt. Dit alles onder het motto: ‘When it’s good, it’s very very good. When it’s bad, it’s better.’ Het fonds investeert in bedrijven die actief zijn op terreinen die algemeen gezien worden als niet erg netjes, als ondeugdelijk. De tabaksindustrie, de wereld van het gokken en de defensie-industrie niet te vergeten.

Daarbij schermt het fonds met de prachtige rendementen die deze segmenten de afgelopen jaren hebben behaald. Erg inzichtelijk zijn de cijfers overigens niet. Want hoewel op de website van het fonds (www.vicefund.com) geschermd wordt met een onafhankelijke samensteller van de cijfers, wordt niet duidelijk welke bedrijven om welke reden in het cijfermateriaal zijn opgenomen. Het enige wat vermeld wordt, is dat bedrijven met een marktwaarde van minder dan $50 mln zijn geëlimineerd. Zoals gebruikelijk maakt de fondsbeheerder ook niet bekend in welke bedrijven de komende tijd zal worden geïnvesteerd. Vanaf 20 september staat het fonds genoteerd aan schermenbeurs Nasdaq.

De lancering van het fonds valt juist samen met de herdenking van 11 september vorig jaar. Dat lijkt niet toevallig, want volgens de initiatiefnemers is alleen de naam Osama bin Laden al voldoende om geld te willen investeren in de defensie-industrie. De manier waarop de aantrekkelijkheid van de verschillende investeringscategorieën wordt beschreven heeft sowieso iets simplistisch. De tabaksindustrie wordt verdedigd met de verwijzing naar de Founding Fathers waarvan er tenslotte ook verschillende tabaksboer waren. De enorme claims die tabaksbedrijven boven het hoofd hangen worden in het prospectus wel vermeld – dat moet nu eenmaal, staat er op de website – maar meteen ook gebagatelliseerd met een citaat uit het jaarverslag van British America Tobacco waarin beleggers wordt gewezen op de extremiteit van het Amerikaanse rechtssysteem waar megaclaims aan de orde van de dag zijn. De tabaksindustrie is echter een wereldwijde bedrijfstak, zo staat geschreven. De juridische problemen zijn een Amerikaans fenomeen en ook daar worden juist veel successen geboekt. De belegger hoeft zich dus geen zorgen te maken.

De verdediging van de drankindustrie is bijna hilarisch. ‘Welke belegger heeft, nadat hij de resultaten van zijn beleggingsportefeuille onder ogen kreeg, de afgelopen jaren niet eens gedacht: Ik heb een borrel nodig?’ Volgens de mensen achter het Vice Fund zijn dat er vast vrij veel geweest. De rendementen van de sector liegen er immers niet om.

Het zijn in ieder geval andere geluiden dan die van de afgelopen jaren juist zeer populaire groenfondsen en andere op maatschappelijk verantwoord ondernemen gerichte beleggingsfondsen. Het voor beleggers aantrekkelijke idee achter deze initiatieven is dat deze bedrijven minder kans hebben om in de toekomst te maken te krijgen met negatieve publiciteit in verband met schandalen als de schoenenproductie van Nike in het Verre Oosten en de kap van regenwoud door hamburgerketenMcDonald’s in Zuid-Amerika. Verschillende indices spelen op dit soort nobel beleggingsgedrag in. Vorig jaar lanceerde FTSE, het samenwerkingsverband van de Financial Times en de London Stock Exhange nog de FTSE4Good-indices. De op de Verenigde Staten gerichte index doet het weliswaar sinds 1996 beter dan de algemene index, maar laat toch een veel meer in de pas met traditionele indices lopende ontwikkeling zien dan het alternatief van politieke incorrectheid. Dat is ook geen wonder wanneer in aanmerking wordt genomen dat de criteria tamelijk breed zijn opgesteld waardoor bedrijven als Microsoft , AIG en Johnson & Johnson de belangrijkste vertegenwoordigers in de FTSE4Good US-index zijn.

Duidelijk is in ieder geval wel dat de resultaten zoals die door het Vice Fund voor de politiek incorrecte segmenten worden gepresenteerd, aanzienlijk beter zijn dan voor in Nederland actieve fondsen als het ASN Aandelenfonds en het Robeco Duurzaam Aandelenfonds. Over de afgelopen drie jaar hebben de fondsen negatieve rendementen laten zien van respectievelijk -9,7% en -11,4%. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat hierin de betrekkelijk rampzalige maand juli is meegeteld, terwijl dit voor de cijfers van het Vice Fund niet het geval is. Daarnaast zijn de lucratieve zomermaanden van medio 1999 bij ASN en Robeco juist niet meegeteld. Want tijdens de haussejaren op de beurs gooide met name het ASN-fonds hoge ogen.

Juist in de hosanna-jaren blijkt het aantrekkelijk om politiek correct te zijn. Als het even tegenzit moet alle franje weer worden afgegooid en telt uiteindelijk het eigen belang. Het Vice Fund – met het prospectus op gerecycled papier – verwijst in deze zin naar de bijbelse parabel van Kain en Abel. Abel is aardiger, maar Kain overleeft

Share Button