Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) is van donderdag 6 tot en met 8 november in Washington D.C. voor de jaarvergadering van de Wereldbank. Hoog op de agenda staat de rol van de bank bij de realisering van de Global Goals (SDG’s), met als belangrijkste ambitie het uitbannen van extreme armoede wereldwijd in 2030. Ploumen: ‘Het is evident dat de bank, met zijn kredieten aan ontwikkelingslanden, een essentiële rol zal spelen. De vraag is nu vooral hoé ze dat gaat doen.’
In Washington zullen ministers en bestuurders van de Wereldbank zich buigen over ‘Strategie 2030’. Belangrijk daarbij zijn de ‘safeguards’ waarover onlangs overeenstemming is bereikt. Die moeten voorkomen dat bij projecten die (mede) gefinancierd worden door de bank schade ontstaat aan de leefomgeving van de lokale bevolking, of dat de arbeidsomstandigheden van werknemers beneden peil zijn. ‘Nederland is een van de voortrekkers geweest om hier in de toekomst scherper op te letten. Het is belangrijk dat investeringen voor brede groepen positief uitpakken. Anders span je het paard achter de wagen,’ aldus Ploumen.
Ander belangrijk punt is ‘IDA’. Dit is het financieringskanaal van de Wereldbank waar de allerarmste landen voor zachte leningen kunnen aankloppen. Voordat de aandeelhouders van de bank besluiten hoeveel ze daar in de periode 2017-2020 aan zullen bijdragen, wordt eerst gesproken over vernieuwing van IDA. Zo bepleit Nederland een nadrukkelijker rol voor de private sector en meer prioriteit voor investeringen in fragiele staten en versterking van de positie van vrouwen. IDA is een groot kredietkanaal van de Wereldbank, dat in 2015 19 miljard dollar aan zachte leningen verstrekte. Nederland droeg daar voor het tijdvak 2014-2017 652 miljoen euro aan bij.
Uiteraard is er ook ditmaal aandacht voor de vluchtelingencrisis. Vorig jaar bepleitte minister Ploumen dat de midden inkomenslanden Jordanië en Libanon in aanmerking moeten komen voor zachte leningen. Omdat beide landen enorme (financiële) inspanningen doen voor de opvang van miljoenen Syrische vluchtelingen. Dat initiatief is inmiddels overgenomen, eerste kredieten ter waarde van 246 miljoen dollar zijn aan Jordanië verstrekt om de economie te versterken en opvang in de regio te verbeteren. Minister Ploumen voegt daar nu aan toe dat er ook voor lage inkomenlanden, die te maken hebben met forse uitgaven voor vluchtelingenopvang, meer fondsen beschikbaar moeten komen.