Steeds meer beleggers reageren op klimaatverandering door aandelen in producenten van fossiele brandstoffen te verkopen. De waarde van portfolio’s die fossiele brandstoffen uitsluiten, is in twee jaar tijd verdubbeld naar USD 5,4 biljoen en er zijn zelfs stemmen in het EU-Parlement die desinvestering aanraden. Andrew Howard, Hoofd research in duurzaamheid bij Schroders, meent echter dat desinvestering te eenvoudig is. De gevolgen van een afnemende vraag naar fossiele brandstoffen voor de winstgevendheid van de producenten zijn zo duidelijk niet.
Klimaatverandering hoeft winst en waarde niet te raken
Olie-, gas- en steenkoolproducenten bevinden zich in het episch centrum van de klimaatverandering. Zij staan voor grote uitdagingen als de vraag naar hun producten zal afnemen. Toch is de impact op winstgevendheid en waarde minder duidelijk. Het lot van producenten van fossiele brandstoffen zal volgens Howard meer worden bepaald door hun discipline (of het gebrek daaraan) om zich aan te passen aan de lagere vraag dan door de impact van dalende verkopen.
Het halen van internationale klimaatdoelen zal grote gevolgen hebben voor de producenten van fossiele brandstoffen. Vrijwel alle schuld voor klimaatverandering ligt in door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen, waarvan ongeveer 80% afkomstig is van fossiele brandstoffen. Het beperken van de temperatuurstijgingen tot een aanvaardbaar niveau houdt in dat de uitstoot in de komende drie decennia met twee derde moet worden verminderd. Het betekent dat wereldwijde productie van fossiele brandstoffen tot 2050 jaarlijks met 1% moet afnemen, terwijl de afgelopen dertig jaar de productie juist met 2% jaarlijks toenam.
Op hete kolen
Kolenproducenten zullen de grootste gevolgen merken. Kolen genereren twee keer zoveel schadelijke uitstoot als gas om dezelfde hoeveelheid energie te produceren. Olie zit daar tussenin. Maar uitgaande van een daling in de productie van steenkool (3% per jaar) en aardolie (5%) als niets meer wordt geïnvesteerd om de productie te verhogen, suggereert elke prognose nog steeds dat de vraag naar deze brandstoffen niet zo snel zal afnemen. Dit betekent dat er een aantal nieuwe investeringen nodig zal zijn om zelfs de meest agressieve klimaatdoelen te halen.
Schroders meent dat daarom de krimpende vraag niet noodlottig hoeft te zijn voor de energieproducenten. Howard’s analyse impliceert zelfs dat een gedisciplineerde reactie op productieverlagingen de sector in waarde kan laten verdubbelen. De teruglopende groei zal verschillen openbaren in de bedrijfsmodellen. Bij sommige bedrijven zal de winst veel beter bestand zijn tegen een dalende vraag, dan bij andere fossiele bedrijven.
Gas geven met lage kosten
Gasproducenten zullen profiteren van het lagere CO2-gehalte van hun brandstof vergeleken met steenkool. Bedrijven met lagere operationele kosten zijn beter bestand tegen dalende vraag. Gasproducenten met lage kosten bevinden zich aan het aantrekkelijke einde van het spectrum, terwijl steenkoolproducenten met hoge kosten zich aan het andere uiterste bevinden.
Dialoog met de vervuilers
Beleggers moeten daarom selectief zijn. Howard pleit voor de dialoog, waarin bedrijven opgeroepen worden tot meer transparantie over de gevolgen van klimaatverandering voor hun bedrijfsvoering en planning. Howard vindt dit een betere weg voor beleggers, dan simpelweg de sector de rug toe te keren.
Lees meer in het rapport Climate change: it’s not black and white for fossil fuels, van Andrew Howard, hoofd research in duurzaamheid bij Schroders.
Klimaatdashboard
Schroders heeft een klimaatdashboard ontwikkeld, dat beleggers een uniek inzicht geeft in de voortgang van de inspanningen van overheden en bedrijven om de opwarming van de aarde te beperken tot 2°C en de overgang naar een koolstofarme wereldeconomie. Klik hier om het klimaatdashboard te bekijken.