Het klimaatvraagstuk, de energietransitie, armoedebestrijding: de huidige grote uitdagingen vragen om een biljoeneninvestering. De bijdrage van kapitaalkrachtige institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars, groeit, al blijft het mondjesmaat. Met impact-investeringen willen ze een meetbaar verschil maken én rendement halen. De wereld redden kost een duit. De uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs en de zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) – recent geformuleerd als opvolgers van de millenniumdoelen – vereisen de komende vijftien jaar een lieve som van zo’n 3.500 miljard dollar per jaar. Maar dan heb je ook wat: maximaal twee graden opwarming, meer recycling, schoon water, minder ongelijkheid, noem maar op. Echter, de begroting is bepaald niet rond.
“Wereldwijd leggen overheden jaarlijks 140 miljard dollar in. De rest van het benodigde kapitaal, een veelvoud van de publieke bijdrage, moet uit de private sector komen”, zegt Harry Hummels, hoogleraar ethiek, organisatie en samenleving in Maastricht en betrokken bij het Global Impact Investing Network (GIIN). Nieuwste loot aan de private stam is impactinvestering, een term uit de koker van de Rockefeller Foundation, in 2007 bedacht aan het Italiaanse Comomeer. Hummels ziet impact-investeerders als de nieuwe voorhoede. “Ze gaan een stapje verder. De investeerders streven specifieke maatschappelijke doelen na. Anders dan met donaties willen de investeerders wel een financieel rendement halen.
Voor impact-investeringen kijkt Harry Hummels vooral naar de grote institutionele investeerders: de pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders. “Gezien de uitdagingen waar we voor staan, hebben we hen nodig. Grootschaligheid is op zijn plaats.
Koploper binnen Nederland vindt Hummels het pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Het fonds heeft een forse ambitie, namelijk 12 procent van de portefeuille in 2020 in impact-investering. “Dat komt neer op meer dan 20 miljard euro, tegen 5 miljard – 3 procent – toen we drie jaar geleden begonnen. Tegelijkertijd willen we de CO2-voetafdruk van de portefeuille halveren”, vertelt Gert-Jan Sikking, senior adviseur Responsible Investment bij PGGM, uitvoerder van het fonds.
Publiek transport Impact-investeren is niet bepaald eenvoudig, stelt Robert Rubinstein, eigenaar van TBLI Group Holding B.V. Als adviseur concludeert hij dat veelal de kennis en wil ontbreekt om geschikte impact-investeringen te vinden. “Beleggers zijn overwegend lui. Ze kijken niet verder dan Bloomberg, het computersysteem met beurskoersen, om orders te plaatsen. En concluderen dan: er is niets beschikbaar. Hun perceptie is dat duurzame investeringen niet professioneel zijn en niet op schaal.”
Lees het volledige artikel van Addo van der Eijk, gepubliceerd in MilieuMagazine (uitgave WoltersKluwer)