Bron
ASN Bank
Het ASN Aandelenfonds bestond in april jl. 10 jaar. De ASN Bank pionierde met dit eerste wereldwijd beleggende duurzame aandelenfonds in Nederland. Medeoprichter Michel Negenman en hoofd Beleggingsbedrijf Ab Engelsman over het fonds dat in ons land aan de wieg stond van duurzaam beleggen. ‘In de beginjaren gaven bedrijven niet thuis, nu komen ze vragen wat wij van hun duurzaamheidsbeleid vinden.’
Tien jaar na de oprichting is het ASN Aandelenfonds al lang geen eenzaam roepende in de woestijn meer. Grote banken bieden inmiddels allemaal wel een mogelijkheid om groen of duurzaam te beleggen, en iemand als SER-voorzitter Herman Wijffels noemde duurzaam ondernemen twee jaar geleden op de Dag van het Ethisch Beleggen al een onomkeerbare ontwikkeling. Maar dat is nu. In 1993 was de ASN Bank in Nederland de eerste bank die een wereldwijd beleggend aandelenfonds introduceerde op basis van duurzaamheidscriteria. In een tijd toen duurzaam ondernemen voor veel bedrijven nog een ver-van-mijn-bed show was.
Het idee van beleggen met duurzaamheidscriteria was niet nieuw. In de Verenigde Staten belegden de pensioenfondsen van werknemers al met dergelijke criteria. Zo werd niet belegd in bedrijven die iets van doen hadden met alcohol, tabak of gokken, en tijdens de Apartheid werden ook bedrijven actief in Zuid-Afrika uitgesloten. ‘Er was hier echter eigenlijk altijd sprake van uitsluitingscriteria’, vertelt Ab Engelsman. ‘Bedrijven die niet aan de criteria voldeden werden uitgesloten. Het ASN Aandelenfonds koos voor een breder spectrum. Naast uitsluiting ook positieve criteria. Ook bedrijven die zich positief onderscheidden op gebied van milieu, sociaal beleid en mensenrechtenkwesties kwamen in aanmerking voor beleggingen. Met die positieve criteria wilden we bedrijven prikkelen om zich in te zetten voor een duurzame wereld.’
Daarvoor was soms wel aanscherping van de criteria nodig, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten. ‘In plaats van een simpel ‘nee’ voor bedrijven met vestigingen in China of Indonesië, bekijken we nu eerst hoe ze omgaan met de mensenrechten in dat land’, vertelt Negenman. ‘Spelen ze een positieve rol in het bevorderen van mensenrechten, en beschermen ze hun medewerkers tegen schendingen ervan? Dan kunnen we zo’n bedrijf opnemen in het fonds. Je bereikt veel meer als je die bedrijven stimuleert en beïnvloedt. Daarnaast kunnen ze dan ook een belangrijke voorbeeldfunctie hebben.’
Duurzaamheidsanalyse
De criteria van het ASN Aandelenfonds gaven de ASN Bank de middelen om zich nog actiever in te zetten voor een meer duurzame en rechtvaardige wereld. Dat betekende: vragen stellen, veel onderzoek doen en vooral ook publiciteit zoeken. Bijvoorbeeld in het geval van Norit, toen nog beursgenoteerd. Negenman: ‘We vroegen ze hoe ze omgingen met afgegraven veen voor hun productie. Toen ze weigerden daar iets over te zeggen, zochten we de publiciteit met onze bevindingen. Ze waren er als de kippen bij om te vertellen hoe ze de grond aan de natuurlijke omgeving teruggaven. We gebruikten bedrijven op die manier als voorbeeld, zowel in goede als slechte zin.’
Daarvoor was wel steeds omvangrijker en diepgaander onderzoek nodig. Waar het onderzoek in de begintijd werd gedaan door twee medewerkers, is er nu de omvangrijke afdeling Duurzaamheidsanalyse die bedrijven onder de loep neemt. Negenman: ‘Door middel van directe contacten met de onderneming, specifieke questionnaires aangaande milieubeleid, sociale prestaties, mensenrechtenbeleid etc, wordt er een diepgaand duurzaamheidsprofiel opgesteld. De in 10 jaar opgebouwde kennis en ervaring met dit soort onderzoek, is uniek in Nederland.’ Waar de onderzoekers voorheen vaak afhankelijk waren van rapporten van de bedrijven zelf, zijn de informatiebronnen inmiddels enorm uitgebreid. Internet, bijvoorbeeld. ‘Als een bedrijf iets uithaalt in Nigeria, dan duurt het geen weken meer voor je via de media eens wat hoort’, vertelt Engelsman. ‘Nu staat het vaak binnen een paar dagen op het web.’
Ook veelvuldig contact met vakbonden, consumentenorganisaties en vooral ngo’s zorgt ervoor dat het doen en laten van bedrijven bij de research-afdeling steeds beter bekend is. De contacten met ngo’s als Amnesty International of Human Rights Watch waren in het begin vluchtig. ‘Alleen bij incidenten, zoals met de mensenrechtenschandalen rondom Nike destijds, werd er aan de bel getrokken’, vertelt Negenman. ‘Ngo’s wilden eigenlijk niets weten van het bedrijfsleven, en ook niet van ons. Dat is veranderd. Ze zien nu in dat er ook in het bedrijfsleven wel bedrijven te vinden zijn die zich inzetten voor mens en milieu. Inmiddels is de informatie-uitwisseling dan ook groot. Als we weten dat een bedrijf actief is in China vragen we direct bij de ngo’s na hoe die bedrijven daar omgaan met mensenrechtenkwesties.’
Openheid
Maar ook ondernemingen zelf komen nu steeds meer met informatie, bijvoorbeeld in de vorm van duurzaamheidsverslagen. ‘Bedrijven worden aan alle kanten gedwongen tot openheid’, zegt Negenman. ‘De grote multinationals zijn veel kwetsbaarder geworden door de publieke opinie en de macht van de consument. In de eerste jaren kwamen veel bedrijven niet in aanmerking voor het ASN Aandelenfonds omdat ze niets wilden zeggen, ook al was hun beleid op orde. Nu zien veel raden van bestuur in dat ze wel moeten. Ahold vraagt ons te wachten met uitsluiting tot hun onderzoek achter de rug is, en bedrijven als Shell of Unilver komen ons vragen wat we van hun duurzame beleid vinden. Waar we vroeger werden afgedaan met de directeur communicatie, krijgen we nu de voorzitter van de raad van bestuur aan de telefoon.’
Daarnaast krijgen bedrijven nu niet meer alleen de ASN Bank op bezoek, maar kloppen ook de grotere banken aan de deur. Ook zij bieden inmiddels immers allemaal een duurzame of groene beleggingsvariant. Het totale marktaandeel van duurzame beleggingsfondsen zal in de komende tijd dan ook alleen nog maar toenemen, zo voorspellen Negenman en Engelsman. ‘Het verschil is dat bij de ASN Bank alle financiële producten en diensten een bijdrage leveren aan het bevorderen van een meer duurzame en rechtvaardige samenleving. We blijven voorop lopen, maar we hebben steeds meer troepen achter ons.’
En ook het aantal bedrijven waarin duurzaam belegd kan worden zal alleen maar toenemen, verwachten Engelsman en Negenman. ‘Duurzaam ondernemen zal groeien, niet alleen vanwege de toenemende druk vanuit de samenleving, maar vooral ook vanwege het inzicht dat het leidt tot beter beleid en een meer rooskleurige toekomst voor een bedrijf’, aldus Engelsman. ‘Ook de pure kapitalist kan zich bedenken dat een bedrijf dat duurzaam onderneemt, alleen tevreden werknemers heeft en geen miljoenenclaims voor milieuschade op het bord krijgt, op de langere termijn een betere overlevingskans heeft. Ook in financieel-economisch opzicht kun je de voordelen tellen.’