Nederland is, op basis van toevertrouwd vermogen, de grootste duurzame belegger in Europa. Dat blijkt uit een onderzoek van Eurosif, het European Social Investment Forum onder negen Europese landen, waaronder Zwitserland als enige niet-EU-lid. Nederland heeft euro41,5 mrd aan toevertrouwd vermogen. Tweede is het Verenigd Koninkrijk met euro 30,5 mrd. Derde, maar wel op grote afstand, is België (euro 9,5 mrd).
De bedragen staan voor wat Eurosif noemt het kernvermogen. Daartegenover staat het brede vermogen. Het totale bedrag dat in de negen onderzochte landen volgens de strenge definitie wordt belegd is euro 105 mrd. Als het vermogen wordt meegenomen dat aan minder strenge duurzame beoordelingscriteria voldoet, is het toevertrouwde vermogen euro 1033 mrd.
Nederland dankt zijn eerste positie, zo zegt Eurosif, aan de duurzame beleggingen van PGGM. Het tweede pensioenfonds van Nederland heeft een aantal projecten lopen op het gebied van duurzaam beleggen. Helaas heeft het forum geen uitsplitsing want in hetzelfde rapport zegt Eurosif dat Nederlandse institutionele beleggers nogal terughoudend zijn om duurzaam te beleggen omdat zij zich zorgen maken over het rendement en hun wettelijk voorgeschreven fiduciaire verantwoordelijkheid. Een pensioenfonds is op grond hiervan verplicht de beste belegging te doen voor zijn deelnemers.
Eurosif verwacht dat als het bewijs geleverd wordt dat duurzaam beleggen geen lager rendement oplevert dan traditioneel beleggen, duurzaam beleggen in Nederland een enorme vlucht zal nemen vanwege APB en PPGM, met in hun kielzog de bedrijfspensioenfondsen.
Het enige Europese land dat zich nu al kan meten met Nederland is het Verenigd Koninkrijk. Maar daar is het verschil tussen het kernvermogen (euro 30,5 mrd) en het brede vermogen (euro 781 mrd) enorm groot. Het strengste in de leer zijn daar de kerken en de charitatieve instellingen. Vervolgens zijn daar fondsen met eenvoudige uitsluitingscriteria als geen wapenproducenten- en verkopers en geen tabaksgerelateerde bedrijven.
Volgens Eurosif zijn de strenge normen voor selectie van bedrijven ethische uitsluitingen, die verder gaan dan alleen wapens of tabak.
Positieve selectie valt ook onder streng, omdat bedrijven alleen maar gekozen worden omdat zij duurzame producten of diensten op de markt brengen. Onder die categorie valt ook de zogenoemde pionierselectie, waarbij ondernemingen opgenomen worden in het universum omdat ze actief zijn in nieuwe duurzame markten die zich richten op klimaat, water en energie.
Streng is ook best-of-class, waarbij het duurzaamheidsgemiddelde van de sector geldt als minimale eis om te worden uitgekozen. In Nederland werken vele duurzame beleggingsfondsen met deze manier van selecteren.