Bron
KPMG
Grote investeerders moeten een veel grotere rol gaan spelen op de markt van ‘green bonds’, obligaties waarvan de opbrengst wordt geïnvesteerd in verduurzaming van de economie. Hiervoor is het noodzakelijk dat de transactiekosten omlaag gaan en de obligaties efficiënter beprijst kunnen worden. Op dit moment zijn het vooral de duurzame beleggers die investeren in groene obligaties, waardoor wereldwijd niet meer dan 1% van de totale obligatiemarkt belegd wordt in groene obligaties.
“De groene obligatie is een belangrijk financieel instrument om kapitaal te genereren dat kan worden ingezet om de klimaatdoelstellingen die we met elkaar hebben afgesproken te realiseren”, zegt Wim Bartels, partner bij KPMG Sustainability.
Bartels: “De transitie naar een duurzame economie gaat veel geld kosten, naar schatting zo’n $ 900 triljoen in de komende vijftien jaar. Als de financiering in de niche van duurzaamheid blijft, dan ontstaat er een groot gat tussen de benodigde en het beschikbare leningen. De mainstream grote beleggers zijn nodig om green bonds een rol van betekenis te laten spelen.”
Vertrouwen essentieel
Bartels constateert dat het vertrouwen van beleggers in groene obligaties van essentieel belang is om de markt efficiënt te maken. Bartels: “Dat betekent dat eenduidige standaarden gecreëerd moeten worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat een aantal obstakels wordt weggenomen. Zo moeten er gemeenschappelijke criteria voor het predicaat ‘groen’ gedefinieerd worden voor de geloofwaardigheid van de markt.
Als uitgevers van groene obligaties vragen krijgen over de getrouwheid van het ‘groene’ karakter, kan dit van invloed zijn op de groei van de markt omdat potentiële investeerders mogelijk ontmoedigd worden. Bovendien richt ‘groen’ zich nu vooral op CO2-emissies, terwijl in een duurzame economie meer milieufactoren belangrijk zijn.”
Negen elementen
KPMG heeft negen elementen gedefinieerd waaraan de standaarden in de toekomst moeten voldoen voor voldoende geloofwaardigheid en groei.
Bartels: “De markt voor groene obligaties heeft onder andere standaarden nodig die weliswaar gebaseerd zijn op regels, maar voldoende flexibel toepasbaar zijn in de markt die gekenmerkt wordt door een grote diversiteit. Beleggers hebben ook heel verschillende behoeften.
Daarom is het van groot belang te komen tot een aanpak waarbij per sector vastgesteld wordt wat groen is. Het blijkt in de praktijk bijna onmogelijk te komen tot een omschrijving van groen die van toepassing is op alle groene obligaties en alle lokale markten.”
Bestaande standaarden hanteren
Om zowel verwarring als dubbel werk te vermijden, moeten volgens Bartels de regels voor groene obligaties zoveel mogelijk verder worden ontwikkeld op basis van bestaande standaarden, zoals de Climate Bonds Initiative (CBI) en Green Bond Principles (GBP).
Bartels: “Bovendien moeten de regels gericht zijn op het realiseren van de werkelijke in plaats van de beloofde voordelen voor het milieu. Een consistent inzicht in de milieuvoordelen stelt investeerders in staat om de diverse typen groene obligaties verschillend te beprijzen.
Als we als maatschappij in staat willen zijn om dit snel groeiende instrument effectief in te zetten in de verdere ontwikkeling van een ‘groenere’ economie, moeten we er ook voor zorgen dat de investeringen het rendement opleveren dat beloofd wordt. Zodra de echt grote beleggers daarvan overtuigd zijn, kunnen zij een begin maken met het beprijzen van groene obligaties op basis van de milieuvoordelen die zij opleveren.”