(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 30 september 2003).
Terwijl de Tweede Kamer discussieert over de voors en tegens van een duurzame beursindex, komen Kempen Capital Management en SNS Asset Management met een duurzaamheidsindex voor kleinere Europese ondernemingen.
Beleggers kennen al de Dow Jones Sustainability Index en de FTSE4Good. Allebei beursbarometers voor de grote toonaangevende bedrijven die proberen een duurzame en maatschappelijk verantwoorde onderneming te zijn. Per 1 oktober komt daar de Kempen SNS Smaller Europe SRI Index bij, de eerste beursindex voor ‘kleinere’ Europese bedrijven die naar duurzaamheid streven.
De SRI-index is een logische stap na de lancering vorig jaar van het Orange Sense Fund, het eerste duurzame beleggingsfonds voor Europese kleine en middelgrote bedrijven. De criteria om in de index te komen zijn dan ook dezelfde als die voor het fonds. Bedrijven worden beoordeeld op drie gebieden: sociaal (arbeidsomstandigheden, veiligheid, non-discriminatie, diversiteit en dergelijke), milieu (milieumanagement, -belasting, -verslaglegging et cetera) en algemeen maatschappelijk, zoals bedrijfscodes. Neil Dunn, directeur van Kempen Capital Management, vat dat laatste samen onder business ethics. Daarnaast zijn bedrijven die wapens produceren of verhandelen uitgesloten en kan kinderarbeid een reden zijn om een bedrijf niet mee te nemen. Toch hoeft een onderneming niet perfect te zijn om in de index terecht te komen: een score van twee van de drie is genoeg.
Dunn is trots op zijn fonds en op zijn nieuwe index: ‘ Duurzaam beleggen mag zich verheugen op een steeds grotere aandacht van pensioenfondsen, consultants, bedrijven zelf en ”trustees”. Maar het waren tot nu toe vooral de grote ondernemingen die regelmatig werden doorgelicht op hun duurzaamheid. Zij hebben daar intussen speciale mensen voor die zich daar fulltime mee bezighouden. Voor ”small caps” is dat anders. Daar hebben onze onderzoekers direct contact met de directeur. Dat maakt het ook zo interessant want je maakt samen een leerproces door. Soms komen we bij een onderneming wel een jaar lang over de vloer om goed in kaart te brengen wat het bedrijf allemaal doet op duurzaamheidsgebied en om vervolgens te adviseren hoe het beter kan presteren. Het is onzin dat kleinere bedrijven niets doen aan duurzaamheid, maar soms noemt het management het anders. Het is ook niet waar dat ze niet willen meewerken. Integendeel. Slechts 5% van de ondernemingen die wij hebben benaderd, wilden niet aan de doorlichting meedoen. En dat terwijl het van de directie heel veel tijd en aandacht vergt.’
Dunn ziet de index als een aanmoediging voor de Europese kleinere bedrijven om ermee door te gaan of er juist aan te beginnen. ‘Het is toch een prestatie als een onderneming in de index zit. Dat vergroot de aantrekkelijkheid bij beleggers en bij potentiële en eigen werknemers. Daarnaast is de index natuurlijk een mooie benchmark voor de performance van de kleinere Europese ondernemingen. En het biedt grote en kleine duurzame beleggers de kans om hun portefeuille meer te diversificeren.’
Als de index 1 oktober van start gaat, bestaat deze uit 69 bedrijven uit 14 verschillende landen. Het streven is om dat aantal uiteindelijk uit te breiden naar maximaal 150. Er zullen in het komende jaar snel meer bijkomen omdat vele bedrijven dan door de screening zijn gekomen. Het onderzoek van Kempen en SNS loopt nu drie jaar. Over vijf jaar moeten er 1700 ondernemingen zijn onderzocht op duurzaamheid.
marleen janssen groesbeek