Oikocredit financiert organisaties die zich inzetten om de positie van mensen in ontwikkelingslanden te verbeteren. Microfinancieringsorganisaties bijvoorbeeld, maar ook landbouwcoöperaties of organisaties die het mogelijk maken dat mensen op het platteland toegang hebben tot duurzame energie. De projecten waaraan we financiering verstrekken moeten steeds aan twee voorwaarden voldoen: het moeten financieel stabiele projecten zijn én ze moeten een positieve impact genereren zodat de zelfredzaamheid van mensen in ontwikkelingslanden wordt verbeterd. En hier lopen we ook wel eens aan tegen dilemma’s.
Een tijdje terug ontving ik een mail van iemand die ons volgt. Hij had kort geleden gesproken met een Keniaanse vrouw die problemen ondervond met microfinanciering: zij liep aan tegen de hoogte van de rente. Dat geluid was zeker niet nieuw. De markt voor microfinanciering is gegroeid; 42 jaar geleden was Oikocredit één van de eerste organisaties die microfinanciering mogelijk maakt. Nu zijn er veel meer partijen. En sommige van deze partijen is het te doen om het grote geld. Hij gaf in het gesprek met haar aan dat er ook zeer ethische partijen zijn zoals Oikocredit, waar het primair gaat om de positieve impact. Maar zij confronteerde hem met een kritisch artikel over ons. In dit artikel uit 2012 (link) worden – terecht – vragen gesteld bij een financiering die Oikocredit heeft verstrekt aan een partner. Waarom ik nu uw aandacht hierop vestig? Omdat dit artikel juist gaat over die dilemma’s bij financiering.
Dilemma’s
De MFI die genoemd wordt in het artikel scoort in vergelijking met andere MFI’s lager op het gebied van impact. Het valt mij in het artikel op dat de schrijver veel spreekt over “quickly scan”, oftewel een snel en dus niet zeer zorgvuldig onderzoek. Mijn ervaring met financiering – ik heb 17 jaar bij Triodos Bank gewerkt en werk nu bijna 1,5 jaar bij Oikocredit – is dat zaken vaak veel genuanceerder liggen dan een quick scan. Zo ook hier. Vanaf het begin in de relatie met de klant was het duidelijk dat er een aantal uitdagingen lagen. Na een lang due diligence proces en veel intern debat heeft Oikocredit besloten in hen te investeren, omdat er veel potentie is in deze microfinancieringsorganisatie. Juist door te investeren in hen, middels een deelneming waardoor we ook zitting hebben in hun raad van commissarissen, kunnen we direct invloed uitoefenen om hun sociale presentaties te verbeteren. Dit heeft dan ook positieve resultaten opgeleverd. Zo heeft deze partner efficiencyvoordelen behaald waardoor de rente op de microkredieten naar beneden kon gaan en werkt men verder aan het voldoen aan onze criteria op het gebied van social performance.
Vuile handen
Hierbij speelt er dus af en toe een dilemma. Financiert Oikocredit alleen de perfecte organisaties die aan alles voldoen? We kunnen dan slechts een beperkt aantal organisaties financieren. Maar meer nog: onze impact is dan ook beperkt. Of kunnen we ook organisaties financieren die er nog niet helemaal zijn, maar waar we wel een positieve ontwikkeling en potentie zien? Uiteraard binnen minimale grenzen. Kunnen we hen door onze financiering en dus door onze invloed een duwtje in de goede richting geven? Bijvoorbeeld omdat we zitting hebben in de raad van commissarissen door het geven van capaciteitsopbouw en door onze constante monitoring. We maken dan wellicht ‘vuile handen’ in de ogen van de oppervlakkige onderzoeker, maar werken zo actief mee aan de ontwikkeling van microfinancieringsinstellingen tot sociale ondernemingen die een grote, positieve impact hebben op mensen en gemeenschappen in kansarme posities.
Eric Holterhues, Directeur Oikocredit Nederland