(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 1 september 2003).
Een index voor duurzame beursfondsen maken is moeilijk. Voor de ene belegger deugt Shell wel, voor de ander niet.
‘Indices zijn een nuttig instrument voor beleggers om de duurzaamheid van bedrijven te beoordelen’, antwoordde staatssecretaris van Economische Zaten Karien van Gennip afgelopen week op kamervragen. Zij ziet wel wat in een duurzaamheidsindex, een beursbarometer dus die het koersverloop aangeeft voor beursfondsen die duurzaam ondernemen.
Duurzaam beleggen is in opmars, en daarmee de vraag naar een speciale koersindex voor dit soort bedrijven. Maar over de samenstelling valt te twisten. Shell wordt internationaal gerespecteerd om zijn duurzaamheid. Toch zijn er ‘duurzame beleggers’ die er niet over peinzen het aandeel te kopen.
Euronext houdt de boot af. De beurs wil zo’n ‘onpartijdige’ aanbieder van marktfaciliteiten niet zelf samenstellen. Euronext wil niet in de positie komen dat het een beursfonds uit de index moet halen, bijvoorbeeld omdat dit verantwoordelijk is voor een milieuramp.
‘Als uit de 25 fondsen van de AEX-index een duurzaamheidsindex zou worden samengesteld, hou je weinig over’, meent Hermar Jansen vermogensbeheerder van Theodoor Gilissen Bankiers. Het aan Triodos Bank gelieerde bureau Dutch Sustainability Research stelt juist dat de AEX-fondsen in een Europese vergelijking hoog scoren. En onder die grote Nederlandse fondsen scoort Shell het hoogst.
Duurzaamheidspionier Triodos zelf zal niet in het olieconcern beleggen. De bank put uit een eigen universum, de maandelijks doorNyfer berekende Triodos Internationale Index, waarin 180 ondernemingen zijn opgenomen. Olie- en gaswinning komt daarin niet voor.
‘Duurzaamheid is een containerbegrip’, zegt woordvoerder Thomas Steiner van Triodos. Het begrip is te algemeen. Iedereen laat er eigen normen en waarden op los.’ Het zal volgens Steiner daarom nog een hele toer worden voordat er zo’n index is, waar hij op zich wel een voorstander van is. ‘Het voegt iets toe en zet duurzaam beleggen nog meer op de agenda.’
Piet Sprengers, directeur van de Vereniging van beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO), reageert terughoudend. ‘We zijn er een beetje dubbel in. Het zou goed zijn als er index komt omdat het de aandacht voor duurzaam ondernemen kan vergroten. Anderzijds functioneert het ook zonder index goed.’ VBDO wil duurzaam beleggen niet afmeten aan een index. ‘Het gaat erom dat ook niet-financiële criteria meetellen en dat duurzaam beleggen de standaard wordt en niet een nichemarkt blijft.’
Pensioenfonds ABP heeft geen behoefte aan een duurzaamheidsindex. ‘Als er zo’n index komt, zullen wij die niet hanteren. Volgens onze beleggingscode selecteren wij ‘best-in-class’-ondernemingen. De rendementen op die groep worden vergeleken met de gewone indices. Wij voelen niet voor beleggingsrestricties of beleggingsdwang’, zegt ABP-jurist René Maatman.
Overigens bestaat er in Nederland al een dagelijkse duurzaamheidsindex van een andere pionier op dat gebied, de ASN Bank, die dagblad Trouw afdrukt. Buiten Nederland bestaan er twee algemeen geaccepteerde duurzame wereldindices: de Dow Jones Sustainability Index en de FTSE 4 Good Index. De commerciële animo voor beide indices is aanzienlijk. Alleen al om die reden zou het voor Euronext toch interessant kunnen zijn.
Ton Dieten