Het lijkt eenvoudig om beleggingen die niet voldoen aan ESG-criteria simpelweg uit te sluiten, maar er zitten tal van praktische bezwaren aan vast, schrijft Alexander Monk, ESG-analist bij Schroders. Hij onderzoekt de valkuilen bij het implementeren van diverse ESG-screenings. Een goed begrip van de complexiteit en vooroordelen die screenings veroorzaken voordat ze worden geïmplementeerd en een correcte beoordeling van de uitkomst achteraf is van cruciaal belang voor beleggers.
Uitsluiten blijft populair
Negatieve screening – waarmee beleggingen worden uitgesloten op basis van ESG-factoren – blijft voor veel beleggers essentieel. Een tiende van het door Schroders beheerde vermogen sluit bedrijven uit vanwege hun betrokkenheid bij controversiële producten of diensten. Bij bredere toepassing van negatieve screening kan dit deel van het totaal professioneel beheerd vermogen zelfs oplopen tot 20%. En ESG-screening blijft groeien; activa die aan screening zijn onderworpen, zijn de afgelopen vier jaar met 16% per jaar toegenomen.
Integratie en betrokkenheid is beter
Negatieve screening is slechts een aspect van duurzaam beleggen. Het dient een ander doel dan bijvoorbeeld ESG-integratie en duurzaamheid die betere beleggingsbeslissingen helpen nemen en resultaten boeken. Door uitsluitingsbeleid vermijden beleggers activiteiten die zij niet acceptabel vinden. Bij negatieve screening wordt doorgaans gekeken naar traditioneel ‘foute’ sectoren, zoals tabak, gokken, alcohol en pornografie, maar ook de wapenindustrie kan eronder vallen. Veel beleggers zien desinvesteren als een mechanisme om veranderingen bij bedrijven te bewerkstelligen. Maar Schroders ziet dat als een middel met weinig slagkracht, omdat maar weinig van dit soort bedrijven afhankelijk is van aandelenkapitaal. Daarentegen keren zij vaak wel een groot deel van hun winst uit aan aandeelhouders. Verkoop van de ‘foute’ stukken heeft daarom maar beperkt effect op hun financiering, die vooral organisch is.
Zelfs als op screening gebaseerde beleggingsbeslissingen los worden gezien van investeringsanalyses, is het essentieel om het effect ervan op beleggingsdoelen te begrijpen. Meestal wordt dit besproken in termen van de impact van screening op historische prestaties, een achteruitkijkspiegel die afleidt van belangrijker vragen. De geschiedenis leert dat er geen reden is te verwachten dat uitsluiting systematisch langetermijnrendementen vermindert. Maar door het verhogen van de volatiliteit en het afremmen van beleggingsstijlen, kunnen keuzes over de manier waarop uitsluitingen worden toegepast en gedefinieerd, het voor managers aanzienlijk moeilijker maken om bepaalde strategieën uit te voeren.
Lees meer in het research rapport ‘Demystifying negative screens: the full implications of ESG exclusions‘, van Alexander Monk, ESG-analist bij Schroders, waarin hij uitgebreid kijkt naar de rol van screening, activiteiten die worden uitgesloten, de verschillende manieren waarop uitsluitingen worden gedefinieerd en de effecten ervan op beleggingsstrategieën.