(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 3 december 2003).
Triodos Bank heeft onlangs haar beleggingsbeleid ‘vernieuwd’. De bank heeft de criteria verscherpt, maar de sectoren olie- en gaswinning, mijnbouw, de auto- en luchtvaartindustrie en alcoholproductie niet meer uitgesloten van haar beleggingen.
Triodos zet een stap in de verkeerde richting. Het wekt de schijn dat er in een aantal inherent niet-duurzame sectoren toch duurzame bedrijven bestaan.
Triodos noemt zichzelf vernieuwend, maar gaat eigenlijk hetzelfde pad op als een aantal veel grotere duurzaamheidsfondsen zoals ABN Amro , Robeco en ING . Deze grote fondsen hanteren meestal het zogenaamde ‘best of class’-beginsel; ook in zeer onduurzame sectoren krijgen de beste jongetjes van de klas het voordeel van de twijfel. Oliegiganten als Shell en BP en autofabrikanten als BMW en Ford komen hiermee opeens in de categorie duurzame bedrijven, maar dat zijn ze natuurlijk niet. Ze scoren hooguit net iets minder slecht dan hun branchegenoten.
Triodos Bank was altijd duidelijk; in zeer vervuilende sectoren werd niet belegd. Dat verklaart ook de aantrekkingskracht van het fonds voor consumenten. Het was de standaard waaraan de criteria van andere banken afgemeten konden worden. Concurrerende fondsen moesten de geïnteresseerde klant immers tonen dat de bedrijven waarin geïnvesteerd wordt, ook daadwerkelijk duurzaam presteren. Dit leidde tot aanscherping van de criteria.
De bank geeft als belangrijkste argument dat zij een kritische dialoog wil voeren met bedrijven over hun duurzaamheidsbeleid. Anders gezegd, als Triodos in een bedrijvensector actief wordt, dan zullen de bedrijven zich genoodzaakt voelen meer duurzaam te worden. Deze redenering houdt volgens ons geenstand; Triodos vergist zich in zijn positie. Alles bij elkaar gaat het om ongeveer 100 miljoen euro, verdeeld over tientallen beleggingen. Voor de grote multinationals waarmee Triodos in debat wil (zoals Heineken , KLM , Shell en Volkswagen ), zijn dat te verwaarlozen bedragen. Ze zullen daar echt hun beleid niet voor omgooien.
Bovendien valt dit bedrag in het niet bij de bedragen die de duurzaamheidsfondsen van ABN Amro en ING te besteden hebben. Waarom zou een bedrijf zich zwaar inspannen om aan de eisen van Triodos te voldoen, terwijl met aanzienlijk meer gemak met andere duurzaamheidsfonden zaken valt te doen? Wat de bank wel doet, is toch de schijn van duurzaamheid verlenen aan sectoren die dat niet zijn.
Triodos stelt verder dat de oude uitsluitingsaanpak niet consistent was. Zo kon olieopslag gefinancierd worden, maar de winning van olie niet. De oplossing ligt dan natuurlijk in het ook uitsluiten van de opslag van olie, in plaats van de winning er maar bij te nemen.
Bovendien sluit Triodos nog steeds sectoren uit ‘waar ook niet-gebruikers last van hebben’. Dus geen tabak, want meeroken is schadelijk. Maar waarom dan wel alcohol? Vandalisme en geweld door alcoholmisbruik is toch een groot maatschappelijk probleem. De inconsistentie van het fonds blijft dus.
Ook de niet-gebruikers van de sector luchtvaart worden geconfronteerd met de gevolgen. Heeft de bank nog nooit gehoord van mensen die gezondheidsschade hebben door vliegtuiglawaai? Dat voorspelt weinig goeds voor die gewenste kritische dialoog, want duurzaam vliegen bestaat niet.
Triodos meldt ook dat een aantal beoordelingscriteria is verscherpt. Het gaat om corruptie, schending van arbeidsrechten, milieuschade en overtreding van milieuwetgeving en schending van internationale conventies. Bedrijven moeten beleid hebben geformuleerd om op deze onderwerpen problemen in de toekomst te voorkomen.
Dat lijkt een goede stap, maar wie even nadenkt moet toch echt concluderen dat dit voor een duurzame belegger gewoon minimale eisen zijn. Het is toch vanzelfsprekend dat een bedrijf niets illegaals doet en altijd milieuschade moet voorkomen? Valt Triodos nu in dezelfde categorie als ABN Amro en ING? Nee, het beleggingspakket van Triodos is nog het duurzaamst. Maar de bank geeft met deze stap wel het signaal dat beleggen in auto’s, vliegtuigen en olieindustrie salonfähig is. Het is Milieudefensie een raadsel wat Triodos drijft om dit te doen.Onnodig, en op lange termijn geen verstandige strategie. Triodos zou moeten uitblinken door de echte meerwaarde van zijn fonds, namelijk het financieren van projecten waar andere banken géén geld in willen steken: vernieuwende bedrijven die mens en milieu hoog in het vaandel hebben staan.
Vera Dalm is directeur Milieudefensie. Paul de Clerck is campagneleider Internationale Duurzaamheid Milieudefensie.