Vergelijkbaar met de groen beleggen regeling komt er ook een fiscale regeling voor sociaal-ethisch beleggen. Tijdens een kamerdebat is daar weer wat meer duidelijkheid over gekomen. Het wachten is namelijk nog op de ministeriële regeling hierover.
De leden van de fracties van de VVD, D66 en GroenLinks vragen naar de ministeriële regeling inzake sociaal-ethische projecten. Ook deze is nagenoeg afgerond en wordt voor publicatie aan de Tweede Kamer voorgelegd.
De leden van de fractie van de PvdA hebben in de Kamer bij de uitwerking van de ministeriële regeling sociaal-ethische projecten aandacht gevraagd voor de relatie met de wetgeving inzake financiële instellingen en beleggingsinstellingen. De leden vragen nu of al kan worden aangegeven of sociaal-ethische beleggingsfondsen, met projecten over de gehele wereld, aan dezelfde criteria kunnen worden gehouden als de «reguliere» beleggingsfondsen.
Een fonds dat wil kwalificeren als sociaal-ethisch fonds moet aan een
kwalitatieve en een kwantitatieve voorwaarde voldoen. Dit is overeenkom-stig de groenfondsen, zowel de groenfondsen die projecten in Nederland
financieren als de groenfondsen die projecten op de Nederlandse Antillen
en Aruba of het buitenland financieren, die ook aan een kwalitatieve en kwantitatieve voorwaarde moeten voldoen. Naast het feit dat deze regelingen hierdoor vergelijkbare voorwaarden kennen, geven ook de erva-ringen met groenfondsen geen aanleiding om afwijkende voorwaarden voor de sociaal-ethische fondsen op te stellen.
In het verlengde hiervan vragen de leden van de fractie van GroenLinks of
inmiddels een oplossing is gevonden voor de belemmeringen die Oiko-credit
lijkt te ondervinden bij de toepassing van de eerdere voorlopige regels.
De voorwaarden voor kwalificatie als sociaal-ethisch fonds zijn neergelegd
in artikel 5.15, tweede lid, van de Wet IB 2001 juncto artikel 29 Uitvoerings-regeling inkomstenbelasting 2001. Welbewust is gekozen voor de voor-waarde
dat een fonds alleen als sociaal-ethisch fonds kan kwalificeren als
het fonds is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992, dan wel in het register, bedoeld in artikel 18
van de Wet toezicht beleggingsinstellingen. Hiermee is de belegger in een sociaal-ethisch fonds verzekerd van onafhankelijk en deskundig toezicht vanwege De Nederlandse Bank. Oikocredit voldoet niet aan de hiervoor genoemde voorwaarde.