Groene obligaties komen snel op als nieuwe vastrentende beleggingscategorie. De markt is in de afgelopen jaren sterk gegroeid en blijft uitbreiden naar landen, valuta’s, sectoren en senioriteit/ranking. Volgens ons heeft de markt een punt bereikt waarop de drempel voor een allocatie aan groene obligaties relatief laag is. Er zijn verschillende manieren om groene obligaties in uw beleggingsportefeuille op te nemen. Sommige beleggers voegen groene obligaties toe aan hun bestaande portefeuilles, bijvoorbeeld door een aantal groene obligaties in een normale of reguliere kredietportefeuille te kopen. De laatste tijd wijzen meer beleggers echter een apart deel van hun vermogen toe aan een portefeuille die uitsluitend groene obligaties aanhoudt en koopt.
Vijf redenen waarom een aparte allocatie naar groene obligaties meer waarde biedt dan het opnemen van groene obligaties in een reguliere portefeuille:
1: Nadruk op de strategie voor verantwoord beleggen
Een allocatie naar een afzonderlijke portefeuille met groene obligaties geeft duidelijk en zichtbaar aan dat de belegger aandacht heeft voor klimaatverandering, impactbeleggen en verantwoord beleggen. Interne en externe stakeholders (bijvoorbeeld een geldverstrekker voor een pensioenfonds of een verzekeringsklant) krijgen bij een vaste allocatie naar groene obligaties een sterk signaal over het beleggingsbeleid, die aansluit bij een bredere strategie voor verantwoord beleggen. We zien de laatste tijd dat een bredere groep beleggers behoefte heeft aan een aparte allocatie naar groene obligaties, omdat de markt voor deze obligaties meer gediversifieerd en volwassen wordt.
2: Een consistente en zichtbare exposure naar groene obligaties
Groene obligaties worden uitgegeven in uiteenlopende vastrentende subcategorieën: staatsobligaties, bedrijfsobligaties, opkomende markten (EMD) en ABS. Het ligt dan ook voor de hand dat elke vermogensbeheerder met een reguliere portefeuille ook een aantal groene obligaties in portefeuille heeft. Wij vinden echter dat groene obligaties in reguliere portefeuilles vaak een verkeerde indruk geven. Beleggers die zich minder strak aan ESG-normen houden, kunnen hun posities in groene obligaties ‘misbruiken’. Het lijkt dan alsof ze een sterk ESG-beleid hebben, terwijl de exposure naar groene obligaties eerder toeval is dan een bewuste keuze. Een ander risico is dat de exposure van iemand van bijvoorbeeld 5% naar groene obligaties misleidend kan zijn, omdat dit percentage in de rest van het jaar of in het afgelopen jaar veel lager kan zijn (geweest).
3: Een duidelijke definitie van groen: uitkijken voor ’greenwashing’
Portefeuilles bevatten vaak obligaties die groen worden genoemd, maar dit kan zoals gezegd toeval zijn in plaats van een bewuste allocatie. Voor deze portefeuilles kijkt de manager vaak niet naar het soort projecten dat wordt gefinancierd of wat voor structuur de groene obligatie heeft. Het risico van ‘greenwashing’ is dus zeer groot. Zou u bijvoorbeeld een groene obligatie kopen van een emittent die ook (nucleaire) wapenleveranciers of wapenhandel financiert? Zo ja, wanneer voldoet een obligatie aan minimale groene marktnormen? Het reputatierisico is groot als men niet verder kijkt dan het groene label.
4: Meer discussies met emittenten van groene obligaties over ESG-onderwerpen
Een van de concrete voordelen van een afzonderlijke allocatie naar groene obligaties is de mogelijkheid om een intensieve dialoog te hebben met de uitgevers van groene obligaties. Dergelijke allocaties zijn niet alleen beter zichtbaar voor interne en externe stakeholders. Ze zijn ook zichtbaar voor emittenten van groene obligaties, die voorkeur geven om obligaties te plaatsen bij beleggers die duidelijk gedefinieerde groene obligatiemandaten en portefeuilles hebben. Emittenten geven de voorkeur aan afzonderlijke portefeuilles met groene obligaties, omdat dit een betrouwbare en diversifiërende financieringsbron is met een lange tijdshorizon. Onze ervaring is dat de dialoog met de emittenten van de groene obligaties veel waarde toevoegt. Wij kennen alle emittenten van groene obligaties in onze portefeuilles persoonlijk. Dit geeft ons niet alleen de mogelijkheid om de groene projecten die zij financieren te bespreken, maar ook om te discussiëren over het bredere ESG beleid. Onze betrokkenheid is veel groter dan bij een reguliere portefeuille. We zien onszelf meer als een partner van de emittent dan als een anonieme belegger in de obligaties van de emittent.
5: Impactrapportage
Het label ‘groene obligatie’ is vrijwillig en iedereen kan een obligatie ‘groen’ noemen. Daarom besteden we veel tijd aan het analyseren van de groene obligaties voordat ze op de markt komen. Het proces houdt daar echter niet op. Na de uitgifte vindt een doorlopend screeningsproces plaats om ervoor te zorgen dat de emittent de opbrengst volgens de afspraken besteedt. We meten ook de impact van ons Green Bond Strategie. Met hoeveel wordt de CO2-uitstoot verminderd door uw belegging in ons Green Bond Strategie? Wat voor projecten worden gefinancierd en in welke regio’s? De impactrapportage is een belangrijk voordeel van beleggen in een strategie dat volledig is gericht op groene obligaties. Het maken van een impactrapportage is zeer arbeidsintensief en wordt meestal niet gedaan voor reguliere portefeuilles. Het is daarom moeilijk om aan te tonen dat deze reguliere portefeuilles een positief effect hebben op het milieu.
Zowel retail- als institutionele beleggers blijven zoeken naar manieren om een positieve bijdrage te leveren aan het milieu. Green bonds bieden dit type beleggers de kans om hun investeringen in obligaties van bedrijven met een hoge kredietwaardigheid te ‘vergroenen’ zonder extra kosten. Vanuit dit oogpunt zijn green bonds een vanzelfsprekende keuze voor fixed-income beleggers.
Bram Bos, Lead Portfolio Manager Green Bonds bij NN Investment Partners