(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 3 september 2003).
Duurzaam beleggen neemt toe. De ontwikkelaars van indices spelen daarop in. Daarmee wordt het vele handwerk van duurzame beleggers verlicht.
Wat hebben ABN Amro , Aegon , Ahold , ING , Philips , Koninklijke Olie , Unilever en Wereldhave gemeen? Het zijn de enige Nederlandse ondernemingen die deel uitmaken van de Dow Jones Sustainability World Index. Deze gerespecteerde index bevat ongeveer 300 bedrijven uit dertig landen die zich positief onderscheiden op sociaal-ethisch en milieugebied. Maken de ontbrekende bedrijven er dan een potje van wat betreft milieu, mensenrechten, corporate governance en hun eigen werknemers?
Dat een onderneming als Heineken in de Dow Jones Sustainability World Index ontbreekt zegt niet veel. De bierbrouwerij kwam wel door de selectie van een andere groep van veel gebruikte indinces, de FTSE4 Good. Deze onderzoekt de duurzame en sociale prestaties van de beursgenoteerde bedrijven op dezelfde manier als zijn concurrent. Dat gebeurt door het toesturen van uitgebreide vragenlijsten. FTSE5Good selecteert de bedrijven volgens specifieke criteria, terwijl Dow Jones Sustainabililty de ‘best-of-class’ benadering hanteert. Het tijdrovende selectieproces vindt elk jaar plaats. Als de informatie niet voldoende is, of als een onderneming gewoon slecht presteert, wordt die niet opgenomen in het universum waar fondsbeheerders een selectie uit kunnen maken.
Naast Heineken zijn ook ASML , Reed Elsevier en KPN opgenomen in het universum van FTSE4Good. ABN Amro, Aegon, ING, Philips Koninklijke Olie en Unilever in beide indices voor. Dat biedt dus nog meer houvast voor beleggers. ABN Amro meldt dit niet zonder trots in zijn jongste milieuverslag. VNU en Wereldhave komen alleen in de selectie voor van Dow Jones.
Dow Jones Sustainability Indices (DJSI) en de FTSE4Good Indices zijn de bekendste indexleveranciers die inhaken op de toenemende belangstelling voor duurzaam beleggen. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is die interesse groter dan in continentaal Europa.
Binnen Europa doet Nederland het relatief goed. Het Nederlandse marktaandeel van duurzaam beleggen is nog bescheiden maar wel stijgend. Het steeg vorig jaar van 1,5% tot 1,7%, ondanks een daling van het totale volume, zo blijkt uit cijfers van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). De toenemende belangstelling komt momenteel vooral van de institutionele beleggers. Aangesloten bji VBDO zijn institutionele beleggers zoals de ASN Bank, Triodos Bank, Rabo, ING, PGGM en particulieren die geïnteresseerd zijn in een goed rendement en die ook extra aandacht hebben voor mens en milieu.
In de VS en Engeland moeten pensioenfondsen rapporteren over hun duurzaam beleggingsbeleid. De beursvennootschappen spelen hier op in door zich te kwalificeren voor opname in duurzaamheidindices. Dit verklaart dat beleggers meer kijken naar deze indices.
De Nederlandse staatssecretaris Van Gennip is van EZ is van mening dat net als in het buitenland, ook in Nederland indices de markt voor duurzame investeringen kunnen stimuleren. Zij wil hiervoor de Euronextbeurs benaderen.
De FTSE Group is de ontwikkelaar van de FTSE4Good indices, die sinds medio 2001 bestaan. Opgericht als joint venture tussen de Financial Times en de London Stock Exchange, opereert het bedrijf sinds 1995 zelfstandig.
De Dow Jones Sustainability Indices (DJSI) zijn vanaf 1999 ontwikkeld en op de markt gebracht door financiële uitgever Dow Jones en de Zwitserse Sustainable Asset Management (SAM), die de duurzaamheidanalyse verricht. Sinds twee jaar is ook Stoxx Ltd (een joint van Dow Jones met een aantal Europese beurzen waaronder Euronext ) betrokken bij Europese duurzaamheidindices.
In Nederland maken Aegon en Robeco al langer gebruik van de Dow Jones Sustainability Indices voor hun duurzame aandelenfondsen. Effectenbank Theodoor Gilissen doet dat nu sinds kort ook. Zij gebruikt haar licentie voor de indexbenadering van haar recent gelanceerde World Index Fund. Bedrijven die voornamelijk actief zijn in de tabaks-, drank- en wapenindustrie zijn in dit fonds per definitie uitgesloten. Fortis maakt voor haar ethisch aandelenfonds gebruik van de FTSE4Good.
DJSI en FTSE4Good zijn niet de enige indices. De oudste duurzaamheidindex is de door KLD Research (Kinder, Lydenberg & Domini) ontwikkelde Domini 400 Social Index (DSI). Deze Amerikaanse index bestaat sinds 1990 en wordt vooral in de VS gebruikt.
Veel Nederlandse beleggingsfondsen kiezen echter nog steeds voor het eigen handwerk. Triodos Bank gebruikt bijvoorbeeld voor haar eigen aandelenfondsen de maandelijks berekende Triodos Internationale Index. Olie- en luchtvaartaandelen zijn daarin uitgesloten. De ‘schone’ technologie- en telecombedrijven zijn oververtegenwoordigd, die hebben echter veel klappen opgelopen waardoor de index wel achter blijft.
Duurzaam beleggers stellen echter, en onderzoeken wijzen dat ook uit, dat duurzaam beleggen niet minder rendeert en zelfs beter is dan traditionele belegging. Dat is wat voor veel beleggers toch vaak telt.
Ton Dieten