(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 24 september 2003).
Naar aanleiding van kamervragen die onder andere door ondergetekende zijn gesteld, heeft de staatssecretaris van Economische Zaken toegezegd dat zij Euronext zal vragen een duurzaamheidsindex te introduceren. De introductie van een duurzaamheidsindex kan in het belang zijn van zowel beurs, beleggers als bedrijven.
De in 1999 in de Verenigde Staten geintroduceerde Dow Jones Sustainability Indices (DJSI) zijn om verschillende redenen een succes. Allereerst bieden zij beleggers en bedrijven een marktconform instrument waarmee economische en maatschappelijke belangen worden verenigd. De DJSI renderen sinds de introductie in 1999 beter dan de bestaande indices. Bedrijven die zijn opgenomen in de duurzame indices worden beloond door erkenning van hun duurzame strategie door beleggers, klanten, werknemers en overheden. Daarom kunnen deze indices zich beroepen op een grote belangstelling en is de eerste positie op deze ranglijst felbegeerd. Ook in Nederland bestaan al duurzaamheidsindices die door particuliere financiële dienstverleners worden gehanteerd.
Het belangrijkste argument tegen de invoering van een duurzaamheidsindex is dat dit leidt tot een subjectieve beoordeling van bedrijven. Dat zou dan op gespannen voet staan met de rol van de beurs als onpartijdige aanbieder van marktfaciliteiten. Daartegen kan worden aangevoerd dat met de invoering van iedere index bedrijven onderling worden beoordeeld en vergeleken. In dat opzicht is er dus niets nieuws. Ten tweede kan het duurzaamheidsoordeel wel degelijk objectief zijn, mits de definitie van ‘duurzaamheid’ en de criteria aan de hand waarvan dit wordt gemeten transparant en helder geformuleerd zijn. Om zich echt te onderscheiden van bestaande indices moet de lat voor een duurzame index hoog worden gelegd. De opmerking van Hermar Jansen dat zolang niet aan deze voorwaarden is voldaan een duurzaamheidsindex geen meerwaarde heeft, is dan ook terecht.
Er zijn nog meer kanttekeningen te plaatsen bij de introductie van een duurzaamheidsindex. Maar het groeiende aantal duurzame beleggingsfondsen en de groeiende belangstelling onder bedrijven om duurzaam zaken te doen, zijn tekenen dat de tijd voor introductie rijp is. De ervaringen die in de Verenigde Staten zijn opgedaan met de DJSI kunnen worden gebruikt bij de introductie van een duurzaamheidsindex door Euronext. We hoeven het wiel dus niet opnieuw uit te vinden. De rol van de overheid moet zich beperken tot een stimulerende. Beurs en beleggers zullen de handschoen moeten oppakken. Een marktconform instrument waarmee een duurzame brug wordt geslagen tussen bedrijven en beleggers, en dat ook nog eens goed is voor de maatschappij, kunnen we niet laten liggen.
Paul de Krom
Paul de Krom is lid VVD-fractie Tweede Kamer